Maandag 19 februari
Als je de verhalen van de Olympische sporters leest dan denk je op een gegeven ogenblik, wie is er niet eens in zijn of haar sportcarrière stevig gevallen, heeft er niet een botbreuk opgelopen of is ernstig geblesseerd geraakt. Zo ziet het snowboarden er bijvoorbeeld spectaculair uit, maar de kans dat je een vreselijk smak op je kont maakt is erg groot. Zeker als windvlagen ook nog een rol gaan spelen. Zie de bovenarmbreuk van Niek van Velden en de val die Cheryl Maas maakte tijdens de finale van het onderdeel slopestyle. Ze vond het zelf ook onverantwoord en dat zegt wat, want oh wat is die meid (moeder van twee dochters) een durfal. ‘Het was niet echt meer een wedstrijd. Het ging er nu meer om wie geluk had met de juiste weersomstandigheden.’ De onder jongeren geliefde freestyle-onderdelen, waarbij skiërs en snowboarders trucs uitvoeren, winnen in rap tempo terrein op de Spelen. In 1992 was er nog één gouden medaille mee te winnen, in Pyeongchang zijn dat er twintig. Snowboard Big Air staat dit jaar voor het eerst op de Olympische agenda. Het geldt als een van de spectaculairste sporten: snowboarders storten zich van een schans, vliegen 30 meter door de lucht en doen zoveel mogelijk trucs. De jury bepaalt wie wint. Het levert prachtige beelden op, je voelt dat je naar iets sensationeels zit te kijken, al kun je onmogelijk uitleggen waarin ‘m dat nou in zit, want daarvoor gaat het te snel; een sprong duurt drie à vier seconden. Pas bij de slowmotionbeelden begin je het te begrijpen. De snowboarders maken in korte tijd veel rotaties. De namen van de rotaties zijn prachtig: een geslaagde Backside quadruple cork 1980 leidt ongetwijfeld tot goud. Alleen Yuki Kadono, een 21-jarige Japanner, slaagde daar vooralsnog in. Hij deed vier achteruitsalto’s (Backside quadruple) en draaide vijfenhalf keer om de as (1980, 360 is één rotatie). Dat ziet eruit als een kurkentrekker (een ‘corkscrew’). Binnen drie seconden vier salto’s en vijfenhalf rotaties. Het klinkt levensgevaarlijk, en dat is het ook. Big Air valt onder de extreme sporten, een eufemisme voor gevaarlijk. De kans op een hersenschudding of een gebroken pols na een mislukte landing is behoorlijk groot. Cheryl Maas (33) brak zo’n beetje alles wat er te breken valt. Maakt ze kans op een medaille? Een slechte generale repetitie geeft een goede finale is het spreekwoord. Nou, dat biedt hoop want de training ging niet goed. Met een beetje mazzel eindigt Maas op het podium. Hopelijk staat er bij haar Big Air runs weinig wind op het Phoenix Snow Park en weet Maas zich vandaag te kwalificeren voor de finale aanstaande vrijdag.
Later op de dag is in de Gangneung Oval de kortste sprintafstand voor de mannen. De gebutste Erben Wennemars vindt het fantastisch dat de 500 meter nog maar over een race wordt gereden. Het is er niet per se eerlijker op geworden, maar we krijgen er wel meer spanning voor terug. Je kunt niet meer een iets mindere race goedmaken. De loting is nu wel een stuk bepalender. Het kan een verschil zijn of je de laatste binnen- of buitenbocht hebt, maar als je goed genoeg bent, hoeft het niks uit te maken. Zelf zou ik liever de laatste binnenbocht hebben. Je kan dan op de kruising naar je concurrent toerijden, maar Ronald Mulder hoopt op de laatste buitenbocht, denk ik. Zo heeft hij al een paar keer gewonnen,’ aldus Wennemars. Nu de Russen er niet bij zijn worden de kansen voor Smeekens, Mulder en Verbij groter, maar de Noor Lorentzen kan dit natuurlijk ook. Wat een verhaal zou het zijn als Jan Smeekens nu wel goud pakt! Bij de kwalificaties scheurde Verbij na twee valse starts van Dai Dai Ntab (die zichzelf daarmee uitschakelde) zijn lies. Toch wist hij nog de tweede tijd neer te zetten. Hij kwam in aanmerking voor een aanwijsplek op de 1000 meter. Op grond van zijn prestaties in de voorbije twee seizoenen denkt de selectiecommissie dat Kai Verbij serieus kans maakt op een gouden medaille op deze afstand, legde technisch directeur Arie Koops (KNSB) de beslissing uit om Verbij in Pyeongchang te laten starten op de 1000 meter ten koste van zijn ploeggenoot Thomas Krol. ‘Mooi maar ja, je bent geblesseerd, er zijn nog maar 7 weken voor Pyeongchang,’ zegt Verbij. ‘Je denkt dan alleen maar oh shit gaat het nog wel goed komen? Dat was killing. Je hebt vier jaar naar dat moment toegewerkt. Vier jaar van je leven en dan gebeurt dit. Ik wilde topfit naar de Spelen. En door zo’n stomme race zit je met een gescheurde lies. Verschrikkelijk. Nee, het zijn niet de meest ideale voorbereidingen geweest. Gelukkig was er nog tijd om te revalideren en te trainen.’ Verbij wordt door de sportcommentatoren een koele kikker genoemd. Iemand die niet veel fouten maakt. ‘Ik heb veel onzekerheid en stress. Er kunnen bij het schaatsen zoveel dingen misgaan. Dat zit continu in mijn hoofd,’ geeft Kai als reactie. ‘Het lijkt alsof ik koel ben, maar ik accepteer mijn zenuwen en weet ze misschien op die manier te onderdrukken. Zeker rond de kwalificatie in Heerenveen lag de stressfactor erg hoog in onze ploeg.’ Grappig is dat Verbij samen met z’n ploegmaten – de jongens van Gerard van Velde – het vitchannel bijhouden en elkaar in allerlei confronterende poses vastleggen. Het is de moeite waard om dat Instagramaccount te bezoeken (www.instagram.com/vitchannel). Nog een verrassend element aan Kai is zijn dj talent. Hij heeft de muziek voor de NOS Studio Sportwinter geproduceerd. Maar nu ligt zijn focus gelukkig eerst op de komende twee belangrijke afstanden, te beginnen met de 500 meter vandaag!