Zinkgat

Plotseling was het er. Keurig afgeschermd met een rood-wit gekleurd hekwerk, een zinkgat in de verkeersdrempel op de T-splitsing van mijn straat. Ik merk het tijdig op en kan het obstakel ontwijken. Uit voorzorg parkeer ik mijn auto op een andere plek. Ik wil niet dat anderen met een uitwijkmanoeuvre mijn auto schampen die meestal in de buurt van de splitsing staat geparkeerd.

Verkeersdrempel

Een tijdje gelegen hebben ze alle verkeersdrempels in de wijk opnieuw aangelegd en deze zal te weinig zand hebben gekregen, veronderstel ik.

Maar die drempels zijn een terugkerend probleem. Ik begrijp waarom ze er liggen, je wilt in de woonwijk niet dat automobilisten als gekken rondscheuren. Maar de helling, de verhoging waaronder de drempels geplaatst zijn, deugt niet, want zelfs als je met dertig kilometer of nog langzamer zo’n heuvel probeert te nemen, hoor je een snerpend geluid. Vermoedelijk schuurt de carrosserie over de witte rand met alle gevolgen van dien. Ervaring leert dat je – als er geen tegenliggers zijn – de drempels schuin moet benaderen dan heb je geen probleem en blijft de onderkant van je auto gespaard.

Maar nu dus een zinkgat van zo’n een meter breed. Vanochtend was er nog niks aan de hand, nu kijk je naar weggezakte klinkers.

De volgende dag zijn twee in oranje kleding gehulde straatwerkers bezig het gat te dichten en de straatklinkers opnieuw te leggen. Ik groet ze vriendelijk: ‘Goed bezig, mannen.’ Ze kijken nauwelijks op van hun werkzaamheden.

Op de fiets

Een aantal maanden later wil ik ’s avonds naar de bioscoop. Ik stap op de fiets en met een grote snelheid – ik ben te laat – neem ik de bocht op de verkeersdrempel. Ik voel een enorme schok in mijn stuur, ik raak iets en kan nog net overeind blijven. Wat was dat? Als ik geschrokken afstap en me omdraai, zie ik dat twee stenen in de verkeersdrempel zijn weggezakt. Ik controleer mijn voorwiel, mijn band is nog in tact, en er zit geen knik in mijn voorwiel. Ik heb heel veel geluk gehad. Met een verhoogde hartslag stap ik weer op de fiets om nog de film te halen.

Tijdens de film is het echter flink gaan regenen. Bij thuiskomst zie ik dat er inmiddels meerdere stenen in het natte gele zand zijn verdwenen. Wat te doen? Bij de gemeente zullen ze nu niet opnemen, dan maar de oranje pion gepakt die in onze gemeenschappelijke kelder staat, achtergebleven na bepaalde werkzaamheden. Ik plaats hem in de buurt van de nieuwe verzakking om verkeerdeelnemers te waarschuwen.

De volgende dag staat het hekwerk weer opgesteld en nog een dag later is de verkeersdrempel opnieuw gerepareerd.

Regenbui

Dit voorjaar is het een lange periode vrij droog. Uiteindelijk komt de langverwachte regenbui. Als ik ’s ochtendvroeg naar mijn werk ga, zie ik het. Een klinker heeft zich neerwaarts verplaatst. Voor de derde keer is het raak, het begin van een zinkgat. Opnieuw is de verkeersdrempel afgezet met hekken en linten, de auto die erop geparkeerd staat, is helemaal ingesloten. Ik hoop dat de gemeente nu het probleem grondig zal gaan oplossen en kijken wat die ondergrondse erosie steeds veroorzaakt. Misschien moet er meer zand gestort worden of is er iets niet goed met de afwatering.

Inmiddels is het zinkgat weer dicht. Maar oeps, na een flinke regenbui is er alweer een rijtje klinkers naar beneden gezakt. Ik vraag me af hoelang dit door blijft gaan. Het is best wel een luguber idee. Het zal maar een aanhoudende voorbode zijn van een enorm zinkgat van enkele meters breed en dat straks een gedeelte van de straat met auto’s en omringende woningen opgeslokt wordt in de grond. Of neemt mijn verbeelding nu apocalyptische proporties aan?

Geef een reactie