Blog

Quatorze Juillet

Quatorze Juillet. De tourorganisatie heeft misschien voor een verkeerde locatie gekozen, want er zullen in de Pyreneeën meer Baskische vlaggen langs de route wapperen dan Le Tricolore. Toch past het om te focussen op een iconische Franse renner. Thomas Voeckler hangt als hij over negen dagen de Champs-Elysées oprijdt, zijn toerfiets aan de wilgen. ‘De Tour de France heeft me alles gegeven. Dus ik heb besloten om te stoppen op de plek waar het voor mij allemaal begon’, aldus de Fransman donderdag tegen L’Equipe. Hij spreekt van een lastige beslissing. ‘Ik heb lang nagedacht en er zelfs wakker van gelegen.’ Het is zijn 15de deelname. Alleen ploeggenoot Sylvain Chavanel deed nog een jaartje vaker mee. Vandaag zullen deze twee oudgedienden nadrukkelijk hun neus aan het venster willen drukken tijdens deze korte felle rit. Hun ploeg Direct Energie rijdt met een puur Franse ploeg. Voeckler is zijn hele profcarrière ploegmanager Jean-René Bernaudeau trouw gebleven. Hij won 4 ritten in de Tour en reed 20 dagen in het geel. Thomas is nog steeds de lieveling, de chouchou van het Franse publiek, ondanks de jonge generatie met Romain Bardet (mooie overwinning trouwens gisteren!) en Thibaut Pinot. Voeckler zit vaak in een vroege ontsnapping en rijdt dan een hele dag op kop. Je ziet gewoon dat-ie daarvan geniet. Hij reageert als de camera in zijn buurt is. Dan gaat hij extra netjes op zijn fiets zitten of nog meer met zijn bek trekken. Alles voor de aandacht. Zijn optreden is vaak beloond met de Prijs van de Strijdlust, het rode rugnummer. Of hij nog een keer voor de bestorming van het podium zal gaan, valt te betwijfelen. Hij rijdt nu in dienst van het jonge succesvolle talent Lilian Calmejane, die ‘knakker’ die Robert Gesink laatst de das om deed. Er gaan geruchten dat Christian Prudhomme Thomas een ererondje wil geven op de Parijse kasseien. Zelf zit hij daar niet op te wachten. Hij wil liever dat men zijn ‘panache’ herinnert. Concrete plannen voor een leven na het wielrennen heeft Voeckler nog niet. Iets met de media? In oktober hoopt hij voor de derde keer vader te worden en daar zal veel tijd en energie in gaan zitten. #TDF2017

Wanted

Marco Minnaard (NLD/Wanty-Groupe Gobert)

