Vrouw van de dag

De schuifdeuren van de zorginstelling gaan automatisch open en ik loop direct door naar haar afdeling. Ik ben benieuwd hoe het met mijn moeder is. Ze is een vrouw van de dag. Haar conditie verslechterd snel. Je kan het nauwelijks leven noemen. Haar lichaam overleeft.

Gemeenschappelijke ruimte

In de ochtend halen ze haar uit bed, wassen haar, kleden haar aan en zetten haar met z’n tweeën in de rolstoel. Als ze een goede dag heeft tenminste, anders blijft ze liever in bed. In de gemeenschappelijke ruimte plaatsen ze haar aan de grote lange tafel. Daar zit ze tussen de andere mannen en vrouwen – vaak ook in een rolstoel – die even stil en ineengedoken zijn als zij. Met uitgedund haar dat niet meer te kappen is. Met verdronken blikken die eeuwig naar de grond staren en samengeknepen monden, waar wat kwijl uit loopt. Met een bepaalde regelmaat krijgen ze bouillon, puree of appelmoes, eventueel wat vla of yoghurt, lepel voor lepel, als stokoude kinderlichamen.

Af en toe slaakt een van hen een korte kreet, wat bij een andere bewoner een zucht ontlokt of een onduidelijke opmerking waar verder niemand op gereageerd.

Uiterlijk

Het is moeilijk om daar lang tussen te zitten en geen echt contact te kunnen krijgen. Als ik naar mijn moeder kijk, zie ik een onhandige schets die gemaakt lijkt door een amateurschilder. Hij heeft zich vergist in de verhoudingen van haar lichaam, de vorm van haar gezicht, haar gelaatstrekken. Mettertijd heeft haar kaak het gelaat veroverd. Mede omdat ze vaak haar kunstgebit niet meer in heeft, want dat dreigt uit haar mond te vallen. Haar levendige, soms venijnige ogen hebben hun glans verloren. Het hoofd zakt voorover. Haar hersenen werken dan wel niet meer zo helder, maar ze lijken behoorlijk zwaar, zodat haar schedel en lichaam voorover worden getrokken naar een val die nooit komt, omdat het personeel mijn moeder en haar lotgenoten aan hun rolstoel vastmaken met veiligheidsbanden die benadrukken hoe mager hun lichamen zijn, hoe ze langzaam vervagen en verdwijnen.

Wat gaat er in haar om?

Ze was een gezonde vrouw die haar mannetje stond en zich er niet onder liet krijgen, nu lijkt ze klein, gerimpeld en heel breekbaar. Ik ga dichter bij haar zitten. Ik neem een van haar handen in de mijne. Je kijkt bijna door haar huid heen en ziet de donkerblauwe vaten waar het bloed doorheen kruipt.  Ik streel haar handen die koud aanvoelen, terwijl ik tegen haar praat, waarbij ik me afvraag of er iets tot haar doordringt, Ik vertel iets over het weer en de dingen die me onderweg zijn opgevallen, een televisieprogramma dat ik heb gezien. Maar algauw sterft mijn stem weg als het volume van een radio waarvan de batterijen er opeens de brui aan geven. Ten slotte zwijg ik. We zitten naast elkaar te zwijgen.

De tijd is anders

Beschaamd tel ik de minuten die verstrijken. Ik kijk op mijn horloge. Hier is de tijd anders dan buiten. Hier bezit hij een viscositeit die iedere seconde kleverig maakt, die de uren laat samenklonteren tot zware massa’s van een haast onaardse dichtheid. Ik wil nog niet weggaan. Ik heb immers bijna twee uur in de auto gezeten. Ik bedenk dat ze mijn moeder is en dat ik haar zoon ben, ook al bevinden we ons inmiddels in ruimtes die niet meer aan elkaar grenzen. Ook al bewoont zij een wereld waarover ik niets weet, waarvan ik niet weet of lijden, pijn, plezier, dromen, herinneringen en tijd er bestaan, terwijl zij ook niets weet over de mijne, op geen enkele manier kan begrijpen wat ik doormaak, wat ik voel, hoe mijn bestaan eruitziet.

Ter afscheid geef ik haar een kus op het verschrompelde voorhoofd, een lichte trilling trekt door haar lijf. Ik mompel ‘tot gauw, mam’ en verlaat de deprimerende ruimte. Als ik buiten ben, sluiten de deuren zich hermetisch achter mij. Ontsnappen is daar niet mogelijk… Op Valentijnsdag 2017 heeft mijn moeder haar lichaam verlaten.

Strooizout

Zaterdagochtend, bezig met de normale weekenddingen. De Volkskrant en het magazine lezen. Uitknippen of scheuren wat ik wil bewaren, wat toch elke keer weer een behoorlijk stapeltje is, dat ik ga archiveren. Tijdens de werkzaamheden breekt er een flauw zonnetje door, wat erg welkom is in deze wel erg lange grijze periode.

Citroenplant

Ik word naar het grote raam in de huiskamer getrokken en besluit de citroenplant die veel bruine bladeren heeft gekregen te kuizen en de wildgroei af te knippen en die te gebruiken als nieuwe stekkies. Het is een heerlijk klusje zo in de zon. Ik ben lekker bezig dus ga ik door met de rest van het groen in de kamer. De vloer ligt bezaaid met dode bladeren. De grootste raap ik op en gooi ik in de prullenbak, de snippers ga ik te lijf met de stofzuiger. Van het een komt het ander. De vuilniszak is vol, die breng ik naar beneden. Buiten is het best wel frisjes, hoe verraderlijk het kan zijn achter het raam met de verwarming aan.

