Blog

Taylor Phinney

Dinsdag 4 juli 2017 rit 4

Taylor Phinney zit in de schaduw van de gifgroene Cannondale bus te mediteren over ‘the art of let go’. Hij is dit seizoen nieuw bij de ploeg. Ze zijn erg blij met de Amerikaan uit Colorado. Op de tweede dag heeft hij de ploeg en zichzelf met een vroege ontsnapping goed in de kijker gereden. Het wielrennen zit de boomlange Taylor in de genen, zowel vader als moeder hebben hun succesvolle fietssporen in hun zoon achtergelaten. Hij was een jong talent tijdrijden en na zijn succesvolle periode bij de beloftes streden veel ploegen om hem in hun gelederen op te nemen. BMC ging met de eer strijken. Afgelopen vrijdagmiddag is hij samen met Dylan van Baarle na de training bij Bauke Mollema langs gereden om zijn Nederlands te oefenen en te kijken welke literatuur de Groninger in zijn koffer heeft. Drie jaar geleden, tijdens het Amerikaans Kampioenschap wielrennen, raakte Phinney zwaargewond. Hij brak zijn linker onderbeen op meerdere plaatsen en was een lange tijd uit de running. Als jongen die altijd maar aan het racen en trainen was voelde dat als een straf. Hij probeerde gemotiveerd te blijven door vlieglessen te nemen, ging meer lezen onder het motto ‘dat kan nooit kwaad’. En hij uitte z’n frustraties op het witte doek. Film zowel als canvas. Voor zijn schilderijen zijn Picasso en Jean-Michel Basquiat een inspiratiebron. Hij noemt zijn kunst kleinerend ‘emotionele braaksels’. Sinds zijn rentree rijdt hij met een andere kijk op het leven in het profcircuit rond. Zijn lange revalidatie had als voordeel dat Taylor thuis ‘The Fourth of July’ kon vieren. ‘Was ik toen niet bezig met een lange solorit naar LA en Joshua Tree?’ denkt Taylor, terwijl hij in zijn ooghoek Nathan Brown in de bolletjestrui langs ziet glippen. Gelukkig is de trui in de ploeg gebleven. Een feestje ter ere van de Onafhankelijkheidsdag zit er nu niet in, hij moet zo aan de bak. De strijd om het groen van Kittel barst vandaag los. Het is een lange etappe om zo snel mogelijk in de echte bergen te komen. Misschien dat hij met Nathan en Andrew Talensky aan de meet in Vittel een watertje kan drinken. #TDF2017

 