Donderdag 13 juli rit 12

Vandaag de eerste bergetappe in de Pyreneeën. Met een moeilijke klim naar de Peyragudes. Geen kattenpis dus. In de Wanty-Groupe Gobert bus bespreken ze elke ochtend hun aanvalsplan. Iedereen is debutant, zelfs verzorgers en de kok hebben geen ervaring met de hectische Tour. Hilaire van der Schueren is de tourveteraan, als assistent-ploegleider geschoold onder Jan Raas. Hij is erg blij dat zijn ploeg een wildcard kreeg. Hilaire kijkt kritisch naar zijn jongens. Hoe staan de koppies? Wat is het parcours en welke capaciteiten vereist deze rit? ‘We willen het wielrennen aantrekkelijk maken. Daarom vallen we aan. Je rijdt uiteindelijk voor het publiek,’ heeft hij op de rustdag tegen de pers gezegd. Daarmee refereerde hij aan de veel geuite klacht dat de Tour saai is. Vandaag kijkt hij z’n Zeeuwse renner indringend aan. ‘Marco, ’t is jouw beurt. Jij houdt van zware ritten.’ De ogen van Marco Minnaard beginnen te twinkelen. In het Village Départ ontmoet Marco bij de koffiestand nog even vluchtig zijn ouders. Ze zijn apetrots op hem. Met een camper reizen ze hun zoon in Frankrijk achterna. Ze blijven hem volgen, hopelijk tot Parijs. Met een knikje geeft hij aan dat ze vandaag extra op hem moeten letten. Vanaf de start in Pau is het een spervuur aan demarrages. Veel ploegen willen met een mannetje meezitten in de vroege vlucht. Marco wacht zijn kans af en schiet er plotseling als een pijl vandoor. Hij krijgt een groepje mee en samen nemen ze een voorsprong op het peloton. Vanuit de ploegleidersauto klinken de aanmoedigingen. ‘Rustig aan.’ ‘Eten.’ ‘Hier, drinken.’ ‘Kleine versnelling draaien.’ Minnaard doet gedwee wat hem wordt opgedragen. ‘We hebben bij Wanty twee doelstellingen: met negen man in Parijs komen en ons zo veel mogelijk laten zien in de etappes. Hoeveel televisiekijkers zijn er niet elke dag? De sponsor is blij met de reclame als de ploegnaam veelvuldig door de camera wordt gevangen,’ heeft Van der Schueren met een zware Vlaamse tongval de pers uitgelegd. ‘De sponsors zien graag hun merknaam terug. Daarvoor zijn we hier. Die mensen betalen daarvoor, hè.’ De Belgische ploegleider houdt zijn coureur nauwgezet op de hoogte hoe de wind staat, wanneer de afdaling smal wordt, wat er in het peloton gebeurd.  ‘Het gaat goed, Marco.’ ‘Jullie liggen nog 3 minuten voor.’ ‘Hier, drinken.’ ‘Pas op hè, niet te veel kopwerk doen.’ De voorsprong van de vluchters is meer dan 5 minuten geweest. Ze weten dat ze zullen worden ingerekend. Pas bij de laatste klim ziet Marco de klassementsrijders langszij komen. Hij laat zich moegestreden uitzakken. Aan het eind van de lange rit door Pyreneeën klimt Van der Schueren uit de auto. Hij heeft een tevreden grijns op het bolronde gezicht. ‘Het was een mooie, maar zware dag.’ Hij klopt Marco op de natte rug.Je zal wel een paar dagen nodig hebben om te herstellen. Maar ja, het is vijf uur publiciteit op de televisie.’ ‘Ik kwam net iets te kort. Eigenlijk ben ik te zwaar voor het hooggebergte, maar ik ben ze toch lang voor kunnen blijven,’ lacht Minnaard tevreden.  #TDF2017

