And the Oscar goes to…

Voor de filmliefhebber was het afgelopen nacht smullen, de uitreiking van de Amerikaanse filmprijzen: de Oscars. Je moet wel een nachtbraker zijn om de ceremonie mee te maken. Ik heb mijn nachtrust er niet voor opgegeven. Wel kan ik verklappen wie er met de meeste gouden beeldjes vandoor is gegaan.

Topfavoriet is The Power of the Dog met twaalf nominaties, maar die worden zoals dat wel vaker gaat niet allemaal binnengesleept. Alleen de regisseur van de film, Jane Campion, krijgt de Oscar voor beste regie. Dune haalt terecht de meeste beeldjes binnen: voor beste muziek, beste geluid, montage, production design, visuele effecten en camerawerk. De film van regisseur Denis Villeneuve was genomineerd in tien categorieën.

De hoofdprijs, de Oscar voor beste film gaat naar Coda. Over een horend meisje van twee dove ouders die de muziek in wil. https://youtu.be/0pmfrE1YL4I Handicaps doen het altijd goed bij de juryleden van de Academy. Deze film van de Apple streamingsdienst heb ik dus nog niet in de bioscoop kunnen zien.

De avond staat qua kleding terecht in het teken van de Oekraïense kleuren. Er is ook nog een heuse rel tijdens de live-show in Los Angeles. Will Smith die later de Oscar voor de beste acteur zal winnen, loopt het podium op als Chris Rock een grapje maakt over zijn vrouw. Hij slaat hem hard in zijn gezicht. Eerst denkt iedereen dat het een act is.

De eerste Academy Awards werden uitgereikt op 16 mei 1929, tijdens een privébrunch in het Hollywood Roosevelt Hotel. Na de uitreiking werd een viering gehouden in het Mayfair Hotel. In zoverre is er weinig veranderd alleen dat het spektakel steeds groter is geworden. Met name het gedeelte op de rode loper dat inmiddels meer een catwalk voor de grote modemerken is.

De Academy Award bestaat uit een gouden beeld van 34,3 centimeter hoog. Het beeldje weegt 3,8 kilo en stelt een naakte ridder voor die, gewapend met een zwaard, de wacht houdt op een filmrol, met vijf spaken. De vijf spaken vertegenwoordigen de beroepen van mensen die deze prijs kunnen winnen: acteurs, schrijvers, producers, technici en regisseurs.

De huidige regeling stelt dat een film in het kalenderjaar voorafgaand aan de uitreikingsceremonie in première moet zijn gegaan om in aanmerking te kunnen komen voor een Oscar. Alleen voor de categorie ‘beste buitenlandse film’ geldt een uitzondering. Twee maanden voor de uitreiking worden de nominaties bekendgemaakt en kunnen de bioscopen in Nederland hun programmering erop aanpassen. Uit de genomineerde films worden de winnaars gekozen door ongeveer zes duizend leden van The Academy of Motion Picture Arts and Sciences (AMPAS).

Soms heeft de ceremonie ook een Nederlands tintje. Dit jaar lukte het niet om met Do not hesitate genomineerd te raken voor beste buitenlandse film. Maar in het verleden is dat wel gelukt en dat maakt zo’n uitreiking extra spannend. Ik weet nog dat in 1986 De Aanslag van Fons Rademakers de prijs won. https://youtu.be/ah1gDclO14U Een verfilming van het geprezen boek van Harry Mulisch, met voor mij nog een mooie bijkomstigheid dat in deze film mijn hoogleraar Okke Jager, een kleine bijrol vervulde als predikant. Het boek maakte al indruk op me, omdat voor het eerst in de literatuur een manifestatie een rol speelde – de protesten tegen kernwapens – die in mijn tijd speelden.