Drie musketiers

Maandag 3 juli 2017 rit 3

‘Dat ging klote met de sprint,’ zegt ploegleider Marc Sergeant. De Lotto-Soudalrenners zitten aan het diner. Alle mobieltjes zijn verplicht uitgezet om in alle rust met elkaar te kunnen eten. ‘We werken allemaal voor André. Onze sprinttrein liep volledig in de soep. Tiesj had het tempo op een kilometer voor de meet er goed in. Marcel haakte daarna te vlug af. Eigenlijk kwam André te vroeg alleen te zitten en kon Jurgen niks voor hem betekenen. Nogmaals, als jullie Greipel goed afleveren zodat hij de sprint wint, is voor ons de Tour geslaagd! In alle andere ritten mogen de vrijbuiters binnen onze ploeg voor een ritzege gaan. Dus mannen, ik zal morgen de hele dag in jullie oor zitten!’ De renners zijn te moe voor Sergeants peptalk. Het eerste hectische weekend zit in hun benen en de angst om bij een valpartij betrokken te raken, vergt z’n tol. Tim Wellens en Tiesj Benoot verlaten de tafel, ze zijn slapies. Op hun hotelkamer nemen ze de roadmap door. Tiesj is de rookie. Het is zijn eerste grote ronde. Tim heeft al een tour op zijn teller staan. Een klop op de deur; Thomas De Gendt komt op zijn pantoffels binnen. Hij nestelt zich tussen de rommel in de kamer. Koffers liggen open op bed. Op het nachtkastje ligt ‘De Val’. Tiesj heeft dit boek over een vriendengroep van vijf Belgische jongens die profrenner willen worden, meegenomen ter ontspanning. Hij heeft gehoord dat de inhoud best heftig is. Veel gelezen heeft hij nog niet. Hij is te opgewonden over zijn eerste tour. ‘Ik voel me goed jongens, het vele werken dit voorjaar betaalt zich uit.’ ‘Ja,’ beaamt Tim, ‘je peddelde in de Dauphiné lekker omhoog man. Als ik het morgen even niet meer trek, ga ik in je wiel hangen.’ ‘Ik was zelf ook verrast. Ik reed wel effe met de beste klimmers mee’. ‘Dat moet je zelfvertrouwen geven,’ doet Thomas een duit in het zakje. ‘Dat gaf het mij in ieder geval wel toen ik een Dauphinérit won en een paar dagen in de leiderstrui mocht rijden.’ ‘Ik vraag me af of ik dit vol ga houden,’ uit Benoot zijn zorgen. ‘Het is de eerste keer dat ik drie weken achter elkaar zal koersen.’ ‘Ik had het er twee jaar geleden best moeilijk mee,’ geeft Tim eerlijk toe. ‘In de tour is echt alles anders.’ Wellens wil zijn eerste deelname liever snel vergeten. Steile ambities kunnen snel plaats maken voor een diepe deceptie. ‘Ik heb het onlangs nog tegen mijn voeten gekregen van mijn pa,’ vertrouwt hij zijn ploegmakkers toe. ‘Hij vindt dat ik het te veel laat lopen.’ ‘Tim,’ zei hij, ‘er is niks verkeerd mee om je eens dubbel te plooien voor een goede notering.’ ‘Hij heeft zeker een punt, maar als ik dit jaar een etappe win, ben ik dik tevreden. Een goed klassement staat bij mij on hold.’ ‘Morgen komen we in Luxemburg de eerste heuvels tegen,’ merkt Thomas met een knik naar de kaart op. Hij graait nog es in het zakje M&M’s dat hij altijd bij zich heeft. ‘Dat zal een slag slaan in het peloton.’ ‘Hoe gaat het trouwens met je pols?’, vraagt Tiesj. Je hebt vandaag een behoorlijk stukkie op kop gereden, had je er geen last van? ‘Nee geen centje pijn. Ik vrees alleen dat ik me te veel in de kaart heb laten kijken. Het peloton weet nu dat ik goed in mijn vel steek. Ze zullen me extra in de gaten houden.’ ‘Dat denk ik ook. Ze laten je niet zomaar wegrijden,’ zegt Tim. ‘In dat geval zal je slim moeten zijn.’ ‘Als het morgen een lastige start is en ik heb goeie benen dan ga ik het toch proberen,’ klinkt het daadkrachtig uit Thomas’ mond. Een ding is zeker deze drie Belgische musketiers zijn er klaar voor.

Een bericht uit het hart van de Tour de France. Namen en feiten kloppen, verder laat Taalmens zijn verbeelding spreken.

Dylan Groenewegen

Zondag 2 juli 2017 Rit 2

Het sprinttalent Dylan Groenewegen zit wat ongemakkelijk in de bus op weg naar de inschrijving. Hij heeft slecht geslapen. Zijn gat is beurs van die glijder van gisteren. Hij hoopt dat dit niet zijn prestaties gaat beïnvloeden. Gelukkig hoefde hij nu niet op twitter te melden dat het glad was. Vandaag is een redelijk vlakke rit, de heuvels in de Ardennen laten ze links liggen. Dat betekent voor Dylan een kans op een eerste ritzege in de Tour. Vanochtend bij het ontbijt keek hij slinks naar zijn maten van de sprinttrein. Het zit erin als ze hem goed in stelling weten te brengen. Timo, Tom, Jos en Robert zien er allemaal strak gemotiveerd uit. En terwijl hij door zijn kale spaghetti roert, denkt Dylan terug aan de Ster ZLM-toer en hoe succesvol ze twee keer waren. Ja, het moet mogelijk zijn die verrekte Duitsers af te troeven. Maar zijn enthousiasme smoort in de kiem als hij eerlijk zijn kansen inschat. Er zijn grotere favorieten, zoals Marcel Kittel of Andre Greipel. En vergeet Mark Cavendish niet, die is net op tijd weer in vorm. Vorig jaar heeft die dekselse Mark nog vier keer laten zien dat je hem niet moet uitvlakken. Dylan strijkt zich nog eens door zijn lange haren – sinds Peter Sagan een trend bij wielrenners, net zoals die windgevoelige hipsterbaardjes. En dan die retro snor van hem, denkt Dylan, voordat hij zijn helm op zet. Hij legt zijn zaakje nog even goed en stapt de bus uit, het mediacircus in. Gelukkig heeft hij vorig jaar zijn vuurdoop gehad, hij weet wat hij kan verwachten. Ze zullen wel weer over afgelopen zondag beginnen, die persmuskieten. In ‘s-Heerenberg lukte het hem niet om zijn rood-wit-blauwe trui te verdedigen. Die lange Ramon Sinkeldam rijdt er nu in. Nou ja ik snap Ramon niet, alsof hij niet trots is Nederlands kampioen te zijn! Er zit maar een klein stukje nationale driekleur op zijn tenue. Of is dat een eis van sponsor Sunweb? ‘Dylan, Dylan, wat zijn je kansen vandaag?’ ‘Sta je op het podium in Luik?’ Groenewegen zet zijn breedste glimlach op. Hij sluit zijn ogen en komt juichend over de streep. Even geen pijn aan de billen. #TDF2017