Fabio, Fabio

Woensdag 12 juli 2017 rit 11

Op de rustdag denkt Fabio Aru terug aan de koninginnenrit naar Chambery. Hoe dantesk was dat! Het was een slagveld; er zijn veel grote namen uit het klassement weggevallen. Op papier is hij de enige die Chris Froome van zijn vierde eindzege kan afhouden. De Italiaanse kampioen staat op achttien seconden van de geletruidrager. Vanochtend heeft Fabio nog even gebeld met z’n oude ploegmaat Nibali. ‘Ciao, pescecane* hoe gaat het in San Pellegrino?’ ‘Si, met m’n hoogtestage gaat ‘t lekker en bij jou?’ ‘Hey, jij hebt ook achter die mummia giallo** aangereden, heb je nog tips voor mij?’ In rap Italiaans geeft Nibali een aantal aanwijzingen. Aru hoopt er zijn voordeel mee te kunnen doen. ‘Ciao, Vincenzo, bello parlare con te, arrivederci!’*** Nu zit hij in de hoteltuin onder de paraplu van zijn werkgever Astana en wacht op de meeting met de pers. Ploegleider Beppe Martinelli loopt zenuwachtig heen en weer voordat hij naast hem plaats neemt. De eerste vraag gaat natuurlijk over het incident met Froome. ‘Welk incident?’ hangt Aru de onschuld uit. ‘Die onsportieve actie om de aanval in te zetten, terwijl je directe tegenstander materiaalpech heeft.’ ‘Ik heb niet gezien dat Froome pech had.’ ‘Maar hij stak toch duidelijk zijn hand op,’ probeert Han Kock opnieuw. ‘Nee, ik vernam pas later dat hij van fiets moest wisselen.’ ‘En Froome kwam verhaal bij je halen, toch?’ ‘Ik viel zijn kant op, omdat ik in aanraking was gekomen met een toeschouwer,’ verklaart Aru. Martinelli geeft met een afwerend gebaar aan dat dit onderwerp voldoende behandeld is. Wat een gelul allemaal, denkt Aru bij zichzelf. Dit is toch de Tour, het is flikken of geflikt worden. Je moet profiteren van het ongeluk van je tegenstander. Maar dit houdt hij wijselijk voor zich. ‘Je wielerjaar is op een bijzondere manier van start gegaan, eigenlijk was het niet je bedoeling om de Tour te rijden.’ ‘Nee, ik gaf de voorkeur aan de combinatie Giro-Vuelta. Bij die toernooien heb ik een beter gevoel, maar door een vervelende val tijdens een trainingskamp in Spanje, met een slijmbeursontsteking als gevolg, moest ik de Giro laten schieten. Dat was acido****, omdat de start op Sardinië was, het eiland waar ik vandaan komt.’ Maar je staat er goed voor in het klassement. Hoe was het om solo over de finish te komen op La Planche des Belles Filles?’ ‘Ik was zielsgelukkig, ik heb ritten in de Giro en de Vuelta gewonnen, maar een etappe in de Tour ontbrak nog op mijn erelijst.’ ‘Je staat nu tweede, ga je de Tour winnen? ‘Parijs is nog ver’, geeft Aru het geijkte antwoord. ‘Eerst nog de rit naar Pau, die laat ik aan de sprinters. Ik spaar mijn benen die dag. Het gaat nog zwaar genoeg worden in de Pyreneeën en de Alpen.’ ‘Fabio, gaat er alles aandoen om de eindoverwinning voor Astana binnen te halen,’ doet Beppe Martinelli een duit in het zakje. ‘En dan zal ik mijn titel zeker opdragen aan Michele Scarponi, mijn overleden ploegmaat,’ zegt Fabio Aru, terwijl hij even moet slikken. #TDF2017

(*Ha, haai   **gele mummie  ***Leuk om je weer te spreken, tot ziens Vincenzo ****zuur)

