‘Het gaat niet slecht, maar zeker niet goed genoeg,’ zei premier Rutte vorige week dinsdagavond toen hij verdere beperkende maatregelen afgekondigde. Hoe minder mensen de deur uitgaan, hoe beter. Er is een metafoor voor bedacht die ontleend is aan het internetepistel ‘The Hammer and the Dance’ van de Frans-Spaanse ingenieur en publicist Tomás Pueyo. Inmiddels verwijst ook RIVM-hoofdwetenschapper Jaap van Dissel in zijn toelichtingen in de Tweede Kamer regelmatig naar het viraal gegane essay.
In het werkstuk dat Pueyo half maart online zette, beschrijft hij in beeldende termen wat maatschappijen te doen staat die te maken krijgen met een steil oplopend aantal besmettingen door het coronavirus. Die bult in de grafiek dient men plat te slaan met harde maatregelen zoals een lockdown. Pueyo hanteert hiervoor het beeld van de hamer, onder het motto de eerste klap is een daalder waard. Daarna, als het aantal besmettingen laag is, begint wat hij de dans met het virus noemt: het virus onder de duim houden, door oplevingen ervan snel op het spoor te komen en de kop in te drukken.
De onderliggende gedachte is dat de hamer maar één keer hoeft worden gebruikt, en daarbij meteen zo’n dreun uitdeelt aan het rondwarende virus dat we er vervolgens mee zouden kunnen dansen. Maar inmiddels hanteren we voor de tweede keer de hamer om de ziektecurve plat te timmeren. En niet alleen Nederland maar ook de ons omringende landen. Wat is er misgegaan? Nog voordat de dans met het virus goed en wel kon beginnen, liep het aantal besmettingen alweer op. Het testen en het bron- en contacten onderzoek is niet op orde. Omdat de cijfers in de zomer laag waren, zijn we laconiek achterover gaan leunen – vakantie gaan houden – en dachten we dat we alles onder controle hadden. Maar schijn bedriegt. Nu zitten we andermaal met de gebakken peren en hebben we de laatste twee maanden van dit jaar een zware periode voor de boeg.
Vorige maand heeft het kabinet gekozen voor een tikje met een kinderhamer. Dit alles omwille van de economische schade die er sowieso is en wellicht nog de komende vijf jaar een nadelige effect zal hebben, want de diepe zakken – die onderhand toch leeg zullen raken – moeten weer aangevuld worden door strenge bezuinigingen. En nu dat tikje nog niet voldoende blijkt te zijn, gooien ze een rubberen hamer in de strijd. Ze sluiten naast de horeca, ook theaters, bioscopen, dierentuinen en zwembaden.
Ik vrees dat we toch echt een mokerslag nodig hebben voordat we met het dansen kunnen beginnen. Om het virus echt in te dammen zijn er vier verdedigingslinies: je moet voorkomen dat een besmetting de gemeenschap binnenkomt. Als dat toch gebeurt moet je voorkomen dat andere mensen met ze in contact komen en besmet raken. Als de besmetting plaatsvind wil je het identificeren en zo snel mogelijk neutraliseren. Door te testen zie je alleen de besmettingen, als je er niets aandoet, dan is testen onzin. Je moet contacten opsporen en als je weet wie (mogelijk) besmet is, die mensen meteen in quarantaine plaatsen. Als je deze maatregelen consequent toepast is er sprake van een perfecte dans. Dan kun je de economie weer openen en heb je geen hamer meer nodig. De afgelopen zeven maanden hebben we in Nederland niet leren dansen, of niet willen leren dansen. Dat zal nu nodig zijn en daar zullen we desnoods met zijn allen de regering op moeten aanspreken anders is elke hamerslag voor niks geweest!
Blijf vooral thuis is het devies om het coronavirus eronder te krijgen. Voor mij persoonlijk betekent het dat ik mijn dagelijkse routine zal moeten doorbreken. Elke dag zwemmen en ’s avonds naar de film is er even niet meer bij. In de eerste lockdown heb ik gemerkt hoe belangrijk deze twee activiteiten voor me zijn. Als je de ganse dag alleen thuiswerkt en even wat anders dan de boekenmuren van je flat wilt zien, is een avondje in het donker een ideaal uitje. Je even laten afleiden door het verdriet en de vreugde van fictieve of bestaande personen. Misschien na afloop verzuchten: ‘Het kan altijd nog erger, houd vol.’ Dat gevoel is niet te vervangen door een online screening ook al sluit je laptop aan op de televisie en doe je alle lichten in de kamer uit. Je zit nog steeds in datzelfde huis, op je eigen stoel. Je bent er dan toch niet echt uit.
Ook het niet meer kunnen zwemmen trekt een wissel en voelt als een aderlating. Maar ik moet niet klagen. Het is kiezen op elkaar en volhouden. Met elkaar moeten we de besmettingsgraad naar beneden brengen. Juist omdat we kerst willen vieren met de mensen die ons dierbaar zijn. En daar kunnen we met ons eigen gedrag aan bijdragen. Door samen te zoeken naar ritme en balans.