Zo ben ik deze zaterdag bezig met alles wat moet gebeuren, administratie bijwerken, boodschappen doen, een deel van een manuscript lezen. Ik trakteer mezelf op een late filmvoorstelling. Ik hoef morgen toch niet vroeg op en als ik er geen energie meer voor heb, kan ik de reservering altijd nog annuleren.

Voor je het in de gaten hebt is het half negen. Ik moet weg. Alle lichten uit, verwarming lager, want ik ga straks toch meteen naar bed. Jas aan, ik twijfel over een hoodie en handschoenen. Ik heb me wel vaker in de buitentemperatuur vergist, zodat ik met vernikkelde vingers bij het filmtheater arriveerde. Toch maar aantrekken, ik kan ze altijd uitdoen.

Dikke repen zout

Als ik de buitendeur open en mijn fiets naar buiten wurm omdat de dranger de deur weer snel wil sluiten, ervaar ik een snijdende wind in mijn gezicht. Het is kouder dan gedacht. Op het fietspad zie ik overal witte strepen, niet als markeringen, maar dikke repen zout, soms zelfs echt klonten. Er is danig met zout gestrooid, merk ik. Wordt er dan zo’n strenge vorst verwacht dat alle natte straten zullen opvriezen? Ik blijf naar het wegdek staren, vergeet bijna dat ik een kruising nader en moet uitkijken of er geen onverlichte fietser aankomt waarmee ik in botsing kan komen.

Het zout blijft me bezighouden. De strooidienst, is dat de gemeente, of Rijkswaterstaat, heeft waarschijnlijk niet door hoe royaal ze aan het strooien zijn, terwijl dat volgens mij niet de bedoeling is/ totaal niet nodig is. Ik heb niks meegekregen van code oranje bij het nieuws. Ik vrees dat het apparaat gewoon verkeerd is afgesteld. Op plekken waar de strooiwagen een bocht door gaat of moet wachten op andere weggebruikers lijkt het wel een sneeuwvlakte. Ik schud mijn hoofd.

In de verte zie ik gele zwaailampen. Dat zal de boosdoener zijn. De wagen komt mij tegemoet. Ik wil hem waarschuwen, maar hij slaat zo’n honderd meter voor me een woonwijk in. Zal ik hem achternafietsen, want dit is toch een verspilling van zout? Even stuur ik naar links maar keer toch om, want ik wil op tijd bij de film zijn. Ik zou, denk ik, te veel tijd verliezen. En ik heb me verheugd op de film met Daniel Craig, de eerste waarin hij geen James Bond meer speelt.

Bij het op slot zetten van de fiets zie ik dat het profiel van mijn banden zich gevuld heeft met zout. Op de deurmat klop ik het opgespatte strooigoed van mijn schoenzolen. Ik wil geen zoutspoor achterlaten op het laminaat.

Witte vlakte

De film is helemaal wat ik ervan verwacht. Tevreden verlaat ik na twaalven de bioscoop.  De dikke klodders zout liggen nog steeds op straat. Het is een beetje surreëel net zoals de film. De vrieskou trekt meteen weer in mijn gezicht, maar op de waterplassen ligt zoals verwacht geen vliesje, noch zijn de autoruiten dichtgevroren met allerlei fraaie ijskristalpatronen. Er is eigenlijk niks aan de hand.

Door de witte vlakte slalom ik naar huis, maak er een sport van de strepen te ontwijken. Ik moet er zelfs om lachen, zeker als ik de heuvel afrij en best wel snelheid krijg. De snelheidscontrole geeft me een groene smiley. 23 kilometer per uur. Pas op, ik moet nu niet slippen en op mijn muil gaan. Precies dat wat de strooidienst probeert te voorkomen.

In de brievenbus zit post zie ik als ik weer met de deur in gevecht ben. Het klepje sluit niet meer goed. Ik haal er een exemplaar uit van De Gooi en Eemlander. Ik ben geen abonnee, maar zo af en toe laat de bezorger een exemplaar achter. Heb ik morgenvroeg meteen wat te doen…

Holocaust herdenking

Vandaag, 80 jaar geleden, bevrijdde het Russische Rode Leger het grootste werk- en vernietigingskamp van de nazi’s in het zuidwesten van Polen, Auschwitz-Birkenau. Hier zijn 1,1 miljoen mensen om het leven gebracht. De meeste waren Joden, maar ook zigeuners, homo’s en politiek gevangenen.

Een aantal jaren geleden heb ik een bezoek gebracht aan het kampterrein in het Poolse stadje Oświęcim. https://taalmens.nl/auschwitz/ Het heeft een diepe indruk op me gemaakt. Met name de gaskamers en crematoria in het vernietigingskamp, die speciaal voor deze massamoord zijn ontworpen. Daarnaast ook de erbarmelijke condities en de onmenselijke terreur waaronder de gevangenen moesten leven in het barakkenkamp.

De mensen die niet meteen na aankomst zijn vermoord, krijgen doorlopend te maken met zogeheten ‘selecties’. Kampartsen, waaronder de beruchte Josef Mengele, en SS-officieren bepalen wie nog kan werken, wie direct naar de gaskamers gaat en wie ze selecteren voor medische experimenten.

