Ambulance

In de negentiger jaren ben ik betrokken bij het KRO-programma ‘Ambulance’. Het is een serie over mensen die bij een ongeluk betrokken zijn geweest. Het is een van de eerste reality-programma’s op de Nederlandse televisie. Ambulance geeft mensen die een ongeluk of ernstige ziekte hebben gehad de mogelijkheid om te vertellen hoe hun leven is veranderd en hoe ze daar zelf mee omgaan. Het is de bedoeling om een positieve insteek te brengen. Standaard vragen we een collega als hij of zij van een voorgesprek of opnamedag terugkomt: is het boek of boom? Want als je vraagt aan de hoofdpersonen naar de kentering in hun leven dan komen er twee gevleugelde antwoorden: ze hebben of een nieuw boek opengeslagen of ze lopen nu door een bos en zien, horen of ruiken daar dingen die ze daarvoor nog nooit ontdekt hadden tijdens een wandeling. Ze zijn nu vaak tevreden met kleine dingen. Als ik daarover nadenk dan realiseer ik me dat het toch niet zo moet zijn dat je eerst tegen een boom moet rijden om het leven te kunnen waarderen. We hanteren een vaste opzet. Je begint het verhaal met een reconstructie van het ongeval en spoort daarvoor de betrokken hulpverleners op, dus politie, brandweer en ambulancepersoneel en eventueel de behandelend arts. Ze vertellen tijdens de reconstructie wat ze aantroffen en wat ze gedaan hebben. Soms wil het echte slachtoffers bij deze opname aanwezig zijn, maar dat raden we af, want we zijn zo’n dag erg druk bezig en voor hen is het vaak confronterend om te zien wat er werkelijk gebeurt is en je hebt op dat moment geen tijd voor nazorg. Om het allemaal zo realistisch mogelijk te laten verlopen, maken we gebruik van de mensen van de stichting Lotus (Landelijke Organisatie Tot Uitbeelding Slachtoffers). Dat zijn vrijwilligers die zich er op toeleggen om een slachtoffer compleet met de daarbij horende verwondingen zo goed mogelijk uit te beelden, zodat hulpverleners kunnen trainen en oefenen. Ze worden tijdens de opleiding en bij het oefenen van grote rampenscenario’s ingezet. Als iemand met een been onder de bus is gekomen, gaan ze naar de slager om een goede open wond te kunnen maken. Ik moet zeggen Lotusvrijwilligers zijn erg bedreven in het grimeren van hun wonden en ze doen er alles aan om het zo echt mogelijk te laten lijken. Dat kost tijd en je moet ze ook altijd van tevoren goed vertellen wat de verwondingen zijn. Ze zitten vaak zo in hun rol dat ze na de opnamen even tijd nodig hebben om weer tot zichzelf te komen. En ze willen ook zoveel mogelijk op de echte figuur lijken qua leeftijd, haarkleur en lichaamslengte. We hebben door de jaren heen een heel netwerk opgezet waar we uit kunnen putten. In de Lotuskring Friesland is een erg enthousiaste mevrouw die ons vaak uit de brand helpt voor ongevallen in het noorden. Op een gegeven moment zoek ik iemand die een mevrouw met hartklachten kan spelen in Bergum. De Lotusdame biedt aan om zelf de rol te vervullen omdat het slachtoffer van haar eigen leeftijd is en ze als coördinatrice nu eindelijk wel eens zelf op de televisie wil. Nu hebben we ook al vaker met de mensen van de ambulancedienst gewerkt waar deze casus zich afspeelt en zij vragen of we in zijn voor een geintje. Om de hartpatiënt ter plekke te stabiliseren moet een infuus worden ingebracht. Als dat gebeurt dan is er met de cameraman een afspraak dat de naald op de huid blijft steken en niet echt wordt geprikt. Door een beweging naar het gezicht van de broeder of het slachtoffer te maken ben je weg bij de actie en kun je even stoppen om het infuus vakkundig vast te maken zonder dat ie echt in de ader zit. Maar vandaag willen de jongens hun Lotusvakgenote werkelijk in haar arm prikken. We beginnen de opnames in een geleende huiskamer met de Lotusdame die een hartaanval simuleert en wachten op de ambulance die eerste hulp komt verlenen na door de huisarts gealarmeerd te zijn. Het gaat voorspoedig en we kijken uit naar het aanbrengen van het infuus. Iedereen blijft in zijn rol, de naald gaat er flink in, maar de dame geeft geen kick. Ze is immers niet aanspreekbaar. We hebben de hele scene gefilmd tot het verlaten van het huis. Als ik uiteindelijk cut of een variant daarvan roep doet het Lotusslachtoffer haar ogen wijd open en kijkt om zich heen. ‘Jullie rotzakken, hij zit er echt in, dat doen jullie anders nooit.’ ‘Nee,’ zeggen de broeders lachend, ‘maar we wilden je een keertje verrassen. Vind je het geen goede bak?’ De dame is sprakeloos. ‘Kun je hem er nu meteen uit halen?’ ‘Nee, hij moet blijven zitten, want we moeten nog met je naar het ziekenhuis in Leeuwarden rijden. Jullie hebben natuurlijk nog een paar lange rijshots door het Friese platteland nodig?’ vraagt de broeder met een vette knipoog aan mij. ‘Jazeker, dat moet inderdaad nog gebeuren.’ De Lotusdame heeft nog twee uur met het ingebrachte infuus in de ambulance gelegen. Ja, je moet er wat voor over hebben als je op de televisie wilt.

Geef een reactie