Ben je lekker aan het werk, de puntjes op de i zetten van de teksten in de wintercatalogus voor de uitgeverij, vliegt er plotseling iets om je heen. Eerst denk ik dat het een grote mot is, die op het licht van de laptop is afgekomen, maar als het langs mijn hoofd scheert, heeft het best wel volume. Een vogeltje? Hoe komt die binnen? Alleen het bovenlicht in de keuken staat open.
Als het vliegende object na constant heen en weer fladderen tot rust is gekomen en zich aan de muur in de hal heeft vastgeklemd kom ik tot de ontdekking dat het een kleine vleermuis is. Hoe krijg ik die plotselinge gast weer veilig buiten?
Vierstappenplan
Ik speur op internet naar een methode om het beestje te verwijderen zonder dat ik gebeten word, want dat wil je niet – al dat gedoe om op vrijdagavond een tetanusprik te gaan halen bij de huisartsenpost.
Het advies is een vierstappenplan. Doe de deur dicht. Doe de verlichting uit. Zet alle ramen open. Wacht tot de vleermuis is verdwenen. Ik zet alles open wat open kan (oeps wat is het koud) en hoop dat de vleermuis uit eigen beweging weer naar buiten vliegt. Het duurt en het duurt, het wordt een spel van licht en donker, lichten uit en aan.
Steeds ga ik voorzichtig kijken in de gang, maar het beestje hangt lekker en is niet van plan om te gaan bewegen. Ik durf het niet aan te raken. Maar als mijn geduld op is, probeer ik met een oude krant de vleermuis in actie te krijgen. Na wat gepor begint het zenuwachtig te vliegen door de diverse ruimten, maar niet richting raam of open balkondeur. Ik duik om het te ontwijken, wat is de vleugelbreedte groot voor zo’n klein diertje. Het gefladder maakt me bang en ik ben blij als hij zich weer vasthecht in de gang. Even rust.
Wat kan ik verder doen? Lichten uit en wachten op de bank tot er beweging is. Hopen dat de luchtstroom de vleermuis inspireert om weer naar buiten te gaan. Het is inmiddels meer dan een uur later. Ik word er tureluurs van. Nog maar eens porren. Gelukkig begrijpt het beestje uiteindelijk mijn goede bedoeling en vliegt via het open raam naar het duister buiten.
Hè, hè, dat is gelukt. Meteen alles sluiten en de verwarming een paar graden hoger zetten. Ik probeer nog wat te werken, maar kan me moeilijk concentreren.
Verduurzamingsproject
Jaren later kijk ik op een avond uit het raam. Buiten staan twee mensen met een minuscuul kleine verrekijker naar onze flat te turen. Eerst denk ik het moet niet gekker worden, openlijke gluurders in de buurt! Als een van de twee zich omdraait zie ik dat er iets met ecologie op zijn T-shirt staat. Er gaat een lampje branden, dit zijn vleermuizenspotters.
We zitten midden in een verduurzamingsproject dat momenteel is stilgelegd omdat er vleermuizen in ons pand zitten. Ik heb op de bewonersvergadering twee jaar geleden gemeld dat we de aanwezigheid van deze zoogdieren eerst zouden moeten onderzoeken – zie mijn ervaring hierboven – maar het was tegen dovemansoren.
Nu mag de spouwmuur niet geïsoleerd worden voordat de beschermde beestjes weg zijn gevangen. Dus daarom staan er nu drie vleermuizenkasten – een soort alternatieve flitspalen – in verschillende kleuren op hoge palen om de kolonie weg te lokken uit hun schuilplaats. Pas als de vleermuizen de vervangende woonruimte hebben gevonden kunnen de werkzaamheden aan de spouwmuren worden hervat.