Op herhaling

De Zweedse zangeres Loreen wint in 2012 met groot gemak het Eurovisie Songfestival in Bakoe. Met haar overwinning zorgt ze voor een kentering, het songfestival een beetje in een verdoemhoekje beland en door de gay-community geadopteerd, krijgt met het winnende liedje ‘Euphoria’ een kneiter van een wereldhit. Het festival stijgt in aanzien en ook Nederlandse artiesten van naam zien het plotseling zitten om mee te gaan doen aan deze competitie. Na zeven droge jaren zorgt Anouk met ‘Birds’ een jaar later voor een verdienstelijke negende plek in de finale. Het is het begin van redelijk succesvolle jaren voor de Nederlandse inzendingen. Met de uiteindelijke winst van ‘Arcade’ van Duncan Laurence in Tel Aviv.

Nu is Loreen terug op het Eurovisiepodium met ‘Tattoo’, https://youtu.be/b3vJfR81xO0 een nummer waar je even aan moet wennen, misschien ook wel omdat de klassieker ‘Euphoria’ zo in je geheugen zit.

Forever, ’till the end of time

From now on, only you and I

We’re going up-up-up-up-up-up-up

Euphoria

Bij de bookmakers is ze torenhoog favoriet en kan iedere andere kandidaat bij voorbaat wel inpakken. Zelf hoop ik toch nog op een onverwachte verrassing, die zal dan ook uit het hoge noorden komen, namelijk Finland of Noorwegen, de andere favorieten. Of kunnen Israël, Frankrijk of Oostenrijk nog voor een surprise zorgen?

Verstandig?

Is het wel verstandig om als oud-winnaar terug te keren? Het komt over als een beetje bloedarmoede, alsof er geen andere artiesten zijn, maar ja dat is in Zweden zeker niet het geval. Daar staan ze rijen dik om mee te mogen doen.

Loreen heeft een aantal Zweedse voorgangsters die hetzelfde hebben geprobeerd. Carola wint jammer genoeg in 1991 met ‘Fångad av en stormvind’ van het allermooiste Eurovisielied ooit ‘C’est le dernier qui a parlé qui a raison’ van Amina en in Athene (2006) doet Carola opnieuw mee. Ze behaalt een verdienstelijke vijfde plaats met ‘Invincible’ wat ze dus niet blijkt te zijn. Ook Charlotte Nilson doet na ‘Take me to your heaven’, winnares in 1999, nog eens mee. In 2008 komt ze als Charlotte Perrelli met ‘Hero’ uit op de achttiende plaats, niet het gewenste resultaat.

Mister Eurovision

In het verleden hebben we echter Johnny Logan gehad, in de wandelgangen terecht Mr. Eurovision genoemd. Hij wint in 1980 met What’s another year’ en zeven jaar later opnieuw met ‘Hold me now’. Daartussen zit een bewogen periode wat betreft zijn muziekcarrière en privéleven. Nog een aantal jaren later schrijft hij voor Linda Martin het winnende lied ‘Why me’. Het zijn de hoogtijdagen van Ierland op het ESC. Als de zanger gevraagd wordt wat het geheim van zijn succes is zegt hij: ‘Er is geen geheim, zing gewoon zo goed als je kunt.’ Maar ook voor Ierland kan het verkeerd uitpakken. In 1993 wint Niam Kavanagh met het ingetogen ‘In your eyes’. Met ‘It’s for you’ eindigt ze in 2010 als nummer drieëntwintig.

Noorwegen

Er zijn meer winnaars die nogmaals hun gezicht laten zien, maar dat is absoluut geen garantie voor succes. De Noorse lieveling Alexander Rybak komt negen jaar na zijn sprookjesoverwinning terug met een aanmatigend lied waarvan de tekst vertelt hoe je het beste een winnend lied moet schrijven: ‘That’s how you write a song’. Nou, mooi niet, ondanks zijn status wordt hij hard door – met name de televoters – van zijn troon gestoten. In Noorwegen is er nog een ex-winnares die van geen ophouden weet. Elisabeth Andreassen wint in 1985 met ‘La det swinge’ als deel van het duo Bobbysocks. In 1996 doet ze solo opnieuw mee en finisht als tweede met ‘I Evighet’. Twee jaar eerder eindigt ze als zesde met een duet gezongen met Jan Werner Danielsen. Het nummer heet verrassend ook ‘Duett’.

Duitsland probeert het nadat ze eindelijk weer eens gewonnen hebben met Lena’s ‘Satellite’. Meteen een jaar later verdedigt ze haar overwinning. Lena gaat niet af met ‘Taken by a stranger’, maar kan niet voor een ongekende stunt zorgen. Haar revival eindigt op de tiende plek.

Uit de oude doos

Helemaal uit de oude doos: Lys Assia, de allereerste winnares in 1956, komt ook het jaar erna de titel verdedigen. Ze eindigt een na laatste. Het jaar daarop doet ze voor de derde keer mee, dan wordt ze tweede. Ook onze Corry Brokken doet een jaar na ‘Net als toen’ een poging om opnieuw te winnen. Ze eindigt als laatste.

