Tweeënzestig maar het voelt als zesentwintig

Het is eind november, een jaar is voorbij geglipt. Vandaag ben ik tweeënzestig geworden. Mijn geest dwaalt door de jaren die achter me liggen. Op zo’n moment zie ik de gezichten van de mensen die de wanden van mijn geheugen sieren. Probeer ik te genieten van de hoogtepunten in mijn leven en tracht ik het strompelen door diepe dalen te vergeten. Mijn gedachten zweven tussen vreugde en verdriet. Ik ben dankbaarheid voor wat ik heb gekregen in dit leven en probeer het verlangen naar wat verloren is gegaan tegen te gaan. Dat kan een verjaring met je doen.

Der Rosenkavalier

Soms voel ik me als de Marschallin (markiezin) uit Der Rosenkavalier, de opera van Richard Strauss. Zij vraagt zich af hoe het mogelijk is dat ze ongemerkt oud aan het worden is, wo ich doch immer die gleiche bin? Je constateert met haar ‘Die Zeit ist ein sonderbar Ding.’  https://youtu.be/0cR1EGI6AZc

Midden in de nacht staat de markiezin op om de klokken in het paleis stil te zetten, maar dat is geen oplossing. Je wilt misschien het liefst voor altijd jong blijven maar veroudering gebeurt tegen wil en dank. De tijd stroomt door, soms als een druppel, soms als een heftige regenbui.

In de spiegel van de badkamer zie ik dat de tekenen van het leven zich op mijn gezicht en lijf manifesteren. Niet de jongeman die ik denk te zijn. Je voelt je nog zesentwintig maar je bent intussen toch tweeënzestig geworden.

Niks veranderd

Als ik mensen tegenkom die ik lang niet gezien heb, zeggen ze: ‘Je bent niks veranderd.’ Dat beschouw ik als een compliment. In mindere dagen, denk ik, wellicht heb ik er altijd al oud uit gezien.

In een overvolle trein staat tegenwoordig een jonger iemand voor je op en bied je een zitplaats aan. Op het werk helpt een aardige collega je met het uitladen van zware kratten. Het aanbod overvalt je, want het is je nog nooit overkomen dat iemand voor je opstaat of je spontaan gaat helpen. Je vraagt je dan af wat zien de mensen om je heen als ze naar je kijken?

De tijd stilzetten

Je bent vergeten dat je er vanbuiten anders uitziet dan vanbinnen. ‘Wo ich doch immer die gleiche bin.’ Maar nee dus. In je gedachten kun je misschien de tijd stilzetten, dezelfde blijven, in werkelijkheid echter niet. De tijd vreet aan je aan, de chronometer tikt door.

Gek dat je soms denkt dat het leven nog moet beginnen. Dat je nog bij je moeder achter op de fiets zit en je verwondert over de wereld om je heen. Dat je in bed ligt en dat elk moment iemand onder aan de trap kan roepen dat je nu echt het licht uit moet doen, je boek moet wegleggen om te gaan slapen. Of dat je denkt dat je die eindscriptie voor je studie nog moet schrijven. Of dat die grote liefde nog moet komen.

Spelen

Ouder worden, maar je toch jonger voelen, is zo gek nog niet. Een jeugdig gevoel blijkt een waar levenselixer te zijn. De Ierse dichter George Bernard Shaw zei het al: ‘We stoppen niet met spelen omdat we oud worden, we worden oud omdat we stoppen met spelen.’ En met spelen bedoelde hij lachen, genieten en plezier maken.

Geef een reactie