Fabian Cancellara

Zaterdag 1 juli 2017 Rit 1 

Waar in de Giro d’Italia drie weken lang geen druppel regen viel, wordt de Tour de France op dag één flink geteisterd door de regen. Als de eerste renner Elie Gesbert begint aan de openingstijdrit van 14 kilometer door Düsseldorf is er al 10 millimeter water gevallen. De verwachting is dat laat in de middag de regen zal afnemen. Voor de late starters kan dat een voordeel zijn. Chris Froome, de winnaar van vorig jaar vertrekt als laatste om 18.32 uur van het startpodium. Het Grand Depart is na 12 jaar terug in Duitsland, het land dat het wielrennen hypocriet de rug had toegekeerd. Een beetje verscholen bij de eindstreep aan de Rijn staat een man met een prominent profiel. Half lange haren en een scherpe neus. Fabian Cancellara wil niet opvallen. Vorig jaar nam hij afscheid van het profwielrennen. Met een olympische gouden plak op zak van de tijdrit in Rio de Janeiro kon hij zich geen mooier slotakkoord wensen. Of het moest het feestje met z’n fans zijn in ’t Kuipje in Gent. Daar denkt Fabian met een glimlach aan terug. Die Belgen zijn echte wielerfanaten en ze hebben hem altijd gesteund, mede omdat hij goed presteerde tijdens hun klassiekers. Tja laten we die opmerkelijke versnelling die hij plaatste in de Ronde van Vlaanderen en favoriet Tom Boonen ver achter zich liet, maar even vergeten. Men dacht dat hij een mechanisch hulpmotortje in zijn racefiets had verstopt. Meewarig schudt Fabian zijn natte haren. Hoe kwamen ze daarbij? Hij had die dag gewoon goede benen. Gelukkig kon niemand deze aantijgingen hard maken en hebben de fans het hem vergeven. Ondanks de regen geniet Fabian van de wedstrijd. Soms kriebelt het nog, die competitiedrang blijft erin zitten hè. Maar nu zijn er jongens als Tony Martin en Tom Dumoulin die zijn rol hebben overgenomen. Jammer dat de winnaar van de roze trui niet mee doet. Zijn landgenoot Jos van Emden kan een scherpe tijd neerzetten waar de rest van de renners zich op stuk kan bijten. Fabian Cancellara schreef drie keer de openingstijdrit van La Grande Boucle op zijn naam. De laatste keer was in het vorstendom Monaco. Dat is acht jaar geleden als hij het zich goed herinnert. Vrijwel onzichtbaar verdwijnt de Zwitser in de menigte. Tijd voor een Duits biertje, dat mag nu.