En nu we toch bezig zijn. Gigliola Cinquetti wint voor Italië in 1964 met ‘Non ho l’età’. Tien jaar later keert ze terug met ‘Si’ maar vindt dan Waterloo van ABBA op haar pad. Ze eindigt met zes punten verschil als tweede.

Er zijn twee winnaressen die terugkwamen en daarbij op de derde plek eindigen. In 1962 wint Isabelle Aubret voor Frankrijk met ‘Un premier amour’. Zes jaar later scoort ze met ‘La source’ de bronzen plak. Ook Anne-Marie David die in 1973 voor Luxemburg won met ‘Tu te reconnaîtras’ doet voor haar eigen land Frankrijk mee in 1979 met ‘Je suis l’enfant-soleil’, met hetzelfde resultaat.

De slechtste return maakt Dana International, toch al niet een winnares op grond van haar zangkwaliteit komt na ‘Diva’ voor Israël terug met een draak van een liedje ‘Ding dong’ en haalt niet eens de finale.

Kortom een risky business om het na een overwinning nog een keer te proberen. Overmoed komt ten val is het adagium. We gaan zien hoe dat komende zaterdag voor Loreen gaat uitpakken. Zij haalt komende dinsdag in iedere geval met twee vingers in de neus de finale.

I’ll walk through fire and through rain

Just to get closer to you

You stuck on me like a tattoo

Zal de overwinning opnieuw als een klinkende euforie, als een tattoo aan haar huid vastzitten? #esc2023

Alleen

Onlangs las ik het boek ‘Alleen’ van Daniel Schreiber, een jonge Duitse essayist die een nieuw licht werpt op hedendaagse onderwerpen. Puttend uit zijn eigen ervaringen en filosofische en sociologische ideeën, onderzoekt hij het spanningsveld tussen enerzijds de behoefte aan vrijheid en alleen-zijn, en anderzijds het verlangen naar nabijheid, liefde en gemeenschap. Centraal in zijn boek staat de vraag: Kun je een goed leven leiden zonder een romantische relatie? En kunnen vriendschappen een remedie zijn?

Erg herkenbaar

Best wel een confronterend boek. Veel van wat Schreiber beschrijft is heel erg herkenbaar. Net als de auteur heb ik er niet bewust voor gekozen om alleen te zijn. Je gaat ervan uit dat je oud zult worden met iemand. Je date, je gaat uit om iemand te vinden, je hebt onenightstands en (korte) relaties om te ervaren hoe het is om met iemand samen te leven. Ergens rond je veertigste stopt het ongemerkt, niet een bewuste keuze, maar je gaat niet meer gericht zoeken. Je wilt niet gefrustreerd thuiskomen dat het weer niet gelukt is, dan kan je beter een avond met vrienden doorbrengen, naar de film gaan of een goed boek lezen. Dat geeft meer voldoening. Maar dat wil niet zeggen dat je geen behoefte meer hebt aan die intieme verbondenheid, het je hart kunnen luchten bij iemand die nabij is.

Buitenwereld

Hoe kijkt de buitenwereld ertegenaan? Sommige mensen zeggen: ‘Zo’n aardige man als jij moet toch wel iemand kunnen vinden?’ Of anderen: ‘Leg je de lat niet te hoog, heb je niet te veel eisen?’

Het is lastig om het alleen-zijn niet als iets negatiefs te zien. Nog steeds wordt de romantische liefde als hoogste waarde, als de ideale situatie gezien. Moet je dan steeds verdedigen of zelfs schamen (er zal wel iets mis met hem zijn) dat je geen partner hebt? Ik denk wel dat de omstandigheden zijn veranderd. Immers een steeds groter wordend aantal mensen leeft alleen (in Nederland 18% van alle inwoners) en in een relatie kun je ook alleen voelen.

Ik voel me (gelukkig) niet eenzaam. Soms ben ik graag alleen, geen gedoe om me heen. Als kind vond ik het prettig om me terug te trekken, een boek te lezen, te struinen over de akkers van mijn vader, alleen of met de hond, even alles om me heen vergeten en in gedachten verzinken, dagdromen.

Goede vrienden

Natuurlijk doe ik ook graag dingen met andere mensen, maar ik vind het geen ramp om in m’n eentje thuis te zijn. Ik vind het fijn om mijn eigen dagritme te bepalen zonder daarover aan iemand verantwoording te hoeven afleggen.

Als je alleen woont zijn vriendschappen belangrijk. Ik prijs me gelukkig met een goede vriendenkring. Belangrijk daarbij is elkaar in zijn of haar waarde te laten. Vriendschap leunt op vrijheid, niet op dwang of verplichtingen.

‘Alleen’ is een uiterst verhelderend boek over de vraag hoe we willen leven. Echt een troost dat je niet de enige bent in leven zonder vaste partner. Het is zelfhulpliteratuur in de letterlijke betekenis van het woord: de lezer wordt deelgenoot gemaakt van de wijze waarop de auteur zichzelf probeert te helpen.