Sprinttrein

Dinsdag 11 juli 2017 rit 10

De sprint is vaak chaotisch en gevaarlijk. Zoals we in de vierde rit naar Vittel met desastreuze gevolgen voor Cavendish en Sagan hebben gemerkt. Een sprintscenario heeft eindeloze mogelijkheden, uiteindelijk blijft het een gevecht van man tegen man, kracht tegen kracht. Je kan op de tekentafel een perfecte theorie uitdenken. Neem de Lotto-Jumbotrein van Dylan Groenewegen. Paul Martens moet als ‘nummer vijf’ op 1500 meter van de finish de leiding nemen in het peloton. Op 1200 meter lanceert hij ‘nummer vier’ Timo Roosen, die doortrekt tot 900 meter. ‘Nummer drie’ Tom Leezer neemt de volgende 300 meter voor zijn rekening, waarna ‘lead-out’ Robert Wagner kopman Dylan Groenewegen op 250 meter voor de streep moet afzetten. Dylan hoeft het dan alleen nog af te maken. Maar meer dan tien andere ploegen willen precies hetzelfde. Die laatste 1500 meter gaat met snelheden van ruim 70 kilometer per uur, hartslagen rond de 200. Er zijn onhandig geplaatste verkeersobstakels en waaghalzen die overal tussendoor proberen te komen. Er worden ellebogen gebruikt, schouders en in het slechtste geval een hoofd. Zo kan een zorgvuldig uitgedachte tactiek in een fractie van een seconde in de soep gereden worden. ‘Het plan klinkt simpel’, zegt Wagner. ‘We zetten een treintje op en iedereen doet zijn ding, maar helaas gaat het negen van de tien keer de mist in.’ Het is een wirwar van botsende mannen die allemaal voor hun kopman een opening zoeken. Een gat waar in gedoken wordt. Vanuit een sliert die als ‘n sluwe slang van links naar rechts over de weg glijdt. Waar het bolletje tot een lint getrokken wordt. Terwijl de neus het voorwiel ruikt, maar net niet aanraakt. Het is een spel van zintuigen en gevoel. Horen en zien. Evenwicht bewaren bij aanraking met de tegenstander. Dicht genoeg. Maar net niet te dicht. Nog even alles dichtknijpen en dan het juiste wiel zoeken. Met benen die exploderen. En lichamen die strak staan van de adrenaline. Voor de buis zie je de sprinters komen. Je ziet er één winnen. Ondanks de ander die het wiel met een zwiep vooruit gooit. Soms met millimeters verschil. En de winnaar weet het zeker. De benen voelen de situatie aan. Het hoofd krijgt de boodschap. Het lichaam reageert. De armen gaan de lucht in. De mond en longen schreeuwen het uit. Dat alles in een fractie van een seconde. En daar heb je als kijker dan 200 kilometer op moeten wachten. Ben je ingedommeld bij een eindeloze rit langs zonnebloemen en lavendelvelden. En het monotone geluid van motoren, Maarten Ducrot en Herbert Dijkstra. Ik zou bijna willen zeggen: ‘Dylan kom op, gooi dat treinjuk van je af! Doe es gek en ga koersen op je eigen instinct. Je hebt er de benen en brains voor. #TDF2017

Uiterlijk vertoon

Maandag 10 juli 2017 rustdag

Natuurlijk gaat het bij de Tour de France om de prestaties van de topwielrenners. Maar de renners zélf zijn vaak ook leuk om naar te kijken. De fraaie vorm van een gespannen kuit, de strakke billen in een koersbroek. Het is topsport, maar ook uiterlijk vertoon. Wielrenners komen graag goed verzorgd voor de dag. ‘Gesoigneerd’ heet dat. Renners weigeren bijvoorbeeld van start te gaan als hun sokjes niet hagelwit zijn. En een harig been geldt onder coureurs als een ernstige belediging van de esthetiek. Alleen showman Peter Sagan kan het maken om met stoppels aan de start te verschijnen. Jammer dat deze branie en flamboyante renner uit de Tour is gezet. Zijn straf is echt te zwaar. Thijs Zonneveld, de ‘mooiboy’ van de wielerjournalisten gaat op deze rustdag in de Dordogne bij de renners langs om met hen te babbelen over kleding, kapsels en kekke materiaalkeuzes. Neem Michael Matthews, alias Bling vanwege zijn sieraden en de briljantjes in zijn oren. ‘Ik heb nog nooit een wedstrijd gewonnen als mijn haar niet goed zit’, beweert hij stellig, terwijl hij met zijn tong zijn rechterwijsvinger vochtig maakt. Hij draait zich om, checkt in de door de zon beschenen ploegbus van Sunweb zijn spiegelbeeld en strijkt daarna zijn wenkbrauwen strak. Alle plukjes moeten de juiste kant op wijzen. Dat er daarna een helm over zijn perfecte coupe gaat, doet er niet toe. Op zijn helm staat een blitse dure zonnebril. ‘Het gaat om het gevoel. Als je vindt dat je er goed uitziet, stap je met vertrouwen op de fiets.’ Thijs knikt bevestigend. Marcel Kittel is ook zo’n renner die veel aandacht schenkt aan zijn uiterlijk. ‘Ik vind het belangrijk om er goed uit te zien’, vertelt de groene truidrager. ‘Als wielrenner voel je dat alle schijnwerpers op jou zijn gericht. De camera’s draaien, fotografen doen hun werk en iedereen heeft mobieltjes bij zich. Dan wil ik wel tevreden zijn als ik mezelf later terugzie.’ Ook Dylan Groenewegen föhnt zijn haar en zet dáárna een helm op. Hij draagt armbandjes met een doodskopje, gemaakt door zijn vriendin. Shirts met glitters draagt hij graag. Helemaal tevreden over zijn Tour-outfit is hij niet. Lotto-Jumbo rijdt dit jaar rond met zwarte schoenen en zwarte sokken. ‘Zonde,’ vindt de sprinter. ‘Witte sokken en witte schoenen bij mooie bruine benen, dat straalt het meeste uit.’ Anders zijn dan de anderen; daar streeft ook Groenewegen naar. ‘En waar valt het gele neusringetje van Froome onder?’ ‘Ik mag hopen dat hij het clipje in doet om beter door zijn neus te kunnen ademen, anders is het wel erg kinky,’ lacht Dylan. Eigenlijk zit het gehele peloton vol met ijdeltuiten. Als de Tour de France een etalage is, zijn de wielrenners de poppen, is de conclusie van Thijs na een dagje ‘shoppen’ langs de wielerhotels. #TDF2017