Zomerexpo

Water is een geliefd onderwerp in de beeldende kunst. De ZOMEREXPO die dit jaar in Museum De Fundatie in Zwolle wordt gehouden, heeft water als thema. Als je vanuit stad Zwolle naar het kasteel Het Nijenhuis in Heino rijdt, waan je je in een andere wereld. Een oase van groene rust. Zeker op een zinderende dag als vandaag. Ik ben eigenwijs en denk dat ik het zonder Tomtom kan vinden. Ik ben er immers vaker geweest. Na het gehucht Windesheim gaat het mis. De weg wordt steeds smaller. Hopelijk zijn er geen tegenliggers, zoals zware landbouwmachines. Jonge veulens liggen in de schaduw van een bomenrij en ik breng opnieuw de waterfles naar mijn mond. Het zweet breekt me uit. Ik ben opgelucht als ik uiteindelijk de contouren van het kasteel zie. Op het parkeerterrein laat ik mijn I-makker achter. In de futuristische koepel van de Fundatie heb ik het eerste deel van de zomerexpo gezien. Nu ben ik benieuwd naar de rest. En met name de beelden in de tuin. Een goede vriendin van mij is het gelukt om bij de open inschrijving geselecteerd te worden en haar werk is één van de 254 kunstwerken. Schilderijen, tekeningen, video’s, foto’s, sculpturen en installaties, in vele vormen en materialen geven uiting aan het thema water. Bij de kassa zegt de vriendelijke dame: ‘U heeft geen plattegrond nodig. U bent hier vaker geweest!’ Ik zeg dat mijn interne navigatie het met deze hitte laat afweten. ‘Een plattegrond van de beeldentuin is geen verkeerd idee.’ Na tien minuten wandelen heb ik het ‘Rode lint boven ’t water’ gevonden. Ik pak mij mobiel om de schittering in het water vast te leggen. Een groep rolstoelgebruikers volgt dezelfde route. Als ik in mijn ooghoek een stoel zie naderen waarschuw ik voor de boomstronk die precies in het pad boven het zand uitsteekt. Geen overbodige daad, want een voorganger had zojuist een binnensmondse vloek ingeslikt. ‘He wat vind ik dit leuk!’, hoor ik een aantal vrouwen kirren. ‘Je moet er maar opkomen.’ ‘Nou, ik zal de complimenten aan de maakster overbrengen,’ zeg ik. ‘Hoe heet zij?’ ‘Caroline Stoop.’ ‘O, dat is een bekende naam.’ In de catalogus staat als omschrijving van de expositie: ‘Je vaart op boten, likt aan ijsjes, loopt over golvende tapijten, ziet bewegend water, stilstaand, zuiver en troebel water, storm en regen, beelden die doorweekt, droog of dampend of simpelweg aangrijpend zijn.’ Ik leer dat water het nieuwe goud (Vincent Vogels met The New Gold) is. Want water is wereldwijd een schaars goed, waar we niet altijd even zuinig mee omspringen (Rosanne van der Lugt met Rundergehakt). Water kan vreugde brengen en vertier (Elly de Jong met Zwemmer) maar ook bedreigend zijn of voor overlast zorgen (Bert-Rene Brinkman met Plas #1). Samen weerspiegelen deze waterimpressies – realistisch, conceptueel of abstract –  de bewegingen in de hedendaagse kunst. Bij het ‘indrinken’ van de zomerexpo constateer ik dat veel kunstenaars eind jaren ‘50 en begin ‘60 zijn geboren. Het is mijn generatie die nu hun talenten te gelde moet maken.

Vaders en zonen

 

Op de valreep van Vaderdag -als de walmen van de BBQ zijn opgetrokken-  een kleine overdenking over ‘vaders’ in boeken en films. Er gaat heel wat mis in vader-zoonrelaties, merkte ik de afgelopen weken. Niet iedere zoon heeft een goede band met zijn vader. Komt het ooit nog goed tussen vaders en zonen? Ik vrees het ergste. Een vader kun je niet kiezen, noch een zoon.