Er zijn negen Nederlanders die ooit een Oscar hebben gewonnen. Vaak ging het daarbij niet om een speelfilm, maar om documentaire (Glas van Bert Haanstra) of een animatiefilm (Father and daughter Michael Dudok de Wit), omdat we daar sterk in zijn. #oscars

Televisie als spiegel

De laatste weken is er veel aandacht op tv voor het zeventigjarig bestaan van de Nederlandse televisie. Veel oude, nostalgische fragmenten komen voorbij. Mensen vertellen waarom beelden indruk hebben gemaakt, of welke herinnering ze erbij hebben. Hier mijn bijdrage. Televisie heeft altijd een magische aantrekkingskracht op mij gehad. Als klein jongetje lig ik bij de buren over de heg naar dat bewegende beeld te kijken. Thuis hebben we eerst geen tv, de grote toppers als ‘Swiebertje’ en ‘Zeskamp’ kijken we op zaterdagavond bij familie of mijn oma. In 1970 krijgen we onze eigen zwart-wit televisie. Kunnen we eindelijk ‘Een van de acht’ thuis kijken.

Televisie brengt de wereld dichterbij, de wereld is er kleiner door geworden. Anekdotisch is het feit dat mijn moeder die niet zo tv-minded is, want er verschijnt veel bloot en kattengejank op de buis, in haar laatste jaren veel naar het medium heeft gekeken. Als je haar ’s avonds belt hoe het met haar gaat, moet ik wel het nieuws van die dag hebben gevolgd anders weet ik niet waar ze het over heeft. Ze constateert dat het einde der tijden niet lang meer kan duren, want ‘kijk maar eens naar al die berichten over oorlogen, aardbevingen en overstromingen.’ Ik probeer dat idee wat af te vlakken door haar te zeggen dat je door de moderne media nu meteen op de hoogte bent van alles wat er op de wereld gebeurt en dat ze vroeger altijd druk bezig was en geen idee had wat er verder nog speelde, maar dat natuurrampen en oorlogsgeweld ook toen aan de orde van de dag waren. Ze blijft echter bij haar mening.

De wereld komt wel heel erg dichtbij op het moment dat je eigen dorp drie wekenlang het wereldnieuws bepaald, ten tijde van het gijzelingsdrama van de school in Bovensmilde. Dat is toch wel een heel erg bijzondere ervaring. Zeker als je jezelf dan ook nog door het beeld ziet lopen.

Het docudrama ‘Hoera een homo!?’ heeft erg veel indruk op me gemaakt. Ik weet nog dat de driedelige serie in oktober 1978 door de IKON werd uitgezonden. Ik denk: hé maar dat gaat over mij, ik kan nu benoemen wat er met mij aan de hand is. De serie gaat over een homoseksuele onderwijzer in een plattelandsgemeente. Hij werkt met een voorlopige aanstelling aan een christelijke basisschool. Tijdens een ouderavond wordt gediscussieerd over de vraag of hij mag blijven, nadat het dorp in opstand is gekomen omdat hij met zijn vriend heeft gedanst op het feest van de sportvereniging. Alle denkbare argumenten en veel gehoorde vooroordelen tegen homoseksualiteit worden door de ouders te berde gebracht. De cast bestaat uit amateurs, zo brengt de regisseur meer authenticiteit in het verhaal, want de acteurs zijn zelf ervaringsdeskundigen. De serie snijdt een gevoelig onderwerp aan; homo’s zijn anno 1978 verre van geaccepteerd en worden veelal gezien als slachtoffer en zielige mensen.

Bij het kijken naar het programma krijg ik het warm. Geboeid volg ik de discussie. Dit ben ik en het geeft me geen goed gevoel. Het loopt slecht met je af als je zo bent! Ik zit met rode oortjes te kijken. Voor het eerst iets over homoseksualiteit op de televisie waarbij het niet om de stereotypetjes als Albert Mol in ‘Wie van de drie’ gaat. Het geboeid kijken wordt ruw onderbroken door mijn moeder die net klaar is met de afwas. Ze reageert fel en zegt dat er een knop op de televisie zit, waarbij ze de daad bij het woord voegt en resoluut de televisie uit zet. Ze hoeft deze smerigheid niet te zien!

Ik hoop dat ik het vervolg van de serie de volgende week wel zal kunnen zien. Mijn herinnering laat me in de steek of dat ook gelukt is.

