Touristiek

Vrijdag 21 juli 2017 rit 19

De tour zit er bijna op, er zijn nog 169 mannen in koers. Met 222,5 kilometer is het vandaag de langste etappe. Vanuit de uitlopers van de Alpen naar de Provence, bekend om zijn lavendelvelden en wijngaarden. De start is in Embrun. Een aantal jongens groepeert zich meteen na het verlaten van de metropool in de ‘bus’. Ze hoeven geen klassement meer te verdedigen, hun knechtrol is uitgespeeld. Sommigen willen morgen een goede tijdrit neerzetten en sparen nu de benen. Enkele grapjassen spelen voor lokale gids, want de tour is immers naast een sportwedstrijd ook een grote pr-campagne voor Frankrijk. Daarom willen steden als Utrecht, Düsseldorf en in de toekomst Brussel ook zo’n Grand Depart organiseren. Om hun stad of regio te ‘verkopen’ aan de miljoenen televisiekijkers. ‘Wist je dat dit gebied het kleine Nice van de Alpen wordt genoemd?’ vraagt Guillaume van Keirsbulck aan zijn Wanty ploegmaat. ‘Nee, waarom?’ antwoordt Backie (Frederik Backaert, red) ‘Om het zachte en zonnige klimaat. Op die hoge rots daar is een militaire vesting. Zo kon het Franse leger de vallei van de Durance makkelijk bewaken.’ ‘He lekker dat meer daar.’ Mike Teunissen, de blonde rijder van Sunweb wringt zijn fiets tussen de beide renners. ‘Ja als je nog puf hebt kun je in augustus mee doen aan de L’Embrunman, een lange afstand triatlon. Dat is een van de zwaarste in de wereld met 3800 meter zwemmen in het koude water van het meer van Serre-Ponçon, 188 kilometer fietsen over de Col d’Izoard, waar we gisteren tegenop ploeterden en het eindigt met een marathon waar ik het aantal kilometers maar niet van zal noemen,’ antwoordt Guillaume. ‘Nee, dank je niks voor mij. Ik zal blij zijn als ik thuis ben, dan kan ik na drie weken de koeien weer melken,’ zegt Backie. De mannen zitten zo te kletsen dat ze niet goed op hun voorganger letten. Met een forse klets liggen de drie tegen het asfalt. Gelukkig weinig bijkomende schade, alleen wat krasjes. De bus neemt meteen een plaspauze. Altijd lastig om het zaakje fietsend uit de broek te krijgen, maar nu hebben ze de tijd. Zo kabbelt het gezelschap verder door het glooiende landschap. De gemiddelde snelheid zal rond de 38 kilometer per uur liggen. De buschauffeur houdt wel de tijdslimiet in de gaten, want ze willen Parijs halen en niet door de wedstrijdleiding twee dagen daarvoor uit de tour worden gezet. Ze rijden tussen de olijfbomen. In de verte zien ze op de heuvel het Château de l’Emperi liggen. Het centrum van Salon-de-Provence. ‘Zeg wat is er eigenlijk zo bijzonder aan dat kasteel?’, vraagt Backie aan z’n alleswetende maat. ‘Het dateert uit de 12e en 13e eeuw en was de residentie van de aartsbisschoppen van Arles. Je raadt nooit wie de bekendste inwoner van Salon is?’ Backaert: ‘Geen flauw idee. Brigitte Bardot?’ Van Keirsbulck: ‘Nee, Nostradamus heeft hier de laatste jaren van zijn leven doorgebracht. Zijn woonhuis is als museum ingericht. De arts en ziener uit de 16e eeuw ligt begraven in de Saint-Laurentkerk in Salon.’ Als de bus over de streep komt, zetten de commentatoren hun koptelefoons af en kunnen eindelijk een luchtje scheppen. In de cabine hangt een muffe zweetlucht. Het was weer een lange warme dag #TDF2017

Geef een reactie