Echt HEMA

Deze week eindelijk tijd om een kijkje te nemen in de vernieuwde HEMA hier in Hilversum. De zaak is alweer een maand geopend nadat het zes weken dicht is geweest. En grondige verbouwing dus. Ik ben benieuwd naar het nieuwe format waarvan de winkel in de Kerkstraat het eerste voorbeeld is. De winkelketen moet weer écht HEMA worden.

Bij aankomst zijn de deuren gesloten, het is het nieuwe schuifsysteem in plaats van klapdeuren om energieverbruik te besparen. Het past in de duurzame opzet. Alle spullen die uit de oude zaak zijn gehaald zijn volgens de top van HEMA gerecycled. Ik ben benieuwd wat ze van het oude systeemplafond hebben gemaakt, want dat is weggehaald zodat – een trend die allang bestaat – alles zichtbaar is. Persoonlijk vind ik dat het er chaotisch uitziet maar dat heeft men proberen te maskeren door alles wit te verven. 

De helden van de HEMA

Het eerste dat opvalt zijn de grote rode letters HEMA. Als je nog niet weet welke winkel dit is heb je hier het antwoord. Ze zijn design en doorzichtig zodat je nog wel kunt zien wat er allemaal te koop is. Het doet me erg denken aan het I love Amsterdam-logo.

De vernieuwde HEMA oogt ruim, overzichtelijk en door de lichte kleuren fris. De zaak is natuurlijk bekend om de rookworsten – de held van de HEMA – en die zijn nog steeds verkrijgbaar bij de ‘hotdog’ corner. Deze convenience corner heeft een hippe uitstraling en naast de rookworsten zijn er andere warme snacks en trendy drankjes te verkrijgen.

Op de taartafdeling natuurlijk die andere giganten: de tompouces en slagroomtaarten, maar nieuw is de taart die je zelf kunt aankleden. De versierspullen: spikkels, smileys en zelfs dinosaurussen kwam ik al veelvuldig bij mijn werk tegen.

Signing

Met ‘catgorie signing’ (retailvaktaal) is aangegeven waar alles te vinden is. Met deze pictogrammen hoopt men een gemakkelijke navigatie en een logische indeling te creëren. De presentatie van de artikelen is bewust laag gehouden zodat de zichtlijn door de gehele winkel is. En de klant snel kan vinden wat men zoekt.

Het is sowieso raar om alle artikelen die me inmiddels zo bekend voorkomen hier nu op een logische wijze bij elkaar te zien. In het distributiecentrum ligt alles door elkaar, de eyeliners naast de theedoeken die weer naast een bak met paperclips liggen.

Opmerkelijk is dat de kassa’s achter in de zaak te vinden zijn. Veel zelfscanners en nog twee bemenste afrekenpunten. Het vertrouwen in de klanten is blijkbaar groot. De winkelmanager zegt dat het om de producten gaat en niet om de kassa’s. ‘We zijn geen supermarkt waar mensen met karren vol de winkel verlaten.’ Maar het toezicht bij de uitgang is beperkt en lokt volgens mij wel kleine winkeldiefstal uit.

Nieuw zijn ook de pashokjes. Bij een zaak die kleding, schoenen en lingerie verkoopt lijkt me dat best handig. Als je ziet wat er op de DC wekelijks retour komt is het wel fijn als je iets kunt passen voordat je het aanschaft, kijken of het goed voelt en werkelijk lekker zit. Ze hopen zo de traffic naar de fysieke Hema te vergroten, en retourkosten te besparen.

La Place

Ook nieuw is dat La Place onderdeel van de HEMA is. Dat komt natuurlijk omdat beide concepten tot dezelfde holding behoren. Een groot deel van de bovenverdieping is voor La Place ingeruimd. Daar kan men na of tijdens het winkelen genieten van de dagverse en huisgemaakte gerechten die men van de foodproducent gewend is. Naast deze klassiekers zijn er enkele nieuwe aanvullingen op het assortiment: ontbijt- en borrelplankjes, mocktails en vegetarische pita’s.

HEMA wil met dit nieuwe format weer teruggaan naar haar onderscheidende ‘uniek Nederlandse’ assortiment met een optimale prijs-kwaliteit. Hopelijk gaat deze look-and-feel beter voor ze uitpakken dan de restyling die ook zo’n andere oer-Hollandse winkel als Blokker een tijdje gelegen heeft gedaan.

Mannen in pak

Kleren maken de man. Zelf ben ik niet zo van het dragen van pakken. Ik voel me in een pak behoorlijk opgedirkt en ga er stijf in bewegen. Dus mij zal je niet vaak in een driedeling pak aantreffen. Natuurlijk zijn er situaties waarin je er niet aan ontkomt. Officiële recepties of feesten waarbij een passende outfit gewenst is, maar dan is er altijd nog de mogelijkheid om een smoking te huren voor die eenmalige aangelegenheid.

Ik ben blij dat ik geen beroep heb waarbij het dragen van een pak een vereiste is. Niks ten nadele van al die zakenmannen maar ik moet er niet aan denken elke dag strak in het pak te moeten werken.

