Malariadroom

Zondagochtend, 31 augustus 1997. Ik schrik bezweet wakker en ben er heilig van overtuigd dat er iets vreselijks is gebeurd. Prinses Diana is dood. Maar ik kan het niet geloven en denk dat ik last heb van hallucinaties.

Deze zomer ben ik met een tussenpauze van anderhalve maand zes weken in Indonesië geweest om een documentaireserie voor te bereiden over twee lepra-artsen die daar werkzaam zijn. Ik ben net gisteren teruggekomen van drie weken opnames op Java en Zuid-Sulawesi. Om mezelf te beschermen tegen malaria slik ik preventief al een aantal maanden Lariam. Ik weet dat sommige mensen die het medicijn gebruiken last kunnen krijgen van nare angstdromen. Tot nu toe heb ik geen vervelende bijwerkingen gemerkt, maar ik vrees dat de pillen nu in mijn vermoeide lichaam hebben toegeslagen.

Ik ben verzwakt teruggekeerd uit Indonesië omdat ik door de extreme warmte  – waar ik slecht tegen kan – uitgeput ben geraakt. Tijdens de opnamen in een lepradorp ben ik onwel geworden. Door het overmatig zweten kampte mijn lichaam met een ernstig gebrek aan zout, waardoor ik me zo beroerd voelde. Sinds dat incident heb ik elke ochtend bij het ontbijt thee met een flinke schep zout genomen, waardoor ik de opnamedag zonder problemen door kon komen.

Ik stap waggelig uit bed, wrijf nog eens uitvoerig in mijn ogen en neem een bad. Tijdens het ontbijt gaat de telefoon. Een vriend. ‘Zo, je bent weer terug! Hoe was het?’

Ik reageer wat traag waardoor hij meteen vraagt: ‘Wat is er aan de hand?’

Ik zeg dat ik zojuist wakker ben geworden van een nare droom. Als ik vertel waarover die droom ging, begint hij hard te lachen. ‘Jan, heb je al televisie gekeken of het nieuws gehoord?’

‘Nee, hoezo?’

‘Nou, dat zou ik maar eens doen, dat kan je snel uit je boze droom helpen?’

Ik begrijp niet direct wat hij bedoeld maar plichtmatig sta ik op om de afstandsbediening te zoeken en de televisie aan te zetten. Ik val midden in een nieuwsbulletin waarin vermeld wordt dat prinses Diana, de voormalige echtgenote van de Britse kroonprins Charles samen met haar nieuwe vriend Dodi Al-Fayed om het leven is gekomen bij een auto-ongeluk in Parijs.

Dus toch, het is echt gebeurd! Het is geen nare malariadroom. Aan de ene kant haal ik opgelucht adem, maar aan de andere kant slaat het verschrikkelijke nieuws in als een bom. Ik zeg tegen de vriend dat ik hem later die dag terug zal bellen en dat ik dit even op me moet laten inwerken. Hij belooft over een paar uurtjes bij me langs te komen.

Wezenloos staar ik naar de tv. Ik begrijp dat de chauffeur van de auto waarin Di en Dodi zaten met hoge snelheid tegen een betonnen pilaar in een tunnel is gereden, dat de chauffeur en Al-Fayed op slag dood waren en dat Franse hulpverleners alle moeite hebben ondernomen om het leven van de prinses te redden, maar daarin niet geslaagd zijn. Paparazzi-fotograven wordt verweten schuld te hebben aan hun dood.

Geschokte Britten leggen bloemen bij Buckingham Palace en vertellen hoe erg ze het vinden. ‘Diana was een heilige. Ze deed ontzettend goed werk, dit verdient ze niet. Het is een droevige dag, voor iedereen, overal ter wereld. Ik vind het heel erg voor haar familie, voor haar kinderen William en Harry en alle anderen.’

De gehele week volg ik ontwikkelingen in Groot-Brittannië. De enorme bloemenzee maakt indruk, evenals de begrafenis van de prinses. Ik kan het niet laten een traantje weg te pinken als ik haar twee jonge zonen achter haar kist zie lopen. Dat komt absoluut binnen, dit is geen hallucinatie, maar rauwe werkelijkheid.

Ik weet zeker dat ik voorlopig geen Lariam meer ga gebruiken.

Geef een reactie