Papa Luis

Zondag 9 juli 2017 rit 9

Papa Luis Quintana heeft net zijn winkeltje in Cómbita geopend. Het is bewolkt, zelfs een beetje kil. In het kamertje achter de zaak staat een kleine televisie. Af en toe probeert Luis tussen de slierten van het vliegengordijn door een glimp van de koers op te vangen. Een zware bergetappe vandaag, maar daar is zijn ‘witte adelaar’ als klimmer juist goed in. Hij heeft hem met de kerst gevraagd of het nu nodig is om in één jaar twee grote rondes te rijden, maar Nairo was niet van het idee af te brengen. De Giro was een deceptie; een grote Ollander reed hem in de wielen. Zijn zoon zegt zelf dat hij er prima uit gekomen is en dat zijn benen goed voelen. Maar voorlopig betaalt hij de rekening van z’n Giro deelname. Hij is geboren onder een wonderlijk gesternte. We hebben een tijdje gedacht dat hij behekst was ‘tentado de difunto’ met een vloek uit de onderwereld. Sinds mama hem kruidenthee te drinken gaf zijn de onverklaarbare kinderziektes gestopt. Hij had continu last van diarree met zware koorts. Luis ziet dat zijn zoon de laatste col van de dag beklimt, de monsterlijke Mont du Chat. Toen Nairo een klein jochie was luisterden ze altijd samen naar de wielerkoersen via de radio. We leefden niet in weelde, er was altijd geldgebrek. Maar het lukte om met de bescheiden opbrengst uit de winkel een oude fiets voor hem te kopen. Vanaf ons huis ging er geen bus naar school. Hij moest iedere dag zestien kilometer over de Andes afleggen om les te kunnen krijgen en weer zestien om thuis te komen. Zo is zijn liefde voor het wielrennen ontstaan. Op een dag is hij bij een lokale wielerkoers door een taxi aangereden. Mijn zoon lag vijf dagen in coma. Maar hij heeft het overleeft. Nairo is een sterke jongen. ‘Buenos días, señor. ¿Cómo estás?’ Nu de tour verreden wordt komen er veel mensen om mokken en andere souvenirs te kopen met een afbeelding van Quintana erop. Luis rekent af. ‘Gracias.’ ‘Buen día.’ Mooi dat mijn zoon de oversteek naar Europa kon maken. Al missen we hem hier wel, vooral zijn moeder. Hij is succesvol en gaat zeker de Tour winnen. Met de hulp van alle Colombianen. Hij kan niet de eeuwige tweede blijven! Wij rekenen op hem! Maar of dat dit jaar gaat lukken? Luis schudt meewarig zijn hoofd. #TDF2017

