Journalisten worden steeds vaker het mikpunt van agressie en geweld. Acht op de tien van hen lieten weten weleens te maken te hebben gehad met geweld of bedreiging. De incidenten zijn talrijk. De boerenprotesten op het Malieveld, waar aanwezigen zich tegen journalisten keerden. Tijdens de avondklokrellen in januari gebeurde hetzelfde. In maart werd een PowNed-verslaggever in Urk aangereden. In april kieperde een man met een shovel een journalist in een auto in een sloot in Lunteren. In augustus gooiden twee mannen molotovcocktails naar binnen bij een Groningse journalist. En de meest brute actie van allemaal was de moord op Peter R. de Vries.
Als programmamaker heb ik zelf ook meegemaakt hoe bedreigend voetbalrellen kunnen zijn. Voor ‘Dossier Alarm’ maakte ik een item over voetbalhooligans. Nou, daar werd ik niet vrolijk van en de cameraman al helemaal niet. Hij werd meteen het object van nare opmerkingen, spuwen en het gooien van voorwerpen. We zijn op een gegeven moment maar op een afstand gaan staan om met een lange lens te draaien. Tussen de menigte staan ervoer ik als levensgevaarlijk. Ik snap wel dat Omroep Gelderland stopt met nieuwsverslaggeving bij voetbalwedstrijden en bij sommige risicodemonstraties.
Enkele malen heb ik meegemaakt dat ik een beveiliger meekreeg of begeleiding van de politie op afstand had. Dat overkwam me tijdens het programma ‘Opgelicht?!’ Dat heeft natuurlijk ook met de aard van het programma te maken. Vrij snel had ik door dat op deze wijze verslaggeving doen niks voor mij was.
Tijdens het maken van een aantal Defensie-onderwerpen in het buitenland was ook persoonlijke bewaking vereist. In Albanië – de Kosovo-crisis – volgden we de inzet van de Luchtmacht, maar we mochten niet buiten het legerkamp opnamen maken zonder dat een breedgeschouderde en bewapende bodyguard met ons meeging. Dan rij je in een jeep met zo’n groene man met een geweer die de omgeving voor je in de gaten houdt. Hetzelfde gebeurde tijdens mijn verblijf in Kirgizië, waar de F-16 vliegers actief waren. Ook daar kregen we als ploeg een bewapende militair mee omdat men wel eens camerateams wilde beroven. Gelukkig heeft het nooit tot ernstige of bedreigende situaties geleid. Bij het voetbalitem was ik wel opgelucht dat we weer heelhuids in Hilversum waren.
Het is toch niet te geloven dat vanwege deze verruwing NOS-verslaggevers al ruim twee jaar beveiligers meekrijgen als ze naar grote demonstraties gaan. Ze nemen interviews af zonder witte plopkap op hun microfoon. NOS-busjes rijden rond zonder logo.
Het is moeilijk om een duidelijke oorzaak van de toegenomen agressie aan te wijzen, maar van verslaggevers op straat hoor je dat de coronamaatregelen hebben geleid tot kortere lontjes. De maatschappelijke frustratie is opgelopen tijdens de coronapandemie. En door uitspraken van politici. Journalisten, met name die van de publieke omroep NOS, worden in sommige kringen gezien als verspreiders van ‘nepnieuws’ over het coronavirus en het nut van strenge lockdownmaatregelen.
Het OM gaat journalisten nu op een lijn stellen met hulpverleners en brandweer- en ambulancepersoneel om geweld en bedreigingen tegen journalisten in te dammen. Wie hen hindert of bedreigt, mag nu ook rekenen op een fors hogere straf. ‘Ook journalisten behoren vrijelijk en ongestoord hun belangrijke maatschappelijke rol in de samenleving te kunnen vervullen,’ aldus het OM.
De toegenomen agressie zorgt ervoor dat de persvrijheid in het geding komt. Het heeft journalisten voorzichtiger gemaakt. Ze denken voortaan langer na over hun woordkeuze, vermijden bepaalde buurten of wijken, of twijfelen of ze hun vak überhaupt willen uitoefenen. Daarmee dreigt een erosie van de persvrijheid. Dit is capituleren, een vorm van zelfcensuur. Het is in- en intriest, maar ik begrijp het goed. Journalisten kiezen terecht voor hun eigen veiligheid.