Preekpak

Toen ik de preekstoel op moest als jonge stagiaire heb ik mijn eerste zwarte pak aangeschaft; ik kon er niet onderuit. Je oefent de preek tot uit den treure, maar het lopen en bewegen in een pak niet. Misschien was dat wel handig geweest. Niet dat ik een flater heb geslagen, maar ik kwam er aan het eind van de kerkdienst achter dat de zakken van mijn jasje dichtgenaaid zaten. Ik stuntelde een paar keer om mijn hand erin te krijgen. Ik was namelijk bang dat ik tijdens het uitspreken van de zegen met mijn handen zou gaan zwaaien en ik mocht als niet-beëdigd predikant geen zegenteken maken. Wellicht hebben niet veel mensen het gemerkt, maar ik schrok er zelf van.

Stropdas

Ook het dragen van een stropdas is een ramp, en dan heb ik het nog niet over het strikken ervan. Mijn vader heeft het me wel geleerd maar het is voor mij niet makkelijk om een mooie knoop te leggen. En dan het vreselijke bovenste knoopje van het overhemd dat dicht moet en de gehele tijd tegen je ademsappel aandrukt. Vergeet ook niet die nette schoenen die je niet dagelijks aan hebt en dus gaan knellen aan het einde van de dag. Ik herinner me nog een bruiloft waar een pak gewenst was en ik op het einde van de avond niet meer kon bewegen van de pijn in mijn voeten. Ik had de neiging om de schoenen bij het verlaten van de partyzaal meteen uit te doen en op mijn sokken naar de auto te strompelen.

Dus je maakt me niet blij met een het dragen van een pak, het zit niet comfortabel. Ik ga liever casual. Toch krijg ik wel complimenten wanneer ik in pak verschijn. Zelf voel ik me er niet knapper of aantrekkelijker in.

Sexy

Ik weet dat vrouwen zwijmelen bij mannen in pak en geef ze eens ongelijk want ik moet beamen dat mannen in een goed zittend pak behoorlijk sexy zijn. Denk aan de Franse president Emmanuel Macron bijvoorbeeld, die vorige week een bezoek bracht aan ons land. Om je vingers bij af te likken.

Een goed pak accentueert de goede gedeelten van een mannenlichaam en verdoezelt de mindere kanten. Bij een op maat gemaakt pak tenminste, maar ja daar betaal je dan ook de hoofdprijs voor. Een goed zittend pak maakt de drager zelfverzekerd, het geeft een bepaalde status, het straalt leiderschap en een bepaalde vorm van dominantie uit. Mannen in pak zien er verzorgd uit (dat is de bedoeling) en een leuke accessoire erbij maakt het helemaal af. Maar een groot horloge mag je er dan juist weer niet dragen bij een smoking, kwam ik achter. Door de lijnen in de blazer ogen mannen wanneer ze een pak dragen breder. De mouwen zijn vaak ook een stuk breder, dan wanneer hij een overhemd of een trui aanheeft. Het vergroot zijn aantrekkingskracht.

Ik moet toegeven dat ik wel gevoelig ben voor mannen in pak en als er dan bij het nakijken nog een goed gevuld kontje in de pantalon zit, dan kan dat mijn goedkeuring wel wegdragen. Kortom, ik kijk liever naar mannen in pakken dan er zelf eentje te dragen.

The Passion

Op weg naar Harlingen. De hele week kijk ik er al naar uit. Het voorjaar lijkt doorgebroken, de zon schijnt weldadig. En dan op dinsdagavond zie ik dat de weersvoorspelling voor donderdag helemaal niet zo goed is. Je hoopt nog dat het mee zal vallen.

Samen met een Petrus in het land-collega op weg naar The Passion. Het miezert maar hoe verder naar het noorden, hoe grijzer de lucht. Voor de brug bij Bolsward stopt de rit abrupt, het verkeer staat stil en de brug ook, die gaat geen kant meer op. Op tijd vertrokken lijkt dit de kink in de kabel te zijn.

Onderweg

Medeweggebruikers worden ongeduldig. Een eerste automobilist rijdt stuntelig achterwaarts over de vluchtstrook naar de oprit die we net gepasseerd zijn. We verklaren hem voor gek, dat doe je toch niet! Maar al snel volgen er meer. Eerst allemaal nog keurig achteruitrijdend, totdat iemand brusk keert op de snelweg en zo een uitweg zoekt. Na een tijdje besluiten we hetzelfde te doen. We moeten toch bij de haven in Harlingen zien te komen.

Via een omweg door het groene platteland met grote Friese boerderijen rijden we richting het Wad. Tot driemaal toe verrijzen dikke, witte bulten, het blijkt zout te zijn, dat later die avond nog een rol zal spelen in het moderne paasverhaal.

We mogen parkeren in de haven, vlak bij de locatie. Het voordeel van een vipgast. De andere collega’s die de route over de Afsluitdijk hebben genomen, arriveren nog later want die zijn in een file voor een ernstig verkeersongeluk terechtgekomen. We verzamelen in het Brouwdok, waarvandaan later die avond Passion Talk gepresenteerd zal worden.