Het Rode Leger rukt op

Eind 1944 rukt het Rode Leger op richting het westen. De nazi’s beginnen met het vernietigen van bewijsmateriaal van hun wandaden, waaronder hun administratie. In oktober zijn de gaskamers op bevel van Heinrich Himmler, de architect van de Holocaust, buiten gebruik gesteld. Een paar dagen voor de komst van de Russen zelfs opgeblazen.

Als duidelijk is dat de Russen in de buurt zijn, dwingen de nazi’s zo’n zestigduizend overgebleven gevangenen om met hen richting Duitsland te lopen. Tijdens deze zogenaamde dodenmarsen komen duizenden gevangenen om het leven. Wie niet de kracht heeft om verder te lopen of probeert te vluchten, wordt ter plekke doodgeschoten.

Bevrijding van Auschwitz

Op 27 januari 1945 wordt het kamp bevrijd door een Sovjet-eenheid onder leiding van Anatoli Shapiro. De bevrijders treffen lijken verspreid over het terrein aan en uitgemergelde mensen. Het zijn de ongeveer zevenduizend gevangenen die te zwak waren om met de ‘vlucht’ mee te kunnen, omdat ze doodziek zijn. De paar overgebleven bewakers worden nog diezelfde dag door de Sovjets gedood.

‘We zijn gekomen om jullie te bevrijden. Jullie zijn vrij, kameraden.’ Maar de gevangenen reageren nauwelijks, ze kijken hol voor zich uit, in welke taal ze ook worden toegesproken. Sommigen zijn angstig en kruipen weg.

De Sovjets die in deze oorlog al het nodige hebben meegemaakt, zijn geschokt van de wreedheden van de nazi’s. Ze treffen niet alleen gevangenen in het kamp maar ook opslagruimten waarin diverse goederen liggen opgeslagen die bij de aankomst in beslag waren genomen door de SS’ers en de bewakers, zoals kleding, schoenen, brillen en sieraden. Zelfs zevenduizend kilogram mensenhaar.

Holocaust Memorial Day

Vandaag is dus Holocaust Memorial Day. Auschwitz blijft een pijnlijke, maar essentiële les. Of zoals een overlevende getuigt: ‘In tijden als deze waarin minderheden zich weer kwetsbaar moeten voelen, kan ik alleen maar hopen dat iedereen democratie en mensenrechten verdedigt.’

Daar sluit ik me volledig bij aan. Vandaag horen we stemmen die haat verspreiden, op het internet, op straat en in de centra van de politieke macht. Het is onze plicht om antisemitisme, racisme en fascistische nostalgie te bestrijden, het kwaad dat de fundamenten van de democratie dreigt weg te vreten.

Twin Peaks

In de gangkast bewaar ik mijn VHS-cassettes met daarop kopieën van uitzendingen waaraan ik heb meegewerkt en opnamen van favoriete tv-series of films. Zo staan er ook diverse banden met daarop de eerste twee seizoenen van het legendarische ‘Twin Peaks’. Vorige week overleed de maker en bedenker David Lynch (1946-2025). Hij leed aan longemfyseem en de bosbranden in Californië dwongen hem zijn huis en studio te verlaten. Naar verluidt kwam zijn breekbare fysiek die klap niet te boven.

Zondagavond

Het is 1990. Twin Peaks wordt op zondagavond door de VPRO uitgezonden. Ik studeer Nieuwe Media in Maastricht. Als ik een weekend bij mijn ouders ben geweest, zit ik tijdens de uitzending in de trein, maar de VHS-recorder neemt alles op. Want op maandag is de serie ‘het gesprek van de dag’. Zoiets is voorheen nooit getoond op televisie. Het overtreft alle verwachtingen van het medium. Alleen al de leader met beelden van het Amerikaanse stadje Twin Peaks duurt meer dan twee minuten – moet je nu proberen! De groene titels met de namen van de acteurs worden begeleid door de sonore synthesizermuziek van Lynchs vaste componist, Angelo Badalamenti. De muziek brengt je meteen in een mysterieuze, unheimische sfeer.

De vraag wie Laura Palmer heeft vermoord, het meisje dat aan het begin van de serie in een plastic zak gewikkeld wordt gevonden, heeft ons de gehele opleiding beziggehouden. De serie is zo spannend dat ik vaak – ook om mee te kunnen praten – na de vier uur durende reis nog even snel de aflevering ga bekijken, wat niet bevorderlijk is voor je nachtrust.  

De volgende dag speculeren medestudenten er stevig op los wat het allemaal te betekenen heeft, want de afleveringen worden steeds duisterder. Er is menig dwaalspoor uitgerold en verborgen relatie onthuld. Veel studies zijn eraan besteed.

Dale Cooper en zijn koffie

Wie herinnert zich niet de vrouw met het houtblok en de naïeve FBI-detective Dale Cooper. Mijn persoonlijke favoriet James Hurley, het geheime vriendje van Laura op zijn motor. Of The red room waar een reus en een dansende dwerg ons van cryptische raad voorzien. ‘The owls are not what they seem’ – nu een klassieker onder de televisiecitaten. De manier waarop het drinken van koffie in Twin Peaks tot een extatisch moment is gemaakt, waarna je de dag optimistisch en met een onwrikbaar moreel kompas tegemoet kan treden, is online al decennialang een populaire meme. ‘Damn good coffee!’

