Voorjaar, een prachtige tijd. ’s Ochtends vroeg gewekt worden door een fluitconcert van vogels. Wanneer het grijze wolkendek opensplijt. De kou is verdreven en het blijvend hemelsblauw je toelacht. Je kunt niet langer binnen blijven en wilt naar buiten. Als het een dag zonnig en warmer is kan het snel gaan in de natuur. Alles wordt pril groen en komt tot bloei. Het is de bloesem die me intrigeert. Het definitieve teken dat de lente haar intrede heeft gedaan. Tussen de bomen voel ik me overweldigd door de zee van kleuren en geuren die mijn zintuigen strelen als een liefkozende bries.
Feest
De natuur viert feest, een viering van het leven in al zijn pracht en praal. Overal om me heen zie ik de bloesem in volle glorie, als kleine kunstwerken die de bomen sieren met hun delicate schoonheid. Roze, wit, geel – elke kleur lijkt te concurreren om de aandacht van de toeschouwer. En ik kan niet anders dan me laten meevoeren door deze overvloed aan pracht.
De lente, de seizoenen vertellen het verhaal van vergankelijkheid en wedergeboorte dat zich elk jaar opnieuw afspeelt. De bloesems zijn slechts een kortstondige verschijning voordat ze plaatsmaken voor het groen van de zomer. Maar juist in die vergankelijkheid schuilt hun kracht, hun vermogen om ons eraan te herinneren dat schoonheid vluchtig is en dat we moeten genieten van het moment terwijl het er nog is.
Je moet erbij zijn, desnoods die mooie dag vrij nemen en de natuur bewonderen, want de pracht en praal kan door een heftige regenbui of wind ten gronde worden gericht. Ik ben erg onder de indruk van de bloesem van de Japanse kers en de magnolia. Het is mijn diepe wens om de liefde te bedrijven op het roze bed dat zich onder hun stam vormt.
Idyllisch tafereel
Dat lijkt me een idyllisch tafereel. Je wordt omringd door een gevoel van sereniteit en rust dat alleen de natuur kan bieden. De drukte en het lawaai van het dagelijkse leven lijken ver weg, vervangen door het gevoel van kalmte en verwondering dat me doet stilstaan bij de geneugten van het bestaan. Het is alsof de bloesems me uitnodigen om even te vertragen, om te genieten van het moment zonder me zorgen te maken over wat er nog komen gaat. Even niet denken aan de uitdagingen en problemen waarmee we worden geconfronteerd – klimaatverandering, politieke onrust, sociale ongelijkheid. Hoe kwetsbaar we als mens zijn. Hoe menselijke hebzucht en onverschilligheid als bedreiging op de loer ligt.
Baken van hoop
Te midden van deze gedachten en gevoelens blijft de bloesem onverstoorbaar stralen als een baken van hoop in een wereld die soms somber lijkt. Haar schoonheid herinnert mij eraan dat zelfs in de donkerste tijden er altijd ruimte is voor schoonheid en verwondering. Voor momenten van vreugde en verbondenheid die me herinneren dat ik deel uitmaak van iets groters dan mezelf.
De bloesem mag dan wel tijdelijk zijn, maar de herinnering aan hun schoonheid zal nog lang blijven bestaan, als een kostbaar juweel dat ik in mijn hart draag als een blijvende bron van inspiratie en hoop.