Via de serie ‘Hoera, een homo!?’ biedt televisie mij een referentiekader. Ik kan mij spiegelen aan anderen die ook zó zijn. Dit is een serie voor mij gemaakt, die me optilt en verbindt met iets wat er altijd is geweest en waar ik bij hoor. Als je in de provincie verder geen homo’s tegenkomt (voor mijn idee) is dat een begin.

De IKON doet wel meer baanbrekend werk in die jaren door allerlei taboes bespreekbaar te maken. Televisie niet alleen als ontspanning en amusement maar ook als breekijzer om discussie op te wekken. Als vinger aan de pols. Zo is televisie een medium dat diep indringt in en invloed uitoefent op wat mensen zelf denken, voelen en geloven.

Reünie

Hoe dingen snel kunnen veranderen. Een jaar geleden had ik een reünie van oude makkers. Een weerzien met omhelzingen en elkaar aanraken. Dicht op elkaar gepropt in een volle kroeg. Nu sta ik wat dat betreft al maanden droog en lijd ik aan een zekere vorm van huidhonger.

Het was een meeting met vrienden waarmee ik minimaal tien jaar lang elk weekend uitging. De concrete aanleiding was dat iemand zijn veertigste verjaardag samen wilde vieren. Bij binnenkomst van onze stamkroeg bleek het interieur nauwelijks veranderd. Inmiddels was het hoekje met de ronde tafel waar we vaak te vinden waren, een rookhok geworden. Opmerkelijk een deel van de barmensen werkt er nog steeds.

Het is goed om elkaar weer te zien. Soms is iemand geen spat veranderd, anderen zijn grijs geworden, hebben een buikje gekregen of hebben een leesbril nodig omdat ze anders de kleine lettertjes op hun mobiel niet meer kunnen ontcijferen. Anderen zijn er juist beter uit gaan zien dan ooit. Wat hebben ze ontdekt dat ik niet weet of waarom zijn ze plotseling wel in een krachthonk te vinden of lopen ze nu ineens de marathon in drie uur?

Wat is de reden dat je in de tussentijd het contact bent verloren? Het samen bier drinken in de kroeg is uiteengevallen omdat er eentje ging verhuizen, een andere volgde, er ging er eentje trouwen, en nog een. Snel volgden er kinderen die het onmogelijk maakten om elke avond uit te gaan. Compleet andere levensritmes. Op zondagochtend kan je niet meer brak in je bed liggen, want de kinderen zijn onwijs vroeg wakker en staan aan je hoofd te jengelen.

Tijdens de reünie ben je binnen no time dertig jaar terug in de tijd en blijkt dat de onderlinge verhoudingen niet veranderd zijn. Je ziet het geijkte rollenpatroon. Wat dat betreft is het bij een reünie net zoals bij een bezoek aan je ouders, je kunt je meteen weer kind voelen. Er is weinig veranderd. Ja, iemand is noodgedwongen geheelonthouder geworden. Als hij twee jaar geleden niet cold turkey was afgekickt was hij er misschien niet méér geweest. Dapper dat hij het aandurft om het onvermijdelijke drinkgelag met een colaatje te weerstaan. Petje af.

Het duurt niet lang of oude adresjes worden gebeld voor een lijntje wit. Mensen verdwijnen iets langer in het toilet. Beginnen te stotteren of worden ouderwets aanhankelijk. Oude tijden herleven. Vertrouwde verhalen worden van stal gehaald. Als iemand begint te vragen: wat was de beste seks die je ooit gehad hebt? Dan weet je hoe laat het is. Een onvermijdelijk vragenrondje volgt. Iedereen moet met de billen bloot. Je kan er natuurlijk een draai aan geven wanneer je geen zin hebt in persoonlijke ontboezemingen. Maar dan nog! Je weet ook waar de groep – in ieder geval de diehards – zal eindigen. Bij de buren voor een vet broodje shoarma met heel veel knoflook. Er is niks veranderd.