Frustrerend is dat het mysterie nooit is opgelost. https://youtu.be/2rmC9M1yla0 David Lynch zelf laat weinig los als hem naar de betekenis van Twin Peaks wordt gevraagd. ‘Zeg ik niet,’ is zijn vaste antwoord, ‘want als je iets verklaart, ontneem je mensen de mogelijkheid zich erover te verwonderen. Als je iets met woorden kunt zeggen, ben je niet met cinema bezig.’

Vervreemding

De betekenis van Lynch voor de filmwereld is gigantisch. Hij heeft laten zien dat verhalen helemaal niet chronologisch en lineair hoeven te zijn. Hij werkt met dubbelgangers, spiegelwerelden en verborgen realiteiten. Vervreemding is het sleutelwoord. Lynch lijkt op een heel eigen manier naar de werkelijkheid te kijken. Alsof hij net een paar stappen verder van de realiteit af staat dan de meesten van ons. Maar juist dat stelt hem in staat om verwonderd naar de wereld te blijven kijken. De regisseur tast diep in het onderbewuste, roerend in de angsten en perverse gedachten die schuilgaan achter het Amerikaanse burgerideaal.

Twin Peaks is een echte culthit. https://youtu.be/GLnkfajitpQ  Ik moet me bedwingen om niet een cassette af te spelen. Als er nog iets van de serie te zien is, want ik weet niet of de conservering van de banden in de gang wel zo optimaal is.

Shopboulimia

De afgelopen maanden zijn erg druk op het e-distributiecentrum. Het aantal bestellingen is hoog vanwege Halloween, Black Friday, Sinterklaas en acties rond de kerstdagen. Het verwerken van 140 duizend artikelen per dag is geen uitzondering. Het uitzendbureau heeft de handenvol om voldoende personeel (lees arbeidsmigranten) te vinden, dat in deze intensieve periode ook allemaal nog moet worden opgeleid. En dat is allemaal bedoeld om het systeem van e-commerce draaiende te houden als de grote pieken eraan komen. Want dan is iedereen nodig om de bestelde artikelen op tijd bij de klant te krijgen.

Hoge werkdruk

Het vergt veel van de vaste werknemers. Aan de ene kant is het leuk om mensen op te leiden. Het kan zelfs in de eigen moedertaal (Pools, Italiaans of Spaans) maar vaak gebeurt het in de algemene voertaal Engels. Maar soms is het verloren energie want niet iedereen houdt de hoge werkdruk vol. Er zit een groot onderscheid tussen de nieuwe collega’s. Je merkt snel of iemand feeling voor het vak heeft. Loopt een ‘rookie’ na de middagpauze zelfstandig rond met een pickkar dan heeft iemand potentie.

Maar soms zie je iemand met een verdwaasde blik in de ogen ronddwalen waarbij je meteen denkt die houdt het hier niet lang vol. De lange nummerreeksen en de rijen blauwe kratten en de enorme hoeveelheden pallets duizelen hen zichtbaar en in volledig verwarring schuiven ze met een kar voor- en achteruit zonder een lijn te ontdekken in de nummering van de bakken. Ik denk: die is hier hooguit twee dagen en dan geeft hij het zelf op, of wordt vriendelijk verzocht zijn heil ergens anders te zoeken, omdat de werktargets bij lange na niet worden behaald. Je hebt de eerste week nog wel clementie om te wennen, maar daarna moet het tempo er toch wel inzitten. https://youtu.be/Vt1LQdcMw3k

Geautomatiseerd

Het arbeidsproces is gedeeltelijk geautomatiseerd. Er zijn diverse robots die een deel van de taken overnemen, maar zonder menskracht kan het nooit. Denk alleen maar aan de technische jongens die een dagtaak hebben om het circuit in beweging te houden. Hoe meer dozen en kratten, hoe groter de kans dat de lopende band die alles door de hallen moet transporteren, vast kan lopen.

Voor het inpakken zijn er twee automatische lijnen. B15 voor de kleine dozen en B27 voor de grotere. Als er geen harde of breekbare artikelen tussen zitten kan de lijn zelf de doos afhandelen, een bon toevoegen, kijken hoeveel vrije ruimte er nog is om de kartonnen doos iets te laten inkrimpen, een deksel erop vouwen, de adresgegevens uitprinten en op de bovenkant van het pakket plakken. Dat gaat allemaal met een redelijke snelheid.

Maar je zult net zien dat op de dagen dat er ‘geleverd’ moet worden, het systeem kuren vertoont. Dan gaat er een alarm af en beginnen rode lampen te zwaaien. Valt het mee dan zit er iets vast in de robot of zijn er geen deksels of printpapier meer voorradig. Een medewerker snelt toe, haalt het obstakel weg of vult de voorraad aan nadat de machine is uitgezet. Maar juist als het superdruk is, roept de techniek een halt toe aan de shopboulimia. Het drijft de technici tot wanhoop. Al een tijdje lopen ze in die drukke periode met een bedrukt gezicht rond.

B27 op drift

Vandaag maakt B27 er een puinhoop van. De grijparm slaat in de glazen kast woest om zich heen en vermorzelt elke doos die langskomt. Wat is er aan de hand? Geautomatiseerde rebellie? Er liggen drie mannen met sleutels in de kast om de boel weer aan de praat te krijgen.

Ondertussen loopt de productie vast, de gevulde dozen stapelen zich op voor de glazen kast van B27. Collega’s halen die dozen van de lopende band en maken grote stapels van honderden dozen terwijl de techneuten gespannen bezig zijn het mankement op te lossen.