 

Bingo

Zaterdag 8 juli 2017 rit 8

Opnieuw een snikhete dag. De koers gaat over smalle weggetjes en langzaam slingert het peloton door het Jura gebergte. Eén klimmer zit met getallen in zijn hoofd: 8, 9, 12, 16, 17, 18. Nee, hij speelt geen bingo! De coureur heeft deze winter eens goed nagedacht en is met de staf rond de tafel gaan zitten. ‘Zit een goed klassement in een grote ronde er voor mij nog in?’ vroeg hij zich hardop af. Samen komen ze tot de conclusie dat een vrijere rol in het team hem beter past. Dat bleek vorig jaar wel in de Vuelta met zijn overwinning op de Aubisque. Zijn ploegleider heeft het deze dagen al een paar keer tegen hem gezegd: ‘Jonge rustig aan, denk eraan, je moet tijd verliezen.’ Hij heeft het er moeilijk mee om bewust langzaam te rijden. Het zit niet in zijn aard. En toch kan het de juiste tactiek zijn! Het maakt zijn kans op een ritzege groter. En nu spelen die Lottogetallen door zijn hoofd. In welke rit zal hij zichzelf nog een keer zo kwaad maken dat hij onverwacht pijlsnel naar voren schiet en zijn slag kan slaan? Alhoewel, in de media zijn z’n snode plannen uitvoerig besproken dus zo verrassend zal een aanval niet meer zijn. Maar zullen ze hem laten gaan? Ongemerkt gaan z’n gedachten terug in de tijd. Hem werd een grote toekomst voorspeld. Maar er ging veel mis. Hij viel vaak en hard. Zijn vader overleed. Hij kampte met hartritmestoornissen. En toch zit hij nog op de fiets. Hij schrikt op als een ploegmaat hem een bidon in zijn hand duwt. Het wielrennen is veranderd, denkt hij als hij een slok water neemt. Soms voelt hij zichzelf een ouwe lul. Vaak is hij de enige vader aan tafel. Of verbaast hij zich erover dat hij jonge ploeggenoten de meest vanzelfsprekende dingen moet uitleggen. Over eerst het bordje van iemand anders leegeten, of over uit de wind houden. Gelukkig kan hij zich nu frank en vrij bewegen en hoeft hij zich niet met dit soort dingen bezig te houden. Terwijl hij bijna het achterwiel van een FDJ-renner raakt, hoort hij in zijn oortje: ‘Go Gesink, dit is je kans. Vooruit! Nu!’ Robert gooit z’n bidon in de berm en voelt de frisse wind in zijn helm. In een waas weet hij hoe het voelt om een rit te winnen. Wat is wielrennen toch een supermooie sport!  #TDF2017

Marcel Kittel

 

 

Vrijdag 7 juli 2017 rit 7

 

