Zomeravond op het schiereiland Beara in het zuidwesten van Ierland. Het is altijd goed om op het groene eiland te zijn. Het landschap doet iets met me; de ruige bergen met schapenweiden, de rotsachtige kustlijn met aan het oog onttrokken baaien en een wildschuimende zee. Deze landtong maakt een onuitwisbare indruk op me. De fietstocht van een aantal dagen doet me goed. Ik ben vanmiddag neergestreken in Eyeries, een schilderachtig dorp met felgekleurde huisjes aan de kust. Na een craic in de pub besluit ik deze mooie dag af te sluiten met wandeling langs de kliffen en een bezoekje aan het strand. Een heupflesje Jameson dient als gezelschap.
Verleden
Een tijdje koester ik me op de rotsen in de laatste hitte van de dag. Het magische gevoel dat ik had bij het bezoek aan de indrukwekkende steencirkels in de buurt van Ardgroom komt weer naar boven. Je voelt in deze contreien het verleden. Je ruikt dat er hier ooit vuren aan zijn aangelegd. Dat hier vee heeft gegraasd, dat de bewoners van toen hier hun alikruiken en oesters zo uit de schelp hebben gezogen. Ze hebben het brandende zout op hun lippen geproefd en de koude regen om hun lijf gevoeld. Kreten geslagen uit liefde en pure woede. Gevochten met iedereen die hun land probeerde te plunderen: de Vikingen, de Spanjaarden en later de Engelsen.
Zondagsondergang
Ik ga met mijn blote voeten het frisse zeewater in. In de verte ligt een vissersboot. De zonsondergangen zijn hier van Bijbelse allure. Je ziet de lucht vollopen met bloed uit de hemel. Mijn lippen prevelen een afscheid. Het laatste licht van de avondzon trekt oranjerode strepen op de ribben van de Atlantische oceaan. Ik vind mijn gezicht weerkaatst in een ondiepe poel, wind en zon hebben hun tekenen op mijn huid achtergelaten. Ik neem een slok van het vuurwater, wat een genot!
Verderop aan het strand, nu in nevelsluiers gehuld, ontwaar ik de vage contouren van andere strandbezoekers – jongelui, ik hoor vooral hun gekwetter. Aan de rand van de horizon, aan de andere kant van de baai wordt het steeds donkerder. Het zou zo maar kunnen dat er vannacht een zomerregen gaat vallen.
Bleke maan
Bij het sterrenlicht verlaat ik mijn eigen plekje van contemplatie – heb ik hier zolang in gedachten verzonken gezeten? De bleke maan is duidelijk te zien en oefent een merkwaardige aantrekkingskracht op me uit. Het zou me niet verbazen als straks een wolf begint te huilen. Melancholie dreigt me van alle kanten in te sluiten. Ik loop terug naar het slapende Eyeries. Geniet van de schoonheid van de kronkelende weggetjes bij nacht. De varens in de greppels bewegen nauwelijks maar ze lijken te ademen in de warme nachtwind. Wat zal ik goed slapen zo meteen in mijn logies.
Lieve Jan, dank je wel voor dit prachtige column! Het heeft mijn hart geraakt.