De teamleider meldt dat orderpickers moeten stoppen en verplicht corvee moeten gaan doen: karton en kratten opruimen, straten aanvegen, plastic, losse hangers en lege doosjes uit de kratten halen. Maar na een uurtje is alles super schoon en opgeruimd. B27 werkt nog steeds niet en het ziet er niet naar uit dat daar voorlopig verandering in zal komen. Ik moet lachen. Het lijkt wel Monthy Python, waarin ‘werkloze ’collega’s vaak twee aan twee door de gangen slenteren en driftig in allerlei vreemde talen met elkaar praten, terwijl de een nog steeds een bezem draagt en de ander een gevonden leeg doosje in de hand houdt.

Het repareren van B27 duurt zolang dat de teamleiding besluit alle orderpickers naar huis te sturen. En het kleinere zusje, B15, begint ook al inpakkuren te vertonen! De wet van Murphy. Totale paniek. https://youtu.be/HUIvIm8Gic4

Als ik om half vijf naar huis ga – tellen gaat altijd door – werkt B27 weer, maar in een aanzienlijk lager tempo en het apparaat kreunt en zucht als een afgepeigerde oude man bij elk pakket dat hij met moeite uitspuugt. De technische mannen staan nu zwetend met z’n allen rondom B15.

Retouren

In de eerste weken na de jaarwisseling is de rust teruggekeerd bij de bestellingen, maar nu komen er meer pakketten terug dan in de rest van het jaar. En dan gaat het niet alleen om beschadigde artikelen of voorwerpen die niet voldoen aan de omschrijving. Nee, vooral kleding komt retour. Bijvoorbeeld vijf truien bestellen en er vier terugsturen is heel normaal tegenwoordig. De meeste klanten willen thuis in alle rust een kledingstuk passen en een keuze maken. Dus nu verwerken de collega’s van retouren puffend alles wat terugkomt. Lang leve de bezorgindustrie!

Tradities

Op nieuwjaarsdag kom ik er achter dat iets waarmee ik ben opgegroeid en wat een vaste waarde is, namelijk het skischansspringen in Garmisch-Partenkirchen niet meer op NPO 1 wordt uitgezonden. Ik schakel enigszins brak in om iele mannen in te ruime skipakken met een gemiddelde snelheid van 90 kilometer per uur van een hoge schans naar beneden te zien springen, waar ze met een Telemark-landing op een met kunstsneeuw bespoten piste landen. Maar niks van dat alles. Is het vanwege de nodige bezuinigingen bij de NPO of waren de kijkcijfers niet meer voldoende? Nu ben ik veroordeeld tot Eurosport om langzaam aan de realiteit van een nieuw jaar te wennen.

Kunstmatige intelligentie

Nou, dan zal ik me maar beperken tot een andere ‘traditie’ om in de eerste blog van het nieuwe jaar te kijken hoe het met de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie (AI) is gesteld. Een verzamelnaam voor slimme, technologische toepassingen die zelfstandig kunnen leren. AI kan taken overnemen waar normaal gesproken een menselijk brein aan te pas komt.

Twee jaar geleden ontdekte ik ChatGPT en gaf de robot opdracht om een stukje te schrijven over het al of niet nakomen van goede voornemens. Met een ongekende snelheid werd een betoog afgeleverd (https://taalmens.nl/chatbot/). Vorig jaar vroeg ik hem een verhaal te verzinnen waarin oud en nieuw een rol speelde (https://taalmens.nl/een-jaar-later/).

Opnieuw heeft de generatieve AI aanzienlijke vooruitgang geboekt en is het dieper doorgedrongen in diverse sectoren van de samenleving. Bijvoorbeeld geavanceerde medische diagnostiek bij borstkanker of slimme stoplichten die het verkeer regelen. ChatGPT levert nog sneller en beter teksten, afbeeldingen, muziek en andere content. Je voert haast een ‘menselijk’ gesprek met hem. Ik vraag wat ik in mijn werk als redacteur aan AI kan hebben?

Uitwerken gesprek

De afgelopen maanden heb ik zitten zwoegen op het woord voor woord uitwerken van voorgesprekken met mogelijke gasten voor het programma ‘De Verwondering’. Zo’n gesprek van iets meer dan een uur kost je bijna een dag in verslaglegging. Ik heb het wel geprobeerd met een transcriptieprogramma maar daarin herkende ik het gesprek niet meer terug en had ik meer moeite met het herstellen van de warboel dan met het daadwerkelijke uittypen van het gesprek. Maar ChatGPT geeft een oplossing, volgens hem moet ik Otter.ai of Descript dan maar es proberen.

Zoals met alle technologische ontwikkelingen zijn er ook nadelen. Zal AI niet leiden tot verlies van banen door automatisering in sectoren als productie, logistiek, klantenservice en bij creatieve beroepen. Dat brengt veel onzekerheid met zich mee. Voorlopig troost ik me met de gedachte dat je je eigen creativiteit en denkwereld aan je teksten kunt toevoegen. AI als een aanvulling op mijn unieke vaardigheden, niet als een vervanging daarvan.

Vinger aan de pols

Bij AI moet je wel beducht zijn op het verspreiden van nepnieuws: foto’s, teksten en video’s kunnen worden gemanipuleerd zodat ze echt lijken. Of het manipuleren van kiezers en consumenten. Of de schending van privacy door grootschalig toezicht. Daarnaast kost het trainen en uitvoeren van grote AI-modellen enorme hoeveelheden energie, wat bijdraagt aan een grotere ecologische voetafdruk.

