Als elke seconde telt

Reality-programma’s zijn aan het einde van de vorige eeuw populair en schieten als paddenstoelen uit de grond. Zelf heb ik jarenlang dergelijke programma’s gemaakt, waaronder het SBS6-programma ‘Dossier Alarm’. Daarin volgen we allerlei hulpverlenende diensten bij hun werk. Politie, brandweer, ambulance maar ook de opsporing van illegale zenders of de controle op vuurwerkopslag.

Spoedhulp via de lucht

In 1995 start de ANWB een proefproject met medische spoedhulp via de lucht. Het is een innige wens om over de hulpverlening met een traumahelikopter een item te maken. Maar steeds wordt de deur dichtgehouden voor programmamakers, zeker als het televisie betreft. Maar ik geef niet op en om de zoveel tijd is er contact of ze eventueel hun besluit willen heroverwegen. Ik benadruk onze respectvolle aanpak, en zeg toe dat we het programma in nauw overleg samen willen maken. Niks helpt…

Tot we plotseling drie jaar later welkom zijn. Een geval van de aanhouder wint? Of heeft het project geld en dus media-aandacht nodig? Uiteindelijk mogen we mee met de traumahelikopter, die gestationeerd is op vliegveld Rotterdam. Normaliter hebben we voor een onderwerp één draaidag, maar vanwege de speciale gelegenheid wordt er een hele uitzending van vijfentwintig minuten ingepland en zijn er meerdere draaidagen.

Jullie hadden hier gisteren moeten zijn!

Samen met een camera- en geluidsman reis ik af naar Rotterdam. In een van de hangaars is het kantoor van de trauma-arts, verpleegkundige en piloot. Meteen bij de ochtendkoffie vallen de vaker gehoorde woorden: ‘Jullie hadden hier gisteren moeten zijn.’ We kijken elkaar aan. ‘Zullen we vandaag maar naar huis gaan,’ zeg ik grappend, want de ervaring met andere hulpdiensten heeft geleerd dat na zo’n klapper meestal een erg rustige dag volgt.

We volgen de dagelijkse routine van het team, hun voorbereidingen, het klaar zetten van de felgele helikopter op het landingsplatform zodat ze meteen kunnen vertrekken als er een melding binnenkomt. De afspraak is dat alleen de cameraman meevliegt, dit vanwege de beperkte ruimte. En we willen de hulpverleners zo min mogelijk tot last zijn. We hebben een compacte camera in de cockpit ingebouwd; de zware grote camera is vooral bedoeld om de hulpverlening op de grond in beeld te kunnen brengen.

Die ochtend blijft het rustig. We doen alvast interviews met de betrokkenen over hun werk. Op de eerste dag gebeurt er weinig – zoals verwacht. Een oproep – kind te water – wordt als de heli al is vertrokken weer ingetrokken omdat het reguliere ambulanceteam de situatie zelf kan afhandelen.

Tweede dag

Ook op de tweede dag blijven de ernstige noodoproepen uit waarbij de heli ingezet moet worden. Verveling slaat toe. We hebben inmiddels alles gezien en gelezen wat er op het kantoor aanwezig is en ook alle sterke verhalen zijn al de revue gepasseerd. Om bezig te zijn – er moet uiteindelijk een uitzending komen – hebben we een noodoproep in scène gezet en uitvoerig vanaf verschillende kanten gefilmd, dat kan altijd voor een echte oproep gemonteerd worden, omdat we dan misschien door de hectiek niet alles kunnen filmen en zeker niet kunnen vragen of de bemanning nog een keer wil komen aanrennen om in de heli te stappen.

Om iets na vier uur komt er een melding van een groot ongeval op de A12 binnen waarbij meerdere voertuigen zijn betrokken. Iedereen weet wat er moet gebeuren en binnen twee minuten is de heli in het luchtruim verdwenen. Voor mij en de geluidsman is het afwachten welke situatie ze daar zullen aantreffen en of het eventueel geschikt zal zijn voor de uitzending. Bij een dodelijk ongeluk ligt dat erg gevoelig. We proberen, via ons beschikbare middelen, erachter te komen wat er precies aan de hand is op de A12.

Kettingbotsing

Het betreft een grote kettingbotsing waarbij onder andere een medewerker van een bekende bakkerij betrokken is die dagelijks met hun broodkramen op markten in heel Nederland staan. Anderhalf uur later belt de cameraman en doet verslag van wat ze aantroffen en wat hij heeft kunnen filmen. De bestuurder van de broodkar zat ernstig bekneld en moest door de brandweer worden losgesneden. Terwijl de trauma-arts probeerde de situatie van de jonge chauffeur te stabiliseren. Uiteindelijk is de gewonde man met de traumahelikopter naar het Erasmus ziekenhuis vervoerd.

De cameraman kon niet mee en we spreken af dat we hem oppikken op de weg terug. Als hij bij ons in de auto stapt is wel duidelijk dat het een groot ongeval betrof en dat wat hij via zijn lens heeft gezien veel indruk op hem heeft gemaakt. De trauma-arts belt later ook nog dat de patiënt in een kritieke toestand naar het ziekenhuis is vervoerd. Het is afwachten of en hoe hij de nacht door zal komen…

De volgende ochtend, op onze laatste draaidag, belt de trauma-arts met het ziekenhuis. De jongen is na binnenkomst meteen geopereerd en zijn toestand is nu stabiel, maar hij zal nog een lange weg van herstel te gaan hebben. We nemen het interview met de helicrew op waarin ze vertellen wat ze precies gedaan hebben en hoe ze daarmee omgaan. De arts zegt: ‘Ja, we zien de mensen natuurlijk niet op de meest gunstige dag in hun leven.’

Rond het middaguur gaat het alarm opnieuw af. Een melding van een hartstilstand in Gouda. Een oudere dame is onwel geworden, maar ze kan door het traumateam gereanimeerd worden en een normale ambulance brengt haar uiteindelijk naar het ziekenhuis.

Moeilijke opgave

De laatste draaidag zit erop. Het moeilijkste deel voor mij als programmamaker is nu aangebroken. Contact zoeken met de slachtoffers en vragen of we de opnamen – die behoorlijk heftig zijn – mogen gebruiken.

Een week later sta ik met een bloemetje op de stoep van de oudere dame in Gouda. Omdat ze alweer thuis is, verwacht ik geen problemen. Ze tekent de quitclaim en is zelf erg nieuwsgierig naar wat er precies gebeurd is, nadat bij haar het licht is uitgegaan.

De jonge chauffeur is een ander verhaal. Opgegroeid in een omgeving waar geen televisie gekeken wordt, zal ik hier wat meer overreding uit de kast moeten halen. De broodjongen ligt nog behoorlijk in de kreukels in het Erasmus ziekenhuis, overal verband, slangetjes en ingewikkelde constructies rondom zijn lichaam. Ik stel me voor en leg de reden van mijn bezoek uit. Lastig want je voelt je toch een beetje een lijkenpikker die gewin wil maken van andermans leed. Hij is terecht nog behoorlijk aangedaan door wat hem is overkomen. Voorzichtig vertel ik wat ik op de beelden heb gezien en hoe ik het verslag over zijn ongeluk in elkaar wil zetten. Onthutst hoort hij mijn verhaal aan. Hij vraagt bedenktijd om met zijn familie te overleggen. Als ik de kamer verlaat weet ik niet of dit wel gaat lukken.

Vier dagen later belt zijn vader dat we de beelden mogen gebruiken op voorwaarde dat ze wel van te voren de montage willen zien. Dat kan ik hen toezeggen.

Geef een reactie