De perfecte tourfoto

Zondag 29 juli, rit 21

De strijd is gestreden. De afgelopen drie weken zijn we overladen met mooie beelden van het Franse landschap die allemaal zo op een ansichtkaart kunnen. Daar tussendoor rijden honderden wielrenners zich in het zweet om een gele trui, of eentje van een andere kleur, naar gelang de capaciteit en wensen, te bemachtigen. En de winnaar is Geraint Thomas. Een welverdiende overwinning van de Welshman. Hij mag zo de fles champagne voor zijn Skyploeg ontkurken. Een prachtig fotomoment.

Toch kijkt Volkskrantfotograaf Klaas Jan van der Weij met een andere blik. ‘Je moet oog hebben voor het moment. Je maakt lange dagen. Ik volg de ritten in mijn eigen auto en dan moet je kiezen wat je elke dag wilt schieten. Ehm… dus waar ga je staan, je kunt niet overal tegelijk zijn,’ zegt de fotograaf terwijl hij op de Champs-Elysées naar een geschikte plek zoekt. Hij wil niet de geijkte foto’s waar iedere sportkrant meekomt. Hij is trots op de foto van het handje van Sagan die hij in de eerste week maakte. ‘Het is een intiem beeld van een grootse Peter Sagan, die winnaar Fernando Gaviria vlak na de finish van de vierde etappe feliciteert. Sagan is gewoon zo leuk, die zit zo goed in zijn vel. Of hij nou wint of verliest, hij neemt het allebei even lief. Het is voor hem ook geen enkel probleem om Gaviria even te feliciteren. Van tevoren had ik bedacht waar iets zo kunnen gebeuren. Aan de finish komen ze langs de trap vanwaar we onze foto’s kunnen schieten. Er zijn drie plekken bovenaan, ik zorg dat ik er vroeg ben zodat ik boven sta. Dan kun je nog draaien. Jongens die een tree lager staan kunnen dat niet, want die kijken in onze buik. En ik stond met twee collega’s, we hadden van tevoren afgesproken dat we allemaal dezelfde kant op zouden draaien. En dan is het pam. Je moet het direct zien, erop richten en scherp hebben, dat handje van Sagan. Ja, dan is mijn dag wel geslaagd.’

In de buurt van de Arc de Triomph heeft Klaas Jan een uitstekende plek gevonden. Hier komen de renners achtmaal voorbij. Na al die jaren wordt het inmiddels wel iets minder spannend als ze eraan komen, want je weet hoe het allemaal gaat. Maar een licht verhoogde hartslag is er toch wel omdat je op dat moment niet denkt aan de 24 keer dat je hier al geweest bent, maar dat je een goede foto wilt maken.’

In de Alpen en de Pyreneeën heeft Van der Weij zich helemaal uit kunnen leven. ‘Het leuke aan bergetappes is dat je heel erg mooi in de natuur kunt fotograferen. Het landschap is sowieso heel erg belangrijk in mijn foto’s. Ik vind wielrennen echt een sport in de natuur, strijden tegen de elementen. Je bent erg afhankelijk van toeval omdat je nooit weet wat er precies gaat gebeuren. Het is altijd zo, zeker in de Tour, dat mensen op het allerlaatste moment gaan oversteken. Cameramensen voor je neus gaan staan, motoren stoppen. Dan slaat ineens in een fractie van een seconde alles om. Maar geen paniek en blijven kijken hè. Je moet geconcentreerd op de renners blijven en je moment kiezen… Ik vermoord ze wel achteraf, maar soms zijn dat soort sujetten een ongewilde mooie toevoeging aan mijn compositie. De onverwachte momenten kunnen naderhand goed uitpakken, terwijl je op voorhand denkt dat het verschrikkelijk wordt. Zoals Geraint Thomas die achter Tom Dumoulin aanrijdt in de bergen, de toeschouwer in het midden zorgt voor een mooi evenwicht.’

Van der Weij checkt zijn apparatuur. ‘Het gaat er niet om origineel te zijn. Je moet je ding doen, zoals je dat altijd wilt doen. Je manier van kijken, hoe je iets in beeld wilt brengen dat is het belangrijkste. Je ziet het, de betere plek geeft de meeste chaos, maar dat kan zich achteraf wel uitbetalen. Je moet snel bepalen wat je wilt maken, je krijgt geen tweede kans, ze zijn in een flits voorbij. Het mooie van de wielersport is dat je zo dichtbij kunt komen. Dat kan unieke beelden opleveren, die een mooi verhaal vertellen.’ Van der Weij staat op z’n plekkie, van hem mag de magische eindsprint beginnen, het heeft lang genoeg geduurd… #TDF2018

 

 

 

 

 

Geef een reactie