Het is zaak de vinger aan de AI-pols te houden (vandaar deze traditie). AI verandert hoe we werken, leren, leven en innoveren. Het vereist een zorgvuldige balans tussen technologie, ethiek, privacy en menselijke controle. Er is een groeiende consensus over de noodzaak van duidelijke regelgeving en ethische richtlijnen om de ontwikkeling en het gebruik van AI in goede banen te leiden. Tijd om achterover te leunen en af te wachten is er niet, de ontwikkeling gaat razendsnel.

Monster van Loch Ness (2)

Bij een rondtocht door de Schotse Hooglanden is een bezoek aan Loch Ness toch wel verplicht. Het is het grootste meer van het Verenigd Koninkrijk met zo’n tachtig kilometer kustlijn. Het monster dat zich in het bijna tweehonderdvijftig meter diepe meer zou bevinden, houdt de mensen nog steeds bezig. al bijna een eeuw bezig. Het brengt veel toerisme, maar bestaat Nessie of is het gewoon een mooie omgeving om naartoe te gaan?

We melden ons bij het Loch Ness Centre in Drumnadrochit. Het is er wellicht vanwege een flauw zonnetje best druk. Je kan met een rondvaartboot zelf op zoek naar Nessie. We gaan met een groepje de uitdaging aan.

Opgewonden bezoeker

Terwijl we wachten op de boot komt er een opgewonden bezoeker binnen. In zijn hand houdt hij een videocamera. Uit de reuring merken we op dat de man zegt dat hij iets gefilmd heeft. Hij speelt de video af. Meer als een zwarte vlek is er niet te zien. Toch reageert de dame van het bezoekerscentrum serieus. ‘Bewoog het?’

‘Gedurende een fractie van een seconde leek het alsof het wiebelde.’

‘Wow,’ zegt de medewerkster, ‘fascinerend. Mogen we de video lenen dan gaan we het bestuderen.’

Rondvaart

Inmiddels is de rondvaartboot gearriveerd. We gaan opgetogen aan boord. Ik weet niet hoe recent die video is, maar het is dus mogelijk dat we straks iets gaan zien. We kijken elkaar aan, en schieten dan toch in de lach. Voor de zekerheid de fotocamera maar bij de hand houden!

De gids vertelt dat veel Schotten gefascineerd zijn door de geheimen die Loch Ness verbergt. Er wordt nog steeds massaal door vrijwilligers naar Nessie gezocht. Zonder succes tot nu toe, maar dat mag de pret niet drukken. Er zijn webcams rond het Loch opgesteld en de vrijwilligers kunnen lekker warm vanuit hun huis de monitoren in de gaten houden. Er is onderzoek gepleegd met sonarapparatuur en miniduikbootjes.’

O, dus de video van de man kan daarvan afkomstig zijn.

‘Meestal komen mensen met schimmige afbeeldingen,’ vertelt de gids. ‘Het is begonnen met een vage foto die is gemaakt door de uitbater van het hotel waarin nu het Loch Ness Centre is gevestigd. Sindsdien houdt het de gemoederen bezig. Alle Schotten zijn opgegroeid met verhalen over geesten en monsters. De legende maakt deel uit van hun rijke historie.’

Nep

De meest beroemde afbeelding hebben we in het centrum gezien. Een foto van een zwemmende dinosaurus.

‘De fotograaf, chirurg Christian Spurling, gaf pas op zijn sterfbed toe dat het allemaal nep was.’

De lucht betrekt als we midden op het meer zijn. Er hangt zelfs een grauwsluier over het troebele en donkere water. Nessie laat zich vandaag niet zien. De mythe blijft in stand.

De gids noemt het ‘de wraak van Nessie’. ‘Wellicht zit het monster vandaag in Loch Mora, want via onderaardse grotten kan Nessie naar dat meer zwemmen.’

Tja, zo lust ik er nog wel eentje. Een fraaie truc om de toeristen ook naar dat meer te lokken. Daar trappen we niet in. Genoeg monsters voor vandaag. Het is een leuke, opwindende trip en we zijn lekker uitgewaaid. We kunnen de verleiding weerstaan om een pluchen Nessie en andere prullaria mee te nemen. Met frisse gedachten zetten we onze eindejaarsreis door Schotland voort.

Schotse kerst (1)

Kerst is het familiefeest bij uitstek, maar het is fijn om die traditie te doorbreken en het eens anders te vieren. Bijvoorbeeld door naar Schotland te gaan. Groene valleien die bergen doorsnijden. Kastelen die weerkaatsen in veenkleurige meren. Doedelzakspelers in kilts. De relaxte sfeer in de pubs met de meest heerlijke single malt whisky’s.

Edinburgh

Een goede vriendin is geëmigreerd naar Ierland en we besluiten elkaar te treffen in het land dat tussen ons in ligt. Een paar dagen voor kerst hebben we een rendez-vous in Edinburgh. We logeren in de Old Town en blijven er een paar dagen om de stad te verkennen. We bezoeken Edinburgh Castle dat is gebouwd op een dode vulkaan. Je hebt als je eenmaal boven bent een prachtig uitzicht over Edinburgh. De zwarte scheepskanonnen die uit de muren steken zijn nooit afgeschoten. Wel is daar het kanon te zien (en te horen) dat elke dag om één uur weerklinkt in de gehele stad.