Nat jasje

Dat we het vanavond niet droog gaan houden is wel duidelijk. Het muziekspektakel dat het verhaal vertelt over lijden, sterven en opstanding van Jezus, een verhaal dat al eeuwenlang mensen ontroert, aanspreekt en inspireert, zal plaatsvinden in een nat jasje.

Ik heb mijn paraplu laten liggen op de redactie, maar gelukkig zijn er nog een paar KRO-NCRV-plu’s waar we dankbaar gebruik van maken. Ik stap in een grote plas en besef dat ik de verkeerde schoenen aan heb getrokken.

In de Nieuwe Willemshaven schijnen de lichten van het enorme podium in de donkere lucht en trekken mysterieuze regensporen. Het publiek trotseert weer en wind. Petje af voor iedereen die hier een prestatie levert onder deze barre omstandigheden. Tussen een zee van regenschermen door probeer ik het verhaal te volgen.

Vanaf  ‘Je had me bij hallo’ van discipel Michel Mulder tot ‘Roep me als ik ooit nodig ben’ van Sinan Eroglu als Jezus is het een indrukkend schouwspel. Met een uitzonderlijk optreden van Marlijn Waardenburg in de rol van Maria – die kwam echt bij me binnen – en verteller Thomas van Luyn, die het geheel een persoonlijk tintje geeft. Daar heb ik de kou en het verkleumd zijn wel voor over. Gelukkig kunnen we handen en tenen weer opwarmen tijdens de afterparty met een lekker Passionbiertje. #Leunopmij #ThePassion

Haantie op een stokkie

Zaterdagochtend heb ik een poging gedaan om ze te vinden. Bij een aantal bakkers gekeken maar ik zag ze niet liggen. Uiteindelijk in het winkelcentrum bij de groot grutter gezocht om te zien of die ze misschien verkocht. Op de toegangspoortjes stond met grote letters ‘Zin in Pasen’. Dat begint in ieder geval hoopvol. Maar op de broodafdeling lagen ze niet: een Palmpasenbroodje in de vorm van een kip.

Palmpasen

In mijn jeugd kregen we zo’n ‘haantie op een stokkie’ op de zondag voor Pasen. Ze zaten bij de wekelijkse boodschappen die door de kruidenier aan huis werden bezorgd. De broodhaan werd boven op een bonenstok gespiesd en stond in de kamer. Er klinkt ook nog een liedje in mijn gedachten.

Haantie op een stokkie

gattie in zien rokkie

gattie in zien linker poot

mörgen is mien haantie dood.

Het was de bedoeling dat je met je versierde stok langs de deuren ging. Je kon zelf kiezen wanneer je het broodje en alles wat er nog meer aan de stok hing, ging nuttigen.

Symboliek

Niet-wetend dat het boordevol symboliek zat. Mijn moeder vertelde wel dat het met Palmpasen te maken had. De intocht van Jezus in Jeruzalem, waarbij Hij met luid ‘Hosanna!’ werd begroet. Grappig is trouwens dat de Hebreeuwse roep Hosha Na ‘red, verlos, alstublieft’ betekent, maar in de christelijke liturgie tot een uiting van lof of bewondering is geworden, mede naar aanleiding van die intocht waarbij Jezus met palmtakken werd binnengehaald. ‘Hosanna! Gezegend wordt wie in naam van de HEER komt!’

Aan onze stok zat geen palmtak, of ter vervanging een takje van een buxus, want waar moest mijn moeder dat vandaan halen? De stok had de vorm van een kruis, verwijzend naar het kruis waaraan Jezus gestorven is. De haan zelf sloeg op de haan die kraaide nadat Petrus driemaal had gezegd dat hij Jezus niet kende. De haan van brood: het brood dat Jezus voor ons heeft gebroken en waarmee Hij zichzelf gaf aan de mensen.

Allerlei lekkers

Er zat een touw aan de stok waaraan nog allerlei lekkers hing. In de slinger zaten rozijnen. Het zouden er dertig moeten zijn. Tijdens het laatste avondmaal (op Witte Donderdag) ging Judas weg om Jezus te verraden. Hij kreeg van de hogepriesters dertig zilverlingen als betaling. De rozijntjes aan de Palmpasenstok staan voor dat geld.

Een stukje ontbijtkoek. Jezus moest veel lijden aan het kruis en had veel pijn. De soldaten deden om Hem nog meer te pesten, een spons met azijn aan een stok en gaven dat aan Hem om te drinken. De ontbijtkoek symboliseert de spons. Ook hing er een mandarijntje aan de lijn, een sinaasappel was te zwaar. Deze leek op de zon, die opkomt en ondergaat: het licht van ons bestaan. Bij Hem kun je ook altijd weer opnieuw beginnen. Jezus heeft ook gezegd: ‘Ik ben het Licht van de wereld.’