Als je de autobiografische romancyclus van de Noorse schrijver Karl Ove Knausgård leest valt het meteen op. Karl Ove kan totaal niet met zijn vader overweg. Het is zwijgen of grommen, mijden of verdommen. ‘(Hij -de vader) zei dat hij niet begreep waarom ik er wilde uitzien als een idioot en dat hij zich ervoor schaamde mijn vader te zijn.’ Je kan ook dagelijks met je vader botsen, zoals Jelle Brandt Corstius. ‘Maar als hij er dan niet meer is, dan is de wereld een stuk leger,’ schrijft hij in ‘As in tas’. Dit boek is zowel een reisverhaal als een liefdevol gedenkschrift. De vader van schrijver Gustaaf Peek is ook overleden. Hij had volledig met zijn vader gebroken. ‘Hij had zelden een vriendelijk woord voor mij over’, vertelt Peek in een interview. ‘Ik moest rechten gaan studeren. Hij wilde niet dat ik schrijver zou worden […] Ik koos ervoor geen contact meer met hem te hebben.’ ‘Tonio‘, het lijvige boek van A.F.Th van der Heijden is een requiem, de verwerking van de dood van zijn zoon. Een ervaring die geen ouder zou mogen mee maken, maar het gebeurd. De vader in ‘Karakter’ van Bordewijk werkt zijn buitenechtelijke zoon tegen in zijn pogingen om advocaat te worden. Of heeft deze tegenwerking de zoon juist grootgemaakt? Niet bepaald een hartverwarmende vader-zoonrelatie. Maar in een verschrikkelijke vader kan ook liefde verscholen zitten. Mike van Diem die het boek verfilmd heeft zegt dat veel producenten in Hollywood smullen van een ingewikkelde verhouding tussen vaders en zonen. En de relaties kunnen in dramatisch opzicht erg ingewikkeld zijn. Troonopvolging, competitiedrang, jaloezie en het Oedipuscomplex worden regelmatig door de creatieven uit de kast gehaald. Misbruik, geweld, drugs en criminaliteit kunnen de familiebanden danig in war schoppen. Herkenning en projectie spelen bij de waardering van films en boeken een rol. De mannelijke kijker/lezer kan daarbij mijmeren over de eigen verhouding met zijn vader, of de huidige met zijn zoon. Kunst biedt een schat aan vergelijkingsmateriaal. Filmer Robert Jan Westdijk bracht vorig jaar ‘Waterboys’ uit waarin vader en zoon beiden worstelen met liefdesverdriet en elkaar op een reis door Schotland beter gingen begrijpen. Deze film staat in schril contrast met het Deense drama ‘Festen’. Tijdens een familiediner confronteert een zoon zijn vader met diens verderfelijke gedrag. De verhoudingen zijn daarna voorgoed verstoord. Een keiharde film. Tot slot het rake gedicht van de overleden columnist Nico Scheepmaker over zijn vader.

 

Mijn vader werkte, thuis, op zijn kantoor.

 

Ik wist niet beter of daar was hij voor.

 

Hij schreef miljoenen cijfers in de boeken

 

en ik deed weinig moeite hem te zoeken.

 

Pas nu ík vader ben komt ook mijn vader

 

bij elke stap van Sara mij steeds nader:

 

hij wás er dan toch maar, en hield van mij,

 

al ging dat ongemerkt aan mij voorbij.

 

Niet helemaal, maar zijn onhandigheid

 

vermengde zich met zijn gebrek aan tijd

 

waardoor wij tussen al het grappen maken

 

alleen nog samen over voetbal spraken.

 

Zo kwamen wij, op parallelle wegen,

 

elkaar in feite nooit ’n keertje tegen.

 

Veel zonen en vaders zullen zich in een of meer van bovenstaande teksten herkennen. Zelf zie ik vooral een hardwerkende vader voor me die dingen met weinig woorden kon zeggen. Een vader met een warm en groot hart. Een vader die het best moeilijk zal hebben gevonden dat ik niet de opvolger van zijn bedrijf werd of zorgde voor nageslacht. Maar wel de vader die me oogluikend alle vrijheid gaf om te worden wie ik wilde zijn. Op een dag als vandaag is het jammer dat hij er lijfelijk niet meer bij is.

 

Pauperparadijs

Armoe of rijkdom? Het wiel, het lot beslist. Als je voor een dubbeltje geboren bent, kan je proberen een kwartje te worden, maar je afkomst blijft je achtervolgen. Generaal Johannes van den Bosch dacht daar anders over. Hij wilde de 40 procent van de bevolking die in 19de eeuw in armoe leefde verheffen en van betere leefomstandigheden voorzien. Hij plaatste in het veen enkele gestichten waar armen en wezen huisvesting, onderwijs en eten kregen in ruil voor hun arbeid. Een nobel initiatief. In de voorstelling komen ze op hun knieën uit de slums, de kleine huisjes van de Jordaan gekropen.

Na het grote succes van afgelopen jaar (40.000 bezoekers) is ‘Het Pauperparadijs’ deze zomer terug in Veenhuizen. De theatervoorstelling is gebaseerd op de bestseller van Suzanna Jansen en geschreven en geregisseerd door Tom de Ket (o.a. ‘De Verleiders’). Waar anders dan op het binnenterrein van het gevangenismuseum, het voormalig Derde Gesticht, kan dit stuk over een sociaal experiment gespeeld worden? Ondanks protest van omwonenden.

