In deze tijden van corona – al mag ik dat niet schrijven van de taalrubriek in de Volkskrant omdat het nu al een cliché is – moet je creatief zijn. Dagelijks een uur wandelen op de hei is het nieuwe zwemmen voor mij geworden. Het verzet even de zinnen tijdens de quarantaine. Op de Zuiderheide zijn allerlei routes mogelijk: fietspaden, ruiterpaden en kruip-door-en-sluip-doorpaden. Het is er druk, want veel mensen willen zo even een frisse neus halen. Dus moet je soms uitwijken om niet in kluitje hondenbezitters terecht te komen, die zich niet echt aan de houd-afstand-regel houden. Het is lang geleden dat ik zoveel honden heb gezien. Ik denk dat de vele hondenuitlaatbedrijfjes die het Gooi rijk is slechte tijden doormaken want iedereen laat nu zijn eigen hond weer uit.
Ik heb mijn oude Ipod meegenomen. Die gebruik ik niet dagelijks maar het uiterst compacte apparaatje gaat wel altijd mee op vakantie. Het roept meteen allerlei herinneringen op. Hij staat vol met mijn favoriete muziek die je bij je zou willen hebben als je op een onbewoonbaar eiland (hic) zit. Op de cadans van het Talking Headsconcert Stop making sense heb ik er stevig de pas in. Ik moet wel opletten waar ik mijn voeten neerzet, want nog een blessure erbij zou niet fijn zijn. In het begin van de week is het prachtig lenteweer en zie je veel moeders met kinderen, sommigen hebben van een oud kleed een alternatieve schoolklasje gemaakt. Even verder wordt er gevliegerd en een aantal jongetjes zijn bezig een boomhut te bouwen. Het kan nu allemaal. In de lucht scheren de sportvliegtuigjes van het vliegveld Hilversum af en aan. Het gepruttel van de zuigermotoren zorgt zo voor extra leven in de brouwerij. Ik kan de afleiding wel gebruiken want tijdens het wandelen ga je vrees hebben voor de ander: wie is een drager van het virus? Het decor van alles wat vanzelfsprekend leek lijkt verdwenen. Ik laat de drukte om me heen een beetje de route bepalen. Ineens sta ik bij de zandverstuiving. O ja schiet er door me heen, hoe vaak hebben we hier niet in de zomer illegale kampvuurfeesten gehouden?
Als het mooi weer dreigde te worden werd er een datum geprikt en een van de vrienden zorgde ervoor dat er een flink aantal pallets werden ingeslagen. Aan het begin van de avond waren ze nog bedoeld om op te zitten en later natuurlijk om in het vuur te verdwijnen. Iedereen nam drank en hapjes mee. Voor de liefhebbers was er wiet en pillen. Creatieve jongens speelden op hun gitaar en zetten soms een meezinger in. Het was een gezellige boel. Een zomernacht kregen we onverwacht bezoek van twee mannen in het groen. Nu waren onze rooksignalen op de open heide ook wel van ver te zien dus het was geen wonder dat we hun aandacht hadden getrokken. Een fijnprater wist de mannen te paaien. Normaliter zou dit een fikse boete betekenen en moest het feestje meteen geblust worden. We mochten nu echter het vuur – meer een brandstapel – langzaam laten uitbranden en we moesten er bij het verlaten van de zandverstuiving zeker van zijn dat het kampvuur definitief uit was. ‘En wat doen jullie met die pallets?’ was nog de vraag. ‘Die nemen we straks weer mee, meneer.’ Waren wij blij dat ze nog niet op het vuur lagen en dat er alleen takken en strokkelhout in de fik stond. Twee uur later gingen alle pallets natuurlijk boven op het vuur, compleet met de exemplaren die nog in de Transporter lagen, die een eindje verder in het bos stond geparkeerd. Het waren memorabele feesten. De laatste mannen plasten hoogstpersoonlijk de smeulende resten nog even uit. Een luid sissen was hun dank. Beneveld vond iedereen in het donker over de kronkelige en hobbelige paadjes zijn of haar weg weer naar huis.
De Talking Heads zijn in mijn oren inmiddels vrolijk verder gegaan met hun concert:
‘You don’t have to wait for more instructions
No one makes a monkey out of me
We lie on our backs, feet in the air
Rest and relaxation, rocket to my brain’
Ik doe een stapje opzij voor twee joggers die keurig afstand van elkaar houden of heeft de laatste man moeite om het tempo van zijn maat bij te houden? Een half uurtje onderweg en het zweet staat me al op de rug. Dat is de reden waarom ik voor het zwemmen heb gekozen. Op een bankje zit een meisje te schrijven in haar dagboek. Het puntje van haar tong steekt uit haar mond. Ze gaat compleet op in het schrijven. Met haar vrije hand strijkt ze een wilde haarlok achter haar wijduitstaande oor. Ter hoogte van een van de vele grafheuvels grazen witte koeien. Wel een gek idee dat hier al vijfduizend jaar mensen begraven liggen.
Ik voel mijn telefoon trillen. Allerlei apps brengen me op de hoogte dat het songfestival niet doorgaat. Dat verbaasd me niks, maar jammer is het wel. Hopelijk volgend jaar dan maar.
Op de terugweg ga ik een stukje door het bos. Plotseling zie ik waar ik ben. Voor mij de kuil met houten bankjes, een klein theater midden in het bos. Hier wordt begin september altijd het Bosjesfestival gehouden. Het mooiste feestje in het bos. Twee avonden openluchttheater, cabaretiers, muziek en dansen echt een sensatie. De locatie is dan sfeervol ingericht en verlicht. Met op zaterdagmiddag zelfs een kindereditie. Je moet altijd snel zijn wil je kaartjes voor dit jaarlijkse festijn bemachtigen. Normaal ga ik er altijd via het Landgoed Zonnestraal naartoe, maar er is dus blijkbaar een kortere route. Zo leer je ook nog wat.
Medewerkers van het Goois natuurreservaat zijn druk bezig het grindpad te egaliseren en de kuilen op te vullen. Een troostrijke gedachte dat ze ervan uitgaan dat hier over afzienbare tijd weer duizenden natuurliefhebbers een geëffend pad zullen vinden. Als het mij gegeven is om onder restrictie naar buiten te blijven gaan dan zal ik het hier lente zien worden en merken dat de natuur langzamerhand kleur zal gaan krijgen.
Ik heb de Talking Heads vervangen door de Ierse folkzanger Luka Bloom. Heel toepasselijk brengt hij een ode aan de natuur. Ik laat de tekst van June tot me doordringen. Hopelijk kunnen we in juni de midzomernacht vieren zonder restricties. Laat dat hoop en troost zijn.
‘I hear the long grass shuffling in the June breeze
Smell the lavender and the catmint leaves
Everything comes and goes like the tides
Life is celebrations and goodbyes
Ah but June, I love the way you pull me in
June, I love your heat upon my skin
June, I love the way you pull me in
To your midsummer feeling’