De chocolade-eitjes staan voor de lente, het nieuwe leven. Jezus is weer verrezen uit de dood met Pasen. En ten slotte twaalf doppinda’s, de twaalf leerlingen van Jezus. Deze apostelen werden na de verrijzenis uitgezonden om de blijde boodschap van Jezus te verspreiden.

Maar helaas kon ik nu geen paashaantie vinden. Dus dan trakteer ik mezelf vandaag maar op al die ingrediënten afzonderlijk. En rest me om je een Goede Week te wensen.

Stad of platteland?

Het woord ‘kloof’ duikt veel op in het nieuws de laatste tijd. Altijd al een issue: stad of platteland? Wat dat betreft voelt het voor mij persoonlijk als een tweedeling. Opgegroeid in een Drents boerendorp, waar ik trots op ben. Later uitgewaaierd voor studie naar steden als Kampen, Amsterdam en Maastricht. En nu wonend in de Randstad; behorend of wellicht gerekend tot de westerlingen.

Spagaat

Diep in mijn hart kijkend vind ik het prettig dat mijn wortels op een boerderij liggen. Groot geworden in de vrije natuur, in de buurt van dieren, een weinig stressvolle omgeving. Als je me vraagt waar is het beter wonen: in de Randstad of op het platteland, dan voelt het toch een beetje alsof ik uit elkaar getrokken wordt.  Beide plekken hebben zo hun voordelen. In de stad heb je echt alles om je heen. De supermarkt, de bibliotheek, bioscopen, sportclubs, horeca, noem maar op. Natuurlijk kun je hier ook gebruik van maken als je in een dorp woont, maar over het algemeen ben je altijd meer tijd kwijt om zo’n voorziening te bereiken, als die er tegenwoordig nog is.

Minder gejaagd

Ik hou van de stad, daar word ik blij van. Maar het landelijke trekt me ook, ik geniet van de rust, de ruimte en het minder gejaagde leven. Als ik in Amsterdam ben heb ik altijd het gevoel dat ik drie passen harder moet lopen om in de maalstroom mee te gaan. Soms is de anonimiteit van een grote stad heerlijk, maar het is ook fijn om gezien en gegroet te worden. Buren die naar elkaar zwaaien en elkaar helpen als dat nodig mocht zijn. Die saamhorigheid maakt je ook gelukkig.

Ik weet nog dat ik een weekend bij mijn ouders was en dat de televisie er de brui aangaf. Mijn vader belde met de plaatselijke elektronicaman en die kwam op zaterdagavond een leentelevisie brengen. Nou, dat hoef je hier in Hilversum echt niet te proberen.

Mokerslag

De kloof tussen stad en platteland leek een van de grote thema’s bij de provinciale verkiezingen. Maar niks bleek minder waar in de verkiezingsuitslag. ‘What the fuck?!’ riep Caroline van der Plas, frontvrouw van de BoerBurgerBeweging, zodra de eerste exitpoll van de provincie Noord-Holland bekend werd gemaakt en ze daar de meeste stemmen had gekregen. En dat proces herhaalde zich gedurende de avond en nacht. Boer en burger, stad en platteland, een derde deel van de stemmers kleurde het bolletje in de kolom van de BBB rood. Ik verwachtte ik dat ze veel stemmen zou krijgen, maar dat deze nieuwe partij zo’n mokerslag zou uitdelen was een totale verrassing.

Het is in ieder geval duidelijk dat veel stemmers vinden dat het anders moet en dat ze het niet eens zijn met het Randstad-kabinet van Rutte. Het is, denk ik, vooral een proteststem: er is een grote kloof tussen kiezers en Den Haag. Ik ben heel benieuwd hoe dit gaat uitpakken. Ik hoop niet dat deze uitslag voor een nieuwe kloof gaat zorgen, namelijk voor of tegen de toekomst.

Vermoeiend of gewoon leuk?

‘Lezen is vermoeienis des geestes,’ zei mijn vader, als ik weer eens met mijn neus in de boeken zat. Waar hij die wijsheid had opgedaan weet ik eigenlijk niet. Ik vond het een grappige opmerking. Hij was iemand die met zijn handen werkte en zo zijn brood verdiende. Wilde hij graag dat ik mijn handen uit de mouwen stak? Vond hij dat lezen maar niks? Nee, absoluut niet, hij stimuleerde het studeren juist. ‘Als je een goed stel hersenen hebt, moet je die vooral gebruiken.’

Voor het lezen van een boek had hij zelf gewoon geen tijd. Later, als rentenier, is hij absoluut meer gaan lezen, maar het bleef een uitzondering om hem met een boek te zien.

Mijn vader las wel dagelijks in de Bijbel na de warme maaltijd, daar heeft hij die spreuk opgedaan. Het blijkt een uitspraak van Salomo te zijn, Prediker 12:12. ‘Er worden steeds weer boeken geschreven. En als je te veel in die boeken studeert, word je doodmoe.’ (Bijbel in de Gewone Taal)

Afgelopen week was het Boekenweek, een initiatief om mensen juist aan te zetten om te gaan lezen.