In een prachtig kaal grijs (het gaat immers over armoede) en uiterst beweeglijk decor speelt zich het liefdesverhaal tussen Teunis en Cato af. Hoe Teunis, een prachtig brutale rol van Steyn de Leeuwe met zijn zusje Aagje (Myrthe Burger speelt de onnozelheid zelve) naar Veenhuizen worden verscheept via Zuiderzee en Drentse Hoofdvaart. Mooi is het dat het grote zeil nog gehavend is van de vorige reeks voorstellingen of zijn de gaten met theatrale verbeelding aangebracht?

In het veen ontmoet Teunis de aanlokkelijk blonde Cato. Via het korenveld zet zich de misère in het opvoedingskamp voort. Ik zal het verhaal -voor zover niet bekend- niet verder verklappen.

Het is een groots muziekspektakel, met muziek en liederen van zangeres Lavalu & de Pauperband. Variërend van een lief slaaplied tot snoeiharde rock tijdens een razzia.

De geschiedenis van de Maatschappij van Weldadigheid, het met bijna militaire discipline heropvoeden van arme paupers tot keurige burgers is prachtig en met eenvoudige middelen verbeeld. Ondanks de goede bedoelingen van Johannes van den Bosch faalde het experiment jammerlijk. De tucht was onmenselijk, de hygiëne bedroevend met allerlei ziektes ten gevolg.

Een beetje moeite heb ik met de alwetend verteller (Paul Kooij). Ik begrijp dat je de historie moet indikken en dat je moet kunnen begrijpen waar het over gaat. Maar als schrijfcoach zou ik zeggen ‘Show, don’t tell’. Waarschijnlijk wil de regisseur ons zo bij de oude verborgen geschiedenis betrekken door af en toe duidelijk een link te leggen naar de maatschappij waarin wij leven.

Het is Les Misérables, een historisch epos in het Drentse veen: prachtig gaat dat zien.

Kijk voor meer informatie op www.hetpauperparadijs.nl

 

The Fence

De rapportage over het Foto Festival Naarden wordt onbedoeld een drieluik. U heeft nog twee locaties van mij te goed, namelijk Bastion Nieuw Molen en The Fence. Dit hek moet u letterlijk opvatten. Het zijn eigenlijk grote banners die overal door Naarden hangen. De Nederlandse fotograaf Geert Broertjes heeft met grove zwart-wit foto’s zijn afgelopen jaar vastgelegd. Hij noemde het verrassend 1 Year. Het was een intense periode. Hij verloor zijn grootmoeder, tante en moeder. De foto’s zijn genomen rond de dood van zijn moeder en zijn onbewust een reflectie van zijn rouw.

Baukje Venema probeert grip te grijpen op het autisme van haar dochter Tinke. Ze heeft geprobeerd om vanuit een gevoel van onmacht en verdriet een manier te vinden om de wereld door de ogen van Tinke te kunnen zien. De liefde en frustratie spatten van de foto’s.

Fotograaf Inge van Mill ging in gesprek met Marokkaans-Nederlandse jongens in de Schilderswijk. Ze maakte met haar camera intieme portretten van de jongens uit de buurt. Haar reportage is te zien onder de titel ‘Tweederangsburger’ – bewust met aanhalingstekens omdat de jongens zich zo behandeld voelen.

Hadas Itzkovitch en Anya van Lit vormen een fotografisch duo gevestigd in Amsterdam. Hun werk gaat over sociaal relevante hedendaagse thema’s. Dat resulteert in autonome, geënsceneerde portretten op groot formaat. In Naarden is een selectie uit de serie ‘In Full Force’ te zien. Het is een serie portretten van geüniformeerde  politieagenten uit verschillende landen.

In Bastion Nieuw Molen is in de buitenlucht het werk van George Steinmetz te zien. Deze Amerikaanse fotograaf geeft met ‘Feeding 9 Billion’ een actueel beeld van de megafarms die in de VS, maar ook in Brazilië en Japan, de voedselproductie bepalen. Het ziet er allemaal niet bepaald duurzaam uit. De verwachting is dat we rond 2050 twee keer zo veel voedsel moeten produceren om aan de stijgende mondiale vraag te voldoen. De landbouw staat dus onder druk. De foto’s zijn hallucinerend en soms ontluisterend. De techniek waarmee Steinmetz zijn foto’s maakt is fascinerend. Hij gebruikt een gemotoriseerde paraglider. Het toestel is niet alleen erg licht, maar je kan er ook langzaam mee vliegen. Daardoor kan hij dicht bij de grond komen zonder het land te verstoren.