Jammer dat ik in de achterliggende jaren heb ontdekt dat alcohol en ik geen vrienden zijn. Ik kan er steeds minder tegen, of laat ik het zo zeggen, de naweeën zijn erger dan vroeger. Kon je toen nog drie avonden aaneen doorgaan, nu ben je de rest van het weekend maximaal brak. Je gaat al met koppijn naar bed en ook de volgende dag blijf je je beroerd voelen. Dus voordat we bij de buren belanden heb ik afscheid genomen. Wellicht heb ik daarbij de onvermijdelijke afsluiter moeten missen: dit moeten we weer vaker doen!

Dinge dong

Het is zaterdagavond 22 maart 1975. Een vriend van mij is jarig en geeft een feestje. Ik baal eigenlijk van zijn uitnodiging, want het is de avond van de ‘Grand Prix Eurovision de la Chanson’ in Stockholm en ik wil dat graag zien. Ik ben een ongelooflijke fan en geobsedeerd door alle spelen waar je punten mee kunt scoren. ‘Zeskamp’ en ‘Spel Zonder Grenzen’ vind ik daarom ook geweldig. Maar ik kan het gewoon niet maken om met een smoesje af te zeggen.

We vermaken ons die avond kostelijk en spelen allerlei spelletjes. Maar in mijn gedachten zit ik bij Dinge dong.

Teach-In heeft de nationale finale gewonnen. Nederland hanteerde ditmaal een andere selectiemethode. Er deden drie liedjes mee: ‘Ik heb geen geld voor de trein’, ‘Circus’ en ‘Dinge-dong’. De presentatie was in handen van Willem Duys. De deelnemende artiesten waren Albert West, Debbie en de populaire Enschedese band Teach-In. Eerst koos men het liedje en met overmacht won het aanstekelijke ‘Dinge-dong’. Daarna werd beslist welke artiest dit nummer het beste kon vertolken. Omdat het hun eigen song was lag Teach-In mijlenver voor en zij wonnen met glans de selectie. Hun vaas was aan het einde van de stemming met de meeste rode rozen gevuld.

Vanavond vertegenwoordigt Teach-In in Stockholm ons land met een Engelse uitvoering van hun lied.

De spelletjes die we op het verjaardagsfeestje spelen komen allemaal uit de koker van mijn moeder. Ze komt uit een groot gezin en daar werd vaak gekkigheid uitgehaald met nieuwe vrijers die daar over de vloer kwamen. Als je verkering kreeg met een van de ‘wichies’ van Lammert Koops dan was je ongetwijfeld op een avond aan de beurt.

Zo kan ik uit een arsenaal aan spelletjes putten en het is de periode dat ik naar een andere middelbare school ga dus er zijn genoeg vriendjes die de grappen en grollen nog niet kennen. Jammer is dat je drieënveertig jaar na dato de meeste spelletjes vergeten bent. Een paar weet ik nog: iemand moet op de gang wachten terwijl de voorbereidingen worden getroffen voor het ‘spiegelspel’ Je moet als kandidaat precies de bewegingen nadoen die degene voor je maakt. Met dit verschil dat onder jouw kopje roet zit waar jij tot groot vermaak van de omstanders je hele gezicht mee insmeert. Of je krijgt een dubbeltje op je voorhoofd geplakt dat je los moet schudden. Voordat je een poging mag wagen moet je eerst een vraag beantwoorden en in die puberjaren is dat natuurlijk of je al een vriendinnetje hebt en dergelijke onzin. De grap is dat het dubbeltje zo stevig in je voorhoofd is gedrukt – maar ook tegelijk verwijderd is – dat het voelt alsof er wel degelijk een muntstuk op zit. En jij maar gênante vragen beantwoorden en schudden tot groot leedvermaak. Nou, zo is er een scala aan spelletjes.