Marcel Kittel kan het niet drooghouden als zijn manager hem vertelt dat de Tour dit jaar in zijn vaderland start. Dat legt meteen druk op zijn brede schouders, want nu kan hij voor eigen volk bewijzen dat hij de beste is. Intens blij is hij met de etappewinst in Luik. Op zijn knieën zit de sprinter tegen een dranghek zijn vreugde uit te huilen. En nu slaat hij bij de tweede overwinning bijna zijn stuur kapot. Kittel wordt meteen door de jongens in witte sweatpants met rode cap van sponsor Vittel omringt en naar de ceremonie begeleid. Ze vormen een keten rond zijn bezwete lijf en brengen hem door de dringende mensenmassa veilig naar de tent. Daar kan Marcel zich even laten opfrissen en een eerste reactie geven aan de pers. Onderweg stopt het kordon alleen voor de ploeggenoten van Quick-Step Floors, die hun winnende raspaardje in de armen vallen. ‘Das war geil’ zegt Marcel met een grote glimlach als hij later die avond de massageruimte binnenkomt. Zijn elfde etappezegen in de Tour is een feit. Hij stript uit zijn grijze korte broek, pakt een wit handdoekje en gaat met zijn brede rug op de tafel liggen. Het doekje drapeert hij over de edele delen. De masseur laat wat olie over de gebeeldhouwde bovenbenen lopen en begint de pilaren te masseren. De blonde sprinter kreunt voldaan. Vandaag kwam hij als een duveltje uit een doosje. Op 250 meter voor de finish reed hij nog in negende positie. Zijn sprinttrein was hij kwijt, maar hij weet dat hij de hoogste topsnelheid heeft van het peloton. En buitenom kon hij zich prima op snelheid trekken. ‘Ich hab es geschafft,’ zegt Marcel. ‘Ja, het had zelfs ‘une, deux, trois’ kunnen zijn in Troyes’, zegt de masseur grappend. Ondanks de korte regenbui is het nog steeds drukkend warm in de kleine hotelruimte. Het zweet druipt van het gezicht van de fysiotherapeut, terwijl hij de vermoeide spieren los maakt. Marcel draait zich om en sluit zijn ogen. Een mooie blonde volleybalster van Nederlandse bloede verschijnt voor zijn geestesoog. Hij merkt niks meer van het kloppen, kneden en wrijven van zijn rugspieren. Na drie kwartier verlaat hij de massageruimte. Straks met zijn jongens weer tjakke tjakke tjakke champagne! Maar niet te veel, want hij wil morgen nog wel een derde zegen aan zijn degen rijen. #TDF2017

 

 

 

Charles de Gaulle

 

Donderdag 6 juli 2017 rit 6

 

Generaal Charles de Gaulle schikt zijn riem die een beetje losjes zit, nog eens recht. Hij mag dan al jaren onder de grond liggen, maar vandaag is een belangrijke dag voor hem. La grande boucle passeert en gewichtiger er is ter ere van hem een tussensprint bij zijn graf in Colombey-les-Deux-Églises. Eind mei kwam er een beschonken man langs die het Croix de Lorraine omver heeft getrapt, maar de vernieling is op tijd hersteld. Gelukkig, na zoveel jaar heeft de oude staatsman weer wat te doen. Het land is de greep van dat jonge broekie Emmanuel Macron. Magnifiek die troonrede van de president in Versailles. ‘En marche!’ is een goede slogan en hij wenst hem veel succes met zijn vernieuwingen, maar dit is echt een klusje voor hem. Hij plukt een made van zijn broze botten en luistert of hij het wegdek al hoort trillen. Ja, warempel de commerciële karavaan komt eraan. ‘Dat had je in mijn tijd niet, zeker niet zo massaal, denkt hij. Ze moeten oppassen dat het geen rijdend pretpark gaat worden. Zal die lieveling van de vrouwen en van enkele mannen ook, vandaag als eerste de streep overkomen? Hoe heet ie ook al weer Koning Kittel was het toch? Die blonde krachtpatser kan ook alles. Charles gunt hem dat groen wel. Hij is niet meer zo chauvinistisch. Maar waar blijven ze nou? De coureurs nemen er blijkbaar hun gemak van. Het is notabene een lange rit. Ze moeten wel voor het zes-uur-journaal binnen zijn. In de voorste gelederen van het peloton is het onrustig. De ploegen brengen hun groene kandidaten naar voren. Ieder punt voor de groene trui is er weer een. Het is dringen. Charles hoort de derailleurs knetteren, er wordt opgeschakeld. Een stofwolk vliegt voorbij. Jakkes, hij wuift met zijn hand het gruis uit zijn ingevallen oogholte. Nu heeft hij net niet kunnen zien wie het eerst was. Een gemiste kans. Dan merkt hij toch dat hij een dagje ouder is geworden. Als het bulderen van de helikopters verdwijnt in de verte en de materiaalman de meet verwijderd, schikt de generaal zich comfortabel tussen zijn latten. Zijn taak zit erop, hij heeft ‘de vijfde republiek’ een dienst bewezen en kan nu weer vredig reposeren. #TDF2017

