Het voordeel van elke dag een wandeling maken is dat je je eigen buurt beter leert kennen. Door hooikoorts het bos uitgedreven loop ik letterlijk een blokje om. Er zijn verbazingwekkend veel containers in het straatbeeld. Mensen die hun huis opruimen of volledig strippen voor een verbouwing. Veel kinderspelen, het aloude hinkelen op de straatstenen uitgetekend of andere kleurrijke kinderkunst van stoepkrijt. Anderen zijn volop met de tuinaanleg bezig, waarbij sommigen – wellicht uit praktisch oogpunt – kiezen om de gehele voortuin te betegelen met grote saaie grijze betontegels. Onderhoudsvriendelijk maar niet goed voor de waterafvoer. En zeker geen lust voor het oog. Ook de reclame in de bushokjes valt op: die is vervangen door een Hollandse kitschposter.
Je verzint voor jezelf een uitdaging: als ik nu nog een blok doorloop waar kom ik dan uit? Als ik parallel aan de route terug wil, maar niet weer dezelfde straat wil nemen, hoe moet ik dan lopen? Je ontdekt geschutte paadjes achter de huizen, onverwachte speeltuintjes. Je ondergaat de schoonheid van de Oude Haven. Zelfs industrieterreinen kunnen hun bekoring hebben. Slootjes met woonboten. Soms stuit je onverwacht op een begraafplaats en kun je daar even genieten van de rust en het gezang van vogels. Op weg naar ‘s-Graveland is een boer net zijn weiland aan het gieren. Niet bepaald mijn idee van een frisse neus halen. Zo is elke dag weer een ontdekkingstocht.
Het in de gaten houden van de medewandelaars is een sport geworden. Een fietser die langs me raast, scheldt me de huid vol. Of ik niet uit kan kijken, krijg ik naar mijn hoofd geslingerd met wat aangeplakte verwensingen en private lichaamsdelen! Ik heb hem niet horen aankomen door mijn oordoppen en ik schrik me een hoedje. De mevrouw die achter me loopt, haalt haar schouders op. ‘Trek het je niet aan.’ Misschien ook wel de beste reactie.
Dat zijn dan je sociale contacten tijdens zo’n wandeling. Je moet het hebben van de blik van de jogger, die even glimlacht als je hem de ruimte geeft om in zijn eigen tempo te blijven lopen.
Overmorgen gaat mijn zwembad weer open. De laatste week was er al druk appverkeer. ‘Zie ik je dan weer?’ Nou, ik wacht het nog even af. Welke regels gaan ze hanteren? En wanneer is eventueel de beste tijd? Probleem is dat ze liever niet hebben dat je de toiletten gebruikt, terwijl ik juist zeker weet dat na een kilometer zwemmen de nood hoog is. Om dat dan nog twintig minuten op te houden voordat ik weer thuis ben, gaat een uitdaging worden.
Ook bij mijn favoriete filmtheater zal ik niet de eerste zijn die een van de vijfentwintig beschikbare stoelen wil bemachtigen. Hoe erg ik het naar de film gaan ook mis. Wel heb ik ze een idee aan de hand gedaan hoe ze de zalen coronaproof kunnen inrichten. Tijdens mijn vakantie in Finland kwam ik in een filmzaal met fauteuils en tafeltjes terecht die inderdaad de mogelijkheid bieden om afstand te houden en ook een veilige looproute te creëren.
Nee, ik loop bij dat ‘nieuwe normaal’ niet voorop. Ik laat mijn krullen nog lekker even wild groeien en zie wel hoe de versoepeling van de regels zich ontwikkelt. De hooikoorts is over zijn hoogtepunt heen dus ik waag me op zonnige dagen weer in bos en heide, zo kan ik mijn coronakilootjes in bedwang houden.