En tenslotte, maar zeker niet de slechtste, zijn de zelfportretten van de jonge fotograaf Rik Besseling. ‘Fotografie is voor mij een taal. Een manier om te vertellen wat mijn ogen zien en wat ik voel, mijn verhaal zonder woorden.’ Besselink fotografeert intuïtief, zijn fotografie is puur en eerlijk. Wat hem inspireert is het moment dat emotie, realiteit en esthetiek samenkomen. ‘Please Disturb’ is voor Rik een vlucht naar zelfacceptatie. Als cabin attendant reist hij de hele wereld over. Hij verblijft veelal in luxe, anonieme hotelkamers. Sinds een jaar is iedere hotelkamer het decor voor een zelfportret. ‘Het ontheemde gevoel dat ik hier ervaar, ver van huis, reflecteert de eenzaamheid die ik herken uit mijn jeugd.’ De realiteit, waarin een man die van mannen houdt, lang niet altijd wordt geaccepteerd.

Helaas zullen we twee jaar moeten wachten op de volgende editie van het Foto Festival Naarden.

Piet Mondriaan

‘Amsterdam heeft het’ en ‘Er gaat niks boven Groningen.’ Zo heeft elke stad haar eigen leus. Gisteren kwam ik met de trein aan in Den Daag. In de stormwind stond ik op tram 16 te wachten. Op een ministeriegebouw stond de leus: ‘Van een saai en eentonig leven gaat zelfs een schimmel dood.’ Ook een manier om je stad te profileren. Maar Den Haag wil niet saai of eentonig zijn. Het Gemeentemuseum heeft deze zomer een overzichtstentoonstelling van Piet Mondriaan. Als je goed oplet zie je overal rood, blauw en gele vlakken in de stad. Dit jaar vieren meerdere steden dat de kunstbeweging De Stijl, waarvan Mondriaan vooraanstaand lid was, precies honderd jaar geleden werd opgericht.

In het Gemeentemuseum kun je mee op reis door het leven en werk van Piet Mondriaan (1872-1944). Die reis voert langs metropolen Amsterdam, Parijs, Londen en New York, de steden waar Mondriaan zijn geniale brein de vrije ruimte kon geven en de ontdekkingen deed waarmee hij de kunst totaal veranderde. Hoe ontwikkelde Mondriaan zich van het schilderen van figuratieve landschappen naar abstracte rechte lijnen en rood, blauw en geel?

Je kan maar liefst 300 werken van Mondriaan zien die in een chronologische volgorde opgehangen zijn. Je moet eigenlijk zelf maar verzinnen waarom hij van duingezichten, molens en de toren in Domburg naar abstract werk morfeerde. Mijn idee: hij verbrak een verloving in Zeeland en ging rond 1912 naar Parijs omdat dat de stad was waar het qua kunst allemaal gebeurde. Daar maakte hij kennis met de kubistische vormen van Picasso en Braque. Hij probeerde zijn tekening van een grijze boom ook in hoekige en ronde vlakjes op te delen. Doordat de oorlog uitbrak ging Mondriaan terug naar het ‘neutrale’ Nederland en maakte daar kennis met het kleurgebruik van Jan Toorop en de platte vlakjes van Bart van der Leck. Ook leden van de kunstbeweging De Stijl. Maar in plaats van alles klakkeloos over te nemen, zoog Mondriaan het als een spons op, wrong het uit en destilleerde er zijn eigen extract uit. En dat eindigde met een explosie van rode, gele, blauwe stippen die als raceautootjes door de straten en avenues van New York scheuren. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat een schilder in een enkel mensenleven tot zo’n ontwikkeling in staat is geweest.

Ben ik enthousiast? Nee, eerder bekroop me het idee dat ik het werk allemaal eerder had gezien. Waar zit dan de noodzaak om het werk opnieuw te exposeren, waarin zit het nieuwe? Mondriaan zou maar een saaie man zijn, zegt men, zeker geen feestnummer. Wel rechtlijnig. Een einzelgänger die moeilijke boeken over theosofie las, een ascetisch leven leidde. Een man met zijn strakke gezicht geen vrouw het hof kon maken.