Lezen is goed voor je, het zorgt voor een rijkere woordenschat en is goed voor je sociale ontwikkeling. Dagelijks word je geconfronteerd met teksten: op verkeersborden, via e-mail, in de krant, vacatures, programmaboekje van het cultureel centrum of de bijsluiter van een medicijn. Het is erg fijn als je geen problemen ondervindt om teksten te lezen, te begrijpen en te verwerken. Ongeveer 2,5 miljoen Nederlanders hebben moeite met lezen, rekenen en het gebruiken van een computer of smartphone. Daar is dus nog veel werk te verrichten voor de Stichting Lezen en Schrijven.

Via lezen slaan we kennis en informatie op. Educatieve boeken hebben voornamelijk dat doel voor ogen, maar ook fictieve verhalen brengen inzichten bij. Via verhalen verruimen we ons denken en wereldbeeld. Een boek over Amerikaanse slavernij in de negentiende eeuw geeft andere perspectieven dan de directe omgeving die jij gewoon bent. Een verhaal over gender dat stereotypen doorbreekt, doet je misschien anders denken over seksuele geaardheid en identiteit. Lezen helpt om de wereld en de ander te ontdekken.

Lezers begrijpen de gevoelens van anderen beter dan niet-lezers. Wie veel leest, ziet hoe personages zich gedragen in verschillende situaties of hoe ze met anderen omgaan. Verhalen beschrijven naast dat gedrag ook vaak wat een personage denkt of voelt. Een lezer observeert dat denkproces en sociale gedrag. Dat strookt misschien niet met wat hijzelf denkt of doet. Zo tonen lezers sneller begrip voor personen die ze in het echte leven ontmoeten.

Meer empathie, beter kunnen functioneren in de maatschappij, een rijkere taalontwikkeling: de voordelen van lezen zijn oneindig. Al hoeven die effecten uiteraard niet de drijfveer te zijn. Je kan ook lezen omdat het gewoon leuk is.

Zelf merk ik dat ik chagrijnig kan worden als ik een tijd lang geen gelegenheid heb gehad om een boek te lezen. Een roman waarover ik gehoord heb of een cover die voor mij boekdelen spreekt. Ik merk dan een bepaalde onrust.

Boeken kunnen een middel zijn tegen stress. Als je leest, ben je tegelijkertijd gefocust en ontspannen. Je vergeet even alles rondom je – taken die je nog moet doen of andere bekommernissen – waardoor je ook fysiek ontspant. Dat gebeurt minder als je bijvoorbeeld tv-kijkt of op je smartphone bezig bent – hier sluit je jezelf niet volledig af van de wereld rondom je.

Zaterdag ben ik naar de boekhandel gegaan en heb ‘De eerlijke vinder’ van Lize Spit gekregen. Vandaag ga ik het lezen en geef ik mezelf vrij af voor dit boekengeschenk.

Idols

Tegenwoordig word je ermee doodgegooid. Al die talentenshows op de televisie. Onlangs nog een format dat het vals zingen van de kandidaten tot tenenkrommende televisie uitmelkt: De NIX Factor, een SBS6-programma waarin radio-dj’s op zoek gaan naar het aller slechtste non-zangtalent in het land.

Twintig jaar geleden zaten we midden in de spannende finale van het eerste seizoen van ‘Idols’. Niet langer kinderen in de Soundmixshow, maar een echte talentenjacht voor volwassenen. Al waren de finalisten ook allemaal superjong. Nederland was in de ban van Jim en Jamai, nadat Hind en Dewi in de halve finale waren afgevallen.

In de voorrondes hadden we ook een aantal notoire valszingers voorbij horen komen. https://youtu.be/wwK5aNPZOFI De kandidaten werden geselecteerd door een panel van juryleden die de performances bekritiseren. De vier oorspronkelijke juryleden waren talentscout en producer Henkjan Smits, songwriter en producer Eric van Tijn, zangeres en directrice van Stichting Buma Cultuur Jerney Kaagman en artiestenmanager Edwin Jansen. De presentatie was dat seizoen in de handen van  Tooske Breuchem (Ragas) en Reinout Oerlemans.

In maart 2003 hadden we het topje van de ijsberg bereikt. De twee finalisten trokken met een karavaan door het land om de stemmen van de fans te winnen. https://youtu.be/-DV6QkdiFGI  Wie zou de ‘Idol’ worden?

Zelf had ik Idols die winter schoorvoetend gevolgd en was ik toch een beetje in de ban van het programma geraakt. Ik was een van de vijf miljoen kijkers die naar de finale keken, maar ik verbleef niet in Nederland. Een week eerder waren we met de KDC-10 van de Koninklijke Luchtmacht naar Kirgizië vertrokken. In het kader van operatie ‘Enduring Freedom’, een vredesmissie waaraan ook de Nederlandse Defensie deelnam, maakten we een documentaire over de inzet van een F-16 detachement. De zes F-16’s verleenden luchtsteun aan de grondoperaties van de internationale coalitie onder leiding van de VS in Afghanistan. Ze stegen op vanaf vliegveld Manas, waar we op de Amerikaanse legerbasis Ganci Air Base verbleven.