Daarna dalen we weer af via de uitgesleten keien van de Royal Mile met haar historische gebouwen, versierd met Korinthische zuilen en doorkruist met smalle steegjes. Je waant je even in de middeleeuwen.

Huurauto

Op eerste kerstdag vertrekken we met een huurauto naar de Highlands. We krijgen een cadeautje. Zodra we de stad achter ons laten, begint het te sneeuwen en worden we getrakteerd op een winterlandschap waar menig kerstkaart een spreekwoordelijke moord voor zou doen. Het is wel oppassen, links rijden is al een handicap en dan ook nog opkomende gladheid, maar we hebben vakantie, dus tijd. We hoeven niks.

In het hoge noorden logeren we in een hostel in Inverness. ’s Avonds nuttigen we in de gezamenlijke huiskamer ons eigen klaargemaakte kerstdiner. We leggen Christmas crackers naast de borden. Dat zijn net als toffees ingepakte kartonnen kokers. Je trekt elk aan één kant van de cracker en met een feestelijke knal komt een papieren feesthoedje tevoorschijn. Degene die het langste deel in zijn hand heeft mag het hoedje om het hoofd draperen en de wensspreuk die erbij zit, hardop voorlezen.

Er zijn niet veel gasten en ze kijken eigenlijk niet vreemd op van die toeristen die hun kersttraditie hebben overgenomen. De spreuken variëren van ‘Laat de magie van kerst je hart verwarmen’, ‘ Samen zijn is het mooiste geschenk’ tot ‘Sneeuwvlokken zijn kussen uit de hemel’. Hoe toepasselijk!

David Gray

Het is fijn om weer een aantal dagen op te trekken met je beste mattie en bij te kunnen kletsen. We sluiten de avond af met een Schotse single malt, die we bij het knapperend haardvuur drinken. De subtiele zoete smaak van de Glenmorangie is als nectar voor de goden. Het prikkelt tong en slokdarm. De eigenaar van het hostel heeft inmiddels een gevoelige muziek opgezet. ‘White Ladder’ van David Gray. Een prachtige cd die ik altijd met onze Schotse reis zal associëren.

Sail away with me honey

I put my heart in your hands

Sail away with me

What will be will be

Later die week beklimmen we de hoogste berg van Schotland in de buurt van Fort William. De Ben Navis is 1344 meter hoog. De omstandigheden zijn niet ideaal. Hoe hoger we komen, hoe gladder de steenslag is. En hoe meer de wind ons om de oren waait. Gelukkig zijn we warm gekleed en hebben we goede bergschoenen aan. Maar de fysieke inspanning is het prachtige panorama zeker waard en natuurlijk ligt er ook verse sneeuw. Weer een mooie kerstkaart! (wordt vervolgd)

Onder je huid

Zo aan het einde van het jaar krijg je de vraag allerlei lijstjes in te vullen. Voor de Top 2000, voor het beste boek, voorstelling of serie. Over de beste film hoef ik niet lang na te denken. Soms heb je van die filmvoorstellingen die je meerdere malen wilt zien, die je omverblazen, die onder je huid gaan zitten of waar je in mijn geval onbedaarlijk om moet huilen.

‘All of us strangers’ van Andrew Haigh is zo’n film. https://youtu.be/O97iSjvqBlY Adam (Andrew Scott) is een scriptschrijver die een eenzaam bestaan leidt in een Londens flatgebouw dat vrijwel volledig uitgestorven lijkt. Op een avond staat een jonge man bij Adam voor de deur die zich voorstelt als Harry (Paul Mescal). Duidelijk dronken vraagt hij of Adam een borrel met hem wil drinken. Maar Adam weigert en sluit de deur… Een weigering waarin overduidelijk gewoonte schuilt. Adam lijkt zich te hebben aangewend toenaderingen af te wijzen en de muren rond zich op te trekken.

Ouderlijk huis

Als research voor een semi-autobiografisch script besluit Adam zijn ouderlijk huis te bezoeken en treft daar zijn vader en moeder (Jamie Bell en Claire Foy). Wat niet ongewoon zou zijn, ware het niet dat zijn ouders omkwamen bij een auto-ongeluk toen Adam twaalf was. De ouders die hem liefdevol verwelkomen zijn zo oud als ze toen waren, Adam is ze inmiddels in leeftijd voorbij. Ze zijn nieuwsgierig hoe het met hem gaat. Mondjesmaat vertelt Adam een en ander, dat hij in Londen woont en schrijver is. ‘Zei ik het niet!’ roept zijn vader. Zijn moeder: ‘Je was altijd al een gevoelige jongen.’

Bij terugkomst in London ontmoet hij Harry weer en nu roken ze samen een joint. De mannen kussen met elkaar, eerst stuntelig daarna vurig. ‘Ik ben vergeten dat ik tijdens het vrijen moet blijven ademen,’ zegt Adam.

Bij Adams volgende bezoek aan zijn ouderlijk huis is alleen zijn moeder thuis. Het regent en zij wil dat hij zijn kleren uittrekt om ze in de droger te doen. Aan de keukentafel vraagt ze of hij een vriendin heeft -ze weet precies hoe die eruit zal zien- maar Adam vertelt schoorvoetend dat hij gay is. Ze heeft met hem te doen, want zijn moeder kijkt vanuit de jaren ‘80 (midden in de aidsepidemie) tegen homoseksualiteit aan. ‘Ben je dan niet eenzaam? Aids is zo’n vreselijke ziekte.’ Adam pareert dat het nu allemaal anders is.