 

Favorieten

Woensdag 5 juli 2017 rit 5

Het is druk rond het middaguur in de bedrijfskantine van Prijs&Co. Elise schuift achter haar collega’s aan in de lange rij. Ze heeft nog even een order afgehandeld. Natuurlijk gaat het gesprek over de Tour. Zeker na die dramatische massasprint van gisteren en de beslissing van de jury om Peter Sagan uit de wedstrijd te halen. ‘Hey El, op wie heb jij je geld gezet in de poule?’ vraagt Alfred, het verwaande zoontje van de baas. ‘Op Romain Bardet,’ geeft ze met tegenzin antwoord. ‘O dat is zeker om zijn mooie glimlach, daar vallen de vrouwen wel voor. Het zal zeker niet zijn om die theedoek waarin hij en z’n ploegmaten rijden,’ zegt Alfred lachend. ‘Hij is nog vrijgezel, weet je dat?’ Waarom moet hij nou altijd daarover beginnen. Ze is echt niet die oude vrijster die hij denkt dat ze is. ‘Nee hoor,’ dient ze hem van repliek. ‘Hij is tenminste een man met ballen.’ ‘Een spillebeen zal je bedoelen. Heb je hem wel es goed bekeken? Bij tegenwind gaat hij achteruit.’ ‘Nou ik vind dat hij echt een vent is geworden. En vorig jaar was ie tweede, dus hij kan echt wel wat.’ ‘Dan hoop ik voor je dat het de komende weken geen 30 graden wordt, want daar kan hij niet tegen met zijn blanke babyhuidje.’ Elise moet zich inhouden om hem geen klap te geven. Om van Alfred af te zijn richt ze zich tot Rick, de boekhouder. ‘Wie is jouw favoriet?’ ‘Ik heb op Froome ingezet, die heeft al drie keer gewonnen, dat is safe,’ zegt Rick bedeesd. ‘Maar dit is geen ideale tour voor hem, er zijn maar drie etappes bergop en heel weinig tijdritkilometers.’ ‘Ik vind hem er goed uitzien.’ Even trekt Elise haar wenkbrauw op. Waarom zegt Rick dat? Froome is niet moeders mooiste. ‘En hij heeft een sterke ploeg om hem heen, dat hebben ze in de tijdrit wel bewezen,’ gaat Rick onverstoord verder. ‘Ik ben voor de oude vos Alberto Contador,’ mengt Max zich in het gesprek. ‘Hebben jullie z’n YouTube filmpje gezien? Prachtig hoe hij zijn team toesprak: I’m realy good guys, met dat heerlijke Spaanse accent. Schrijf hem niet af, als hij op zijn fiets blijft zitten kan hij zomaar de Tour weer winnen. En hij heeft een goede meesterknecht in Bauke dat scheelt, die had vorig jaar ook bijna het podium voor het grijpen.’ ‘Mollema is geen Poels hoor, sorry,’ zegt Alfred. ‘Mag ik een bal met veel saté van je?’ vraagt hij aan het meisje achter de counter. ‘En Richie Porte dan? Die wil natuurlijk zijn gram halen nu hij geen knecht van Froome meer is. Vlak hem niet uit,’ zegt het countermeisje, terwijl ze iets te hard Alfreds schoteltje bal op z’n tree zet, waardoor een minuscule spetter op zijn witte overhemd terecht komt. Zo, denkt ze bij zichzelf, vreet die maar op. Ze ziet dat Elise haar een ondeugende knipoog geeft. #TDF2017.