Avondrood

In Lissabon heb je op verschillende plekken in de stad de miradouro’s, dat zijn uitzichtpunten over de prachtige Portugese stad. Ik logeer in Bairo Alto, een levendige volksbuurt met nauwe straatjes. Ik kan bijna de was van de overbuurvrouw van de lijn halen. Vanavond wil ik een zonsondergang in de Taag meemaken. Op alles voorbereid heb ik kleine snacks gekocht en vul ik een waterfles met rosé. Bij mij achter ligt het miradouro Santa Catarina, een fantastische locatie die uitkijkt over de rivier. Het is even klimmen maar ik heb het klamme zweet op mijn rug er graag voor over. Nu pas valt me de kleurrijke graffiti op. Ik neem foto’s van de straattekeningen en ben erg verbaasd dat ik dit niet eerder gezien heb. Er is zelfs een artiest live aan het spuiten. Onverstoord gaat hij verder. Op het pleintje is het gezellig druk, veel jongeren zitten op de granieten blokken. Afrikanen zijn met een diabolo aan het jongleren. Ik vind een hoog plekje op het graniet zodat ik het parkje kan overzien. Ik heb de laatste roman van D. Hooijer meegenomen. Maar van echt lezen komt het niet. Het is leuker om mensen te observeren en een beetje lekker te luieren. Er klinken Afrikaanse klanken, de sfeer is multicultureel. Zo’n 12% van de inwoners van Lissabon heeft een koloniale achtergrond en dus roots in Azië, Afrika of Zuid-Amerika. Het waait een beetje en het is bewolkt. Ik weet niet of er wel een spectaculaire zonsondergang gaat komen. Af en toe neem ik een slok uit de waterfles. De vele verliefde stelletjes drukken me ongenadig met de neus op de feiten dat ik in m’n eentje op reis bent. Het is een bewuste keuze, waar ik absoluut geen spijt van heb. Maar zou ik deze reis ook samen met iemand kunnen doen? Ik ben inmiddels een behoorlijke eenpitter geworden. Even niet aan denken en genieten van de relaxte sfeer. Ik haal mijn notitieboekje uit de rugzak en beschrijf m’n observaties. Een wietlucht waait mijn kant op. Een Afrikaan vraagt of ik rollingpaper heb. Het wordt steeds drukker op de blokken om me heen. Een blonde jongen is naast me gaan zitten. Blauwe ogen, een spleetje tussen de voortanden, een Obey baseballcap, schakelketting en glimmende oorknopjes. Hij is met twee vriendinnen. Later voegt een vriend met dreadlocks zich bij hen. Hij heeft een beatboxje meegenomen. Obey rapt in zoet Portugees. Ik luister of ik er iets van begrijp. Verder dan ‘problema’ kom ik niet. Zijn handen bewegen op de rap, hij schuift zijn cap naar voren en draait hem toch weer met de klep naar achter. Het is een erg grappige scene. Uiteindelijk legt een van de meisjes contact. ‘Wat ben je aan het schrijven?’ ‘De dingen die ik deze dag heb meegemaakt.’ ‘Mooi’, zegt ze. Obey kijkt me indringend aan. Hij trakteert me op een freestyle. Hij beweegt soepel met zijn heupen. Het meisje zegt ‘travesso’ en laat me het woord twee keer met een lange e herhalen. Ze wijst op de rappende freestyler. Hij lacht naar me. Later zoek ik op mijn mobiel naar de vertaling. Het betekent ‘guitig, stout of ondeugend’. Ja, dat is hij zeker. Ik ben bijna vergeten dat ik hier kom voor de zonsondergang. Het blijft bewolkt. De zon zal niet echt mooi in de Taag verdwijnen. Obey staat op en loopt met zijn vrienden weg. Hij trekt zijn slobberjeans op en schenkt me een laatste vette glimlach. De zon is onder, de horizon kleurt nog rood. Recht tegenover mij strekt de stenen Jezus zijn verlichte armen uit. Er ligt een driemaster in de haven, de lampjes in de zeilen verhogen de sfeer. Santa Catarina is een verademing, een rustpunt in de stad. Ik moet me echt lostrekken van het graniet om in mijn leenappartement het laatste restje spaghetti op te warmen in de magnetron. Ik heb trek gekregen.

 

Geef een reactie