Zaterdag 14 juli, rit 8
Het is pikkedonker, een beetje muffig. Vaag hoort hij gerommel aan de deur, een slot dat omgedraaid wordt. Voetstappen naderen, mannenstemmen. Plotseling valt een felle lichtkier zijn veilige depot binnen. Een technisch medewerker van de ASO opent de kist. Ruwe handen pakken hem beet. Het is alweer drie jaar geleden dat hij gebruikt werd. Wat een eer, vandaag is de nationale feestdag, het is zaterdag dus het zal extra druk zijn aan de finish in Amiens. Nu is het nog vroeg. De man klemt hem hardhandig onder zijn arm. Een beetje minder druk zou wel fijn zijn, hij is per slot van rekening niet meer de jongste, en zijn langgerekte lijf begint slijtage te vertonen. Hoe vaak is hij nu van stal gehaald? In 1932 was de eerste keer, goh toen was hij nog een groentje. André Leducq pakte de buit, de man die een jaar later zelfs de Tour won. Jaren duurde het voordat hij weer nodig was. In de jaren ‘60 en ‘70 later werd hij zeven keer gebruikt. Aan Johan Bruyneel en die malle Mario Cipollini bewaart hij uit de jaren ’90 nog mooie herinneringen als ritwinnaars. En drie jaar geleden, wie was het toen ook alweer? O, ja de Gorilla van Lotto-Soudal, die toen in de groene trui reed.
De man in zijn oranje hesje gooit hem hardhandig op de grond. Waar is de tijd gebleven dat hij nog liefdevol werd uitgerold. Het stof dwarrelt op, is dat van hem of hebben de gemeentewerkers van Amiens het wegdek niet schoongemaakt? Met lijm wordt hij op het asfalt vastgeplakt. De man stampt af en toe met zijn voeten en checkt of hij stevig vastzit. Ach, hij is wel wat gewend. Dit is nog maar het begin. Hoeveel wielen, voeten en voertuigen zullen hem betreden vandaag. Uiteindelijk gaat het om de eerste renner die hem vanmiddag met zijn voorwiel passeert.
Schalks kijkt hij naar boven. Het bord dat er hangt wordt in tegenstelling tot hem steeds jonger en hipper. Hij heeft zelfs een naam gekregen: Vittel. Wat is de tijd verandert, van een spandoek naar een bord vol met sponsoruitingen en moderne technieken. Hé, er verschijnen ook vier lappen van Skoda naast hem. Het zal de tijdgeest wel zijn… Nu is het afwachten, hij ligt er klaar voor. De stad Amiens ook. In deze hoofdstad van het departement Somme en de voormalige regio Picardië, werd Emmanuel Macron geboren, de huidige president van Frankrijk. Dat geeft extra glans aan de finishplek van deze achtste etappe.
In de hitte dommelt hij een beetje weg, af en toe voelt hij een voet. Het zou natuurlijk mooi zijn als een Franse sprinter zou winnen, of is dat chauvinistisch? Arnaud Démare zal wel extra gemotiveerd zijn. Vorig jaar zorgde op Quatorze Juillet Warren Barguil voor een aangename verrassing. Die is naar Fortuneo-Samsic verkast en heeft sindsdien nog geen deuk in een pakje boter kunnen slaan. Sylvain Chavanel misschien, hij heeft deze week tot tweekeer toe zijn neus nadrukkelijk aan het venster gedrukt. Het zou een mooi cadeautje zijn voor zijn 18de deelname, die sluwe, oude rakker.
Het peloton stormt Amiens binnen. De snelheid ligt hoog als de renners met nog 2,8 kilometer te gaan door een scherpe bocht naar rechts komen. Vrijwel direct, en nog steeds in afdaling, volgt er een flauwe linkse bocht. Op 2 kilometer eindigt de afdaling met een haakse bocht naar links en bij een grote rotonde op 500 meter van de meet slaat het peloton linksaf. De laatste meters lopen heel licht op. Het is voorbij voordat hij er erg in heeft, door het vele stof heeft hij niet kunnen zien wie er gewonnen heeft.
Een uurtje later, als iedereen naar huis is, komt de man in het oranje hesje terug. Hij scheurt hem van het warme asfalt. Het voelt als het harsen van een harig wielrennersbeen. Hij wil het liever niet, maar het moet. De man rolt hem op tot een soort rolmops. Nog even volhouden, daarna mag hij weer rusten… een klein slokje rode wijn misschien, het is tenslotte een feestdag. #TDF2018