De basis is het best te vergelijken met een klein dorp. Binnen de beveiligde omheining is alles te vinden. Je moet echt oppassen dat je er niet verdwaalt als je op zoek gaat naar de douches. In een groot aantal tenten zijn leef- en slaapeenheden ondergebracht. Er zijn tenten waarin het onderhoud wordt gedaan aan het materieel. Maar ook niet militaire zaken zoals diverse horecagelegenheden, een bioscoop, fitnessruimte en een enorme winkel, zeg maar een K-markt waar alles te koop is. Daar heb ik voor een prikkie een Goretex regenjas aangeschaft en diverse cd’s. Er bivakkeren defensieafdelingen uit verschillende landen met ieder hun eigen sector.

In de Nederlandse ontspanningsruimte, met een mooie wandschildering van het Tiangebergte op de achtergrond, keken we samen met de militairen gespannen naar de finale. Vanuit het land van Dzjengis Khan in Centraal Azië volgden we de verrichtingen in Studio22 in Hilversum. Uiteindelijk won Jamai Loman met ‘Step right up’. https://youtu.be/o3jYJxMOu7M #Idols

Winter?

Deze maand begint de lente. Was het eigenlijk wel echt winter? De milde temperaturen zijn natuurlijk goed voor de hoge energieprijzen, maar koning winter heb ik nauwelijks gezien. Twee dingen springen eruit: een flinke nachtvorst en een dagje sneeuwpret.

In december hebben we een korte vorstperiode gehad. In de media klinkt al snel het E-woord. We maken elkaar gek, maar die Elfstedentocht is echter ver weg. De eerste vorst zorgt bij ijsverenigingen voor de uitdaging wie in staat is de eerste marathon op natuurijs te organiseren. Vrijwilligers zijn daar dag en nacht druk mee. Geen Nieuw-Buinen of Noordlaren, maar het Friese Burgum heeft de primeur. En we kunnen welgeteld een weekend lang in de buitenlucht schaatsen.

In die periode blinkt de vorst me tegemoet op de stoep als ik vroeg met de auto naar mijn werk ga. Ik druk mijn plastic krabber stuk op de dikke ijslaag. Als ik eindelijk met een klein stukje krabber de ruiten ijsvrij heb, stap ik in de koude auto en merk dat mijn zicht nog steeds grijs is, ondanks de blower die op standje vier staat te blazen. Ook aan de binnenkant blijken er ijsbloemen op de voorruit te zitten.

Ernstig verlaat rij ik weg, geen rekening gehouden dat ik zo lang moest krabben. De straat is glad, dus ik moet voorzichtig zijn. Vorst zorgt voor een bepaalde traagheid, je wordt gedwongen behoedzamer te bewegen. Gelukkig zijn de wegen buiten mijn wijk goed begaanbaar. Vannacht is er vijf miljoen kilo zout gestrooid in Nederland.

Het dashboard geeft aan dat het min zeven is. Het heeft wel wat om in het donker door een berijpt landschap te rijden met al die bevroren slootjes. Bij de waterkant hangt een mistvlaag die het allemaal nog mysterieuzer maakt. In de achteruitkijkspiegel zie ik dat de zon een poging doet om op te komen. Een laagje rood kleurt de horizon achter me. Het hotel met de tukan op het dak lijkt ineens op een sneeuwarena. Ieder moment kan het gejuich van enthousiaste schaatsfans mijn auto binnendringen. Ik passeer een bestelbusje, ‘t IJskarretje staat erop. Ik toeter, het is een collega. Nu de temperatuur laag is en de dagen donker zijn, is er minder belangstelling voor Italiaans schepijs en heeft hij een winterbaantje moeten nemen. Gedeelde smart…

De tweede opmerkelijke winterdag is op een vrijdag in januari. Vandaag heeft het KNMI een flink pak sneeuw voorspeld. Ik ben op de redactie in Hilversum en kijk hoopvol naar buiten. Vanochtend op de fiets was er nog niks aan de hand. Maar nu begint de lucht te betrekken en dwarrelt de eerste sneeuw naar beneden. En niet zo beetje ook. Iedereen op de redactie is onrustig. We houden het niet meer. Zin in een sneeuwballengevecht? Jas aan, sjaal om, wanten erbij en naar buiten. Met z’n allen naar de stiltetuin die naast het gebouw ligt. Jammer voor de buren maar een half uur lang is het gedaan met de rust. Als kleine kinderen genieten we van de verse sneeuw die uit de hemel valt. Het plakt goed, dus uitstekend geschikt voor een sneeuwballengevecht. Links en rechts vliegen de witte ballen om mijn oren; af en toe een voltreffer. Het is heerlijk om je zo even uit te leven. Met rode konen gaan we uiteindelijk weer naar binnen. We kloppen de sneeuw van de kleding en schoenen. Maar goed ook dat we er volop van genoten hebben, want achteraf blijkt het de enige echte winterdag te zijn geweest.