Paardrijden

Wonen op een boerderij heeft veel voordelen. Je leeft in de pure natuur en hebt ruimte genoeg om te spelen. Je kan slootjespringen, kikkerdrilvangen en paardrijden. Het kan allemaal! Nu heeft mijn vader dikke Belgische trekpaarden, die hebben zo’n brede rug dat je daar als kleine jongen niet echt lekker op kunt paardrijden. De paarden dienen voor de kracht en worden voor de werkzaamheden op de boerderij ingezet. Mijn vader fokt met deze Belgen. Het is een groot genoegen als het paard drachtig is en er in het voorjaar een merrieveulen naast loopt in de wei.

Waarom hij dan op een najaarsdag met z’n jongere broer naar de paardenmarkt in Zuidlaren gaat en ze samen hun Belgen verkopen en met veel magerder Gelderse paarden terugkomen, is een volkomen raadsel? Er is geen logische verklaring voor. Mijn moeder schudt meewarig met haar hoofd als ze hun nieuwste aanwinst ziet. Meer een slank rijpaard dan pure trekkracht.

Ik zie het echter wel zitten om met dit paard te gaan rijden. Nu hebben we geen zadel, dus je zit met je bips op de rug van het dier en je hebt alleen een leidsel met bit, verder moet je je met je voeten vastklemmen om de schoften van het paard en haar manen gebruiken als houvast. Nu is het nieuwe paard te hoog om even met een elegante sprong op haar rug plaats te nemen, dus je zoekt een boerenkar, zet daar de Gelderlander naast en stapt zo over. Het paard laat het gewillig toe. En vort daar gaan we.

De boerderij is gelegen aan een doodlopende weg, als je naar ‘achtergaat’ zoals wij dat noemen, kom je na zo’n tweeënhalve kilometer in het Fochteloërveen terecht en kun je niet verder. Dat is een mooi ritje om te maken. Het Gelderse rijpaard blijkt een gebruiksaanwijzing te hebben: ze is bang voor andere weggebruikers, en ja daar kom je pas achter als je er bovenop zit.

Nu valt het verkeer op de doodlopende weg nog wel mee, maar je kan niet voorkomen dat iemand met een auto langs komt, of de buurman met de trekker. Dus wat gebeurt er, het rijpaard schrikt van het naderende onheil en schudt een paar keer heftig met haar hoofd. Ik geef een geruststellend klopje en spreek haar bemoedigend toe. ‘Niks aan de hand het is maar een trekker…’

Maar daar denkt ze toch anders over. Hoe dichter het voertuig nadert hoe onrustiger het beest wordt. Vlak voor het moment van de passage zakt ze als een kameel door haar voorpoten en vervolgens door de achterpoten en gaat in de berm liggen. Je bent gedwongen af te stappen en haar bij het bit te pakken. De buurman passeert met een grote glimlach. En daar sta je dan met je rijpaard. Ze is inmiddels weer opgestaan, maar ik sta er nog steeds naast. Hoe kom ik er weer bovenop? Geen verhoging in de buurt die ik kan gebruiken. Er valt niets anders te doen dan met het paard achter je aan naar huis te lopen. Nou zo’n ritje maak je een paar keer en dan is de lol er snel van af. Voor mij geen paardrijden meer op deze manier! Ook voor de trekkracht is de Gelderlander geen goede aanwinst. En nog voordat het jaar verstreken is, gaat mijn vader over tot de verkoop van dit zeldzame exemplaar om gewoon weer met Belgen verder te werken.

Geef een reactie