Die zaterdagavond probeer ik snel naar huis te fietsen. Op de boerderij is het aardedonker, iedereen slaapt al want ze moeten immers vroeg op om de koeien te melken. Ik sluip op kousenvoeten naar de televisie waar de puntentelling in volle gang is. En o, wat is het spannend! Nederland heeft als eerste opgetreden en moet ook als eerste de punten geven. Ik val halverwege de jurering in. Het is het eerste jaar met de nieuwe puntentelling waarin de legendarische ‘douze points’ kunnen worden gegeven aan het beste liedje volgens de vakjury. Nederland gaat niet slecht maar heeft concurrentie van The Shadows uit Groot-Brittannië. De greenroom- de plek waar de deelnemers wachten- is een groot rookhol! Het tempo van het geven van de punten is traag als snot en het Engels van de Zweedse presentatie belabberd. Op de valreep begint Teach-In aan een inhaalrace. Aan de lopende band vallen steeds 10 of 12 punten onze kant op. Uiteindelijk maakt het niet meer uit dat het laatste land Italië ons geen enkel punt geeft. De overwinning is binnen. De componisten Will Luikinga en Eddy Ouwens mogen hun ronde medaille in ontvangst nemen en zangeres Getty Kaspers krijgt een bos bloemen. Wat ben ik blij! Ik maak een vreugdedansje door de kamer en kan toch nog het optreden van de winnaar zien. ‘Is het lang geleden… dat mijn hartje riep ding dinge dong. Tikketak al die nachten, bleef ik op je wachten. Tikketikketak en toen bim bam bom. De tijd was om.’ Compleet met het stuk slaan van een kerstbal aan het einde van het liedje.

Wel erg jammer dat juist de laatste keer dat we het songfestival hebben gewonnen ik de uitzending niet in volle glorie heb kunnen meemaken, maar dat heb ik later met een review op internet ruimschoots goed gemaakt.

Als het zo is

Kay Greidanus (1991) en Steef de Bot (1991) studeerden in de zomer van 2013 samen af aan de Toneelschool in Maastricht. Ze zijn succesvol als acteurs (Riphagen, Bloedverwanten, Petticoat en Brussel) maar vinden het interessant om ook eens aan de andere kant van de camera te staan. Ze gaan samen produceren en regisseren.

Het idee voor ‘Als het zo is’ is ontstaan tijdens een road trip die de hartsvrienden maken in Amerika. Noodgedwongen stonden de jongens stil bij de breekbaarheid van het leven en de waarde van hun vriendschap. Ze raken de weg kwijt tijdens een wandeling en hebben 16 uur zonder eten en drinken gelopen. Pas achteraf beseffen ze hoe gevaarlijk het eigenlijk is en hoe erg het zou zijn om elkaar te verliezen in zo’n situatie. Ze denken na over wat ze op elkaars begrafenis zouden zeggen. Uit de speeches is de film ontstaan.

Vriendschap is een belangrijk thema in de film, naast de dood en afscheid nemen. Het is een drama, maar er wordt ook gelachen. Ze spelen de rollen natuurlijk zelf. De korte fictiefilm begint op de dag van de begrafenis van Freek (Steef). Sam (Kay) staat voor de spiegel. Terwijl hij het jasje van zijn zwarte pak goed doet, denkt hij terug aan de laatste maanden die hij samen met zijn vriend heeft doorgebracht. Sam herinnert zich hoe ze afscheid namen door het leven, op geheel eigen wijze te vieren. 

‘Als het zo is’ is het verhaal over het onherroepelijke einde van een hechte vriendschap. Over een laatste wil op een verkreukeld papier (om op de begrafenis te zingen), racen met een rolstoel op het strand. Over die dronken avond zonder flesopener en over hoe een wollen trui en kaplaarzen in de blubber de sfeer kunnen bepalen.

De beide regisseurs zijn nieuwsgierig wat er na de dood gebeurt. Steef zegt in de film dat hij graag boven het strand zou willen blijven zweven. Daarom eindigt de film ook met een zwevend shot boven de kust. ‘Hoe mooi zou het zijn als je kon kiezen op welke plek je bleef hangen?’, zegt de jonge filmmaker.

Nadenken over de dood is geen dagelijkse bezigheid. En zeker jongeren schuiven het vaak ver voor zich uit. Toch kan het leven dingen met je doen waardoor je gedwongen wordt na te denken over de dood en je laatste wensen.