Tegelijk met die bezoekjes aan zijn ouders, ontvouwt zich voorzichtig een relatie tussen Adam en Harry. Het is dankzij de jeugdige en zachtaardige Harry dat Adam zich weer leert open te stellen. Mooi hoe die beide verhaallijnen naast elkaar lopen, elkaar voeden en spiegelen.

Knuffel

Bij een volgend bezoek komt Adam ook bij zijn vader uit de kast. De vader die wel zo zijn vermoedens had maar die niet durfde uit te spreken – zijn zoon een watje – merkte wel dat de kleine Adam na schooltijd altijd op zijn kamer zat te huilen omdat hij gepest werd. ‘Waarom kwam je nooit vragen hoe het met me ging?’ vraagt de volwassen Adam.

Vader biedt zijn verontschuldiging aan en vraagt of het goed is dat hij hem een flinke knuffel mag geven. Dat is het moment waarop de tranen in en buiten de film beginnen te vloeien.

Het weerzien met zijn ouders biedt Adam de kans de gesprekken te voeren waar hij nooit de kans voor had. Toch beslissen zijn ouders dat dit de laatste keer is geweest dat Adam op bezoek komt, dit kan zo niet langer doorgaan. Ter afsluiting brengen ze met zijn drieën een bezoek aan het favoriete restaurant van Adam, die een familiediner besteld. ‘Dat is wel erg veel,’ zegt de serveerster als ze Adam alleen aan tafel ziet zitten.

Pa en ma vertellen daar dat ze van hun zoon houden en dat ze hem alle geluk met Harry wensen. ‘Zorg goed voor hem,’ zegt z’n moeder, ‘want hij heeft zo’n verdrietige blik.’

Dit is voor mij het aangrijpende deel van de film, want je wilt als kind dat je ouders je bevestigen in je zijn, je onvoorwaardelijk liefhebben en je het beste wensen. Die belofte krijgt Adam alsnog postuum in zijn verbeelding. Hoe bevrijdend is dat!

Boodschappen doen

Met al die feestdagen moet er flink geshopt worden. Steeds vaker zie ik ze bij mij in de straat, de bezorgdiensten van AH, Picnic, Ekoplaza of Hello Fresh. En dan denk ik: o ja, zo kan het boodschappen doen ook. Niet door een drukke supermarkt te hoeven banjeren, niet lang voor de kassa moeten wachten, maar lekker gemakkelijk van uit je luie stoel je boodschappen bestellen met een druk op de knop.

Het is hip. Zeker in de coronatijd heeft het een vlucht genomen, vooral de flitsbezorgers die ’s avonds laat nog een flesje wijn aan de deur kwamen brengen met een snack erbij. Die trend is wel een beetje op z’n retour, een enkele flitsbezorger wist het hoofd boven water te houden.

Je boodschappen thuis laten bezorgen is handig, maar ik ken de wereld en de werkdruk die er achter bestellen via internet schuilgaat, dus uit de grond van mijn hart zeg ik: denk er nog eens over na, voordat u voor het bezorggemak kiest.

Kruidenier

Nu ik erover nadenk, besef ik dat mijn moeder de boodschappen ook thuis bezorgd kreeg. Dat was in de jaren ‘50 en ‘60. Wekelijks kwam de kruidenier, in dit geval Harwig, het boodschappenboekje ophalen dat mijn moeder de avond ervoor keurig had ingevuld en de volgende dag stond hij met de dozen vol gevraagde levensmiddelen op de stoep. Samen namen ze aan de keukentafel het lijstje door of alle artikelen juist en geleverd waren. Daarna werd er contant afgerekend. Ik zag er altijd naar uit, want meestal zat er wel een verdwaalde koetjesreep tussen voor de kinderen. Een slimme vorm van klantenbinding.

Dus boodschappen doen is trendgevoelig. Ik heb nog net een staartje van de oude kruidenierswinkels meegemaakt, waarbij alles nog in zakken en bakken zat, en je meel of suiker moest laten afwegen en in een papieren zak meekreeg naar huis.

Zelfbediening

Maar ik groeide op met de zelfbediening: de klanten konden alles zelf pakken en afrekenen aan de kassa. Ik heb de ontwikkeling van de kleine buurtsuper naar de supermarkten meegemaakt. Deze supermarkten werden ketens en steeds groter. Ik weet nog dat in Assen in het nieuwe winkelcentrum de Miro opende, een hypersupermarktexperiment. Man, ik keek mijn ogen uit wat daar allemaal te koop lag. Hoeveel verschillende merken van hetzelfde artikel. Alles voor het hele hebben en huishouden onder een groot dak.

Daarna kwamen de Duitse winkelketens zoals Aldi en Lidl die de artikelen als bulk in de schappen of op pallets legden en de klant zocht het zelf maar uit. Het was even wennen aan de sobere inrichting maar het voordeel was wel dat het echte prijsvechters waren (en we blijven zuinige Hollanders). Maar ongemerkt zijn deze ketens naar orde in de schappen en rijen gegaan en boden ze ook A-merken (zij het beperkt). Met de komst van zelfscankassa’s verdween zelfs het bekende praatje met de kassière.

Het doen boodschappen is continu aan veranderingen onderhevig. En het is grappig te constateren dat ze ook een beetje teruggrijpen op de ‘oude bezorgdiensten’ van de kruidenier.