Het verrassende aan deze tentoonstelling is dat dit beeld niet klopt. De biografische aanpassingen zitten ‘m vooral in de zijzaaltjes, de kabinetten, waarin een ander beeld van de schilder wordt geschetst. Daar zijn bijvoorbeeld de foto’s en brieven geparkeerd die zijn liefdesleven belichten, dat hij uitbundig kende. Met vele vriendinnen, met wie hij niet trouwde (hij verloofde zich één keer), omdat ze hem niet de ‘absolute liefde’ konden schenken. Niks geen saaie Piet dus.

Mondriaan stierf in het harnas, zich verbijtend dat hij zijn laatste meesterwerk niet kon afmaken. Victory Boogie Woogie is het laatste werk van deze radicale vernieuwer. De gekleurde plakkertjes zitten er nog op.

 

HIJ was erbij

Dit pinksterweekend organiseert Stichting Opwekking op het evenemententerrein van Walibi in Biddinghuizen hun jaarlijkse Pinksterconferentie. Het thema is ‘Gods Geest geeft LEV’. ‘In het thema komt de Geest van God nadrukkelijk naar voren. We willen met elkaar nadenken over wat het betekent dat de Heilige Geest ons lev geeft. Dit Hebreeuwse woord betekent kracht, moed, durf en hart. Leven met lev betekent dat je moedig leeft, dat je authentiek bent, dat je het werk van Gods Geest in je hart weet om te zetten in de praktijk van je dagelijks leven,’ zegt Ruben Flach, de directeur van Stichting Opwekking. ‘Met Pinksteren vieren we de uitstorting van de Heilige Geest’, gaat hij verder, ‘Als wij als christenen meer en meer met lev gaan leven, zal dat in alle delen van onze samenleving zichtbaar worden. Als Opwekking verlangen wij naar een geestelijke vernieuwing in ons land. Want ons land wacht op christenen die authentiek zijn, laten zien wie Jezus is en die met hart en handen het evangelie uitdragen. We geloven dat dit thema een krachtige bijdrage zal leveren aan het zichtbaar worden van deze geestelijke vernieuwing, binnen en buiten de kerk.’

Eén van de eerste manuscripten die ik voor Scholten Uitgeverij mocht redigeren was het boek ‘HIJ was erbij’. Dit boek is geschreven door Kees en Fieke Goedhart. Kees was jarenlang de stuwende kracht achter Stichting Opwekking. Dit jaar is hij er niet bij, maar in de boekhandel op het terrein staat een levensgrote kartonnen foto van Kees om de bezoekers attent te maken op zijn nieuwe boek. De mensen van Groot Nieuws Radio haalden een grap uit door de kartonnen afbeelding uit de boekentent te stelen en naar hun eigen studio te brengen. Via Facebook begrijp ik dat het boek goed verkoopt en dat de voorraad vandaag moest worden aangevuld.

Fieke en Kees Goedhart kunnen dankbaar terugkijken op een gezegend leven. Een boeiende periode die de moeite waard is om op te schrijven voor het nageslacht en andere belangstellenden. In ‘HIJ was erbij’ vertelt Fieke haar levensverhaal dat begint in Indonesië, in de tijd dat de Jappen het land binnen vielen. Halverwege het boek neemt Kees het verhaal over. Hij heeft net zoals zijn vrouw een moeilijke start in zijn jeugd als slachtoffer van een polio-epidemie. Het is mooi om te lezen hoe deze twee levens, die beide getekend zijn, elkaar door het verspreiden van Gods Woord kruisen.

In dit boek vervlechten hun verhalen zich en komen ze als ‘zendingwerkers’ in de tropen terecht. Dit is pas het begin van hun evangelisatie werkzaamheden. Of het nu de Cariben, Duitsland of Nederland is, overal komen mensen tot geloof, met name door de genezingswonderen die God in hun midden doet. Samen richten zij de stichting Zending en Gemeente op. Zij organiseren paasconferenties en bijbelstudieweken, die erg succesvol zijn. Kees wordt bestuurslid van de Stichting Opwekking, en schrijft veel Bijbelstudies. Fieke zet zich in voor Aglow Nederland, en zij geeft trainingen en houdt lezingen. Dit zijn zo maar wat terugblikken uit dit boek.

De Goedharts zijn blij dat ze zoveel hebben kunnen doen -en nog doen- in de gemeenten. ‘God is goed voor ons geweest’, zeggen ze zelf. ‘Hij heeft ons steeds de weg getoond die wij moesten gaan.’ ‘HIJ was erbij’ is een mooi getuigenis en door het lezen van dit boek zijn wij er als lezer ook een beetje bij.