Galway girl

In de zomer van 1994 ontdek ik Ierland. Mijn associatie met dat eiland is dat het er altijd regent en dat de mensen er somber zijn en wel een borreltje lusten. Ja, het regent er veel, vandaar dat het landschap ook zo prachtig groen is in veel schakeringen. En met een Ierse whiskey is niks mis merk ik al snel. Ik vlieg naar Dublin, mijn allereerste vliegreis. Ik ben een beetje zenuwachtig hoe zal dat zijn. Vanwege mijn lengte krijg ik een stoel naast de nooduitgang, wat qua beenruimte wel erg handig is, maar de tekst op de deur met de instructie wat te doen in geval van een emergency stelt me niet bepaald gerust. Dus het is mijn verantwoordelijkheid om de deur te openen als het mis gaat. Lukt me dat wel? Ik schuifel onrustig in mijn stoel en lees meerdere malen hoe te handelen. Ook volg ik nauwgezet de veiligheidsinstructies van de stewardess. Niet veel mensen aan boord letten op haar, sommigen vinden het zelfs een beetje lachwekkend, maar voor mij is haar uitleg van levensbelang.

Zorgen om niks blijkt, de vlucht verloopt voorspoedig.

Stephens Green, het park in het centrum van Dublin is een verademing, het is een soort van thuiskomen. Ik voel verwantschap met de Ieren, en dat is niet alleen vanwege het rode haar en de blanke huid met sproeten. Ik heb gemerkt hoe woest aantrekkelijk deze combinatie kan zijn!

Het plan is om met de bus naar Cork af te zakken en vanaf daar langs de fraaie westkust weer omhoog te reizen. Mijn liefde voor het landschap groeit per kilometer. De ruige kustlijn is imposant, met af en toe een zand- of kiezelstrandje, bergen en groen, veel groen. Ik ben meteen stapelverliefd op dit land. Af en toe huur ik een mountainbike om het landschap ook echt in mijn lijf te voelen en de zulte zeelucht op te snuiven.

Midden in mijn vakantieperiode kom ik laat in de middag na een lange busreis aan in Galway, een studentenstad. Eerder die dag heb ik de beruchte Cliffs of Moher bezocht en me verbaast over de durf van sommige mensen om het uiterste randje op te zoeken, ik kijk liever toe vanaf een veiliger afstand. Ik check in bij een hostel, er is een bed voor mij op een gemengde dormitory. Het is een grote zaal volgestouwd met stapelbedden, ergens vooraan is mijn slaapplek op -gelukkig- het onderste bed. Met de cliffs nog in mijn achterhoofd zou ik er niet aan moeten denken in mijn slaap van het bovenste bed te kunnen vallen. Terwijl ik mijn rugzak aan het uitpakken ben, merk ik dat er nog iemand op de kamer is. Ze draait een beetje om me heen en spreekt me uiteindelijk aan.

‘Hello, how are you?’

‘I‘m fine, thanks.’ Eigenlijk zit ik niet te wachten op een formeel gesprekje, ik wil graag even languit gaan liggen om een powernapje te doen. Maar het meisje is volhardend en blijft vragen stellen met een raar accent, ze heeft moeite met haar Engels. Ze vraagt waar ik vandaan kom?

‘Dingle.’

‘So you are Irish?’

‘No, sorry. I’m Dutch.’

Haar ogen lichten op. ‘Dus we kunnen gewoon Nederlands praten?’

‘Jazeker.’

‘Waar woon je in Nederland?’

‘Hilversum.’

‘Hé, grappig ik ook.’

Dat is toevallig. Ik denk straks gaat ze me nog zeggen dat ze bij me om de hoek woont. Wat echter niet het geval is.

‘Heb je zin om samen de stad in te gaan?’

‘Ja, dat is goed. Ik lust wel een biertje.’

Ik rangschik nog iets aan mijn bed, schuif de rugzak onder het matras– alsof dat zal helpen tegen diefstal en we gaan de stad in. De dichtheid van kroegen is groot dus we hoeven niet ver te lopen en zetten ons gesprek voort onder het genot van een pint. Zij gaat voor de damesversie half a pint of Guinness. Er is meteen een klik en het gesprek wisselt tussen wat we de afgelopen dagen hebben gedaan en wat we in Hilversum doen. Ook zij is voor de eerste keer in Ierland. Haar zevenjarige relatie is net op de klippen gelopen en het is voor haar een uitdaging om als vrouw alleen op vakantie te gaan. Ze moet echt wennen om alleen te zijn en zelf haar eigen plan te trekken. Ze doet ook een rondje Ierland, maar dan tegen de klok in. Ze heeft dus nuttige tips voor de plaatsen die ik nog wil bezoeken en ik geef haar my best places to go.

Ondanks dat de Guinness geldt als een dubbele boterham, besluiten we een hapje te gaan eten en zoeken een restaurant uit. Tijdens het eten laat ze zich ontvallen dat ze met name naar Ierland is gegaan omdat ze dol is op mannen met rood haar. Ik krijg het een beetje warm als ik die opmerking tot me door laat dringen. Dat zet alles in een ander perspectief. Ik vraag luchtigjes of ze al een leuke redhead heeft ontmoet?

‘Nee, tot op vandaag dan, hè!’

Een zweetdruppel loopt langs mijn voorhoofd en dat is niet alleen omdat het in het overvolle restaurant best warm is. Ik merk dat ze me helemaal ziet zitten en dat het geen toeval kan zijn dat we elkaar hier in Galway tegenkomen. Ik zit met een enorm dilemma. Het is een hartstikke leuke, spontane meid, ik mag haar en geniet van haar gezelschap en het gesprek. Maar het wordt me letterlijk ook een beetje te heet onder de voeten. Ze laat geen gras groeien over haar intensie en blijft het ijzer smeden nu het heet is. Hoe pak ik dat tactisch aan? Doen alsof ik de openlijke avances niet door heb, de avond doorkomen en denken morgen ga ik richting het noorden, maar dat voelt niet goed. Ik moet eerlijk zijn, ik mag haar geen valse hoop geven. Ik moet iets doen om dit enthousiasme te temperen. En ik neem een beslissing, hoe vervelend ik het ook voor haar vind. Tussen neus en lippen door maak ik haar kenbaar dat ik op mannen val.

Ik zie nog die lepel halverwege bord en mond stilhouden. Ik zie haar slikken en hoor haar denken: kut, heb ik dat!? Kom ik een leuke man met rood haar tegen, en dan is ie gay. Even is de sfeer aan tafel verstoord, maar al snel herpakt ze zich gelukkig en haakt ze in op mijn liefdesleven dat op dat moment op een laag pitje staat. Ons gesprek wordt er alleen maar intenser door omdat nu de lucht geklaard is. Het voelt alsof we elkaar al jaren kennen. We gaan door tot de late uurtjes. In de gemeenschappelijke kamer van de hostel nemen we nog een afzakkertje en als iedereen de kamer heeft verlaten is het ook voor ons tijd om naar bed te gaan. Achter elkaar gaan we de trap op en voor de deur van de dormitory geven we elkaar een innige omhelsing. We hebben adressen en telefoonnummers uitgewisseld en afgesproken dat we elkaar zodra we van vakantie terug zijn in Hilversum zullen bellen. Het is het begin van een zeer hechte vriendschap. We openen zelfs een aantal maanden later een gemeenschappelijke bankrekening waarop we elke maand vijfentwintig gulden storten voor onze volgende gemeenschappelijke vakantie naar Ierland.

Geef een reactie