Deze week mag ik mijn stem uitbrengen. Welke volksvertegenwoordiger kies ik die mijn belangen in de Tweede Kamer het beste kan behartigen? Een serieuze zaak. De aanloop naar de verkiezingen is kort. Diverse partijen – dit jaar meer dan ooit – vragen om mijn aandacht. De politieke kopstukken zijn niet van de televisie en radio te slaan. Online campagne voeren is erg belangrijk, zeker nu het flyeren in straten en op markten en het houden van massabijeenkomsten niet gewenst is. Het is grappig om te zien welke partijen de algoritmen van Facebook voor me hebben geselecteerd, omdat die volgens hen mijn interesse hebben. Toch heb ik geen enkele boodschap aangeklikt. Facebook leidt het blijkbaar af van de onderwerpen waarover ik schrijf en de dingen die ik in zoekmachines raadpleeg.
Ik bereid me altijd goed voor. Lees de artikelen die in de Volkskrant verschijnen over de Tweede Kamerverkiezingen. Ze behandelen elke dag een partij en zetten de hoofdpunten overzichtelijk op een rijtje. Soms is er een dubbele pagina waarin de lijsttrekker aan de tand wordt gevoeld. Ach, eerlijk moet ik toegeven dat ik niet elk artikel lees, want er zijn partijen waar ik sowieso niet op zou stemmen.
Ook vul ik altijd wel even een Kieswijzer in. Meestal is de uitkomst geen verrassing. In vier jaar tijd ben ik niet van politieke kleur veranderd. De uitkomst zit altijd in hetzelfde kwadrant. Opmerkelijk is wel dat er bij al die enquêtes nooit de partij uitkomt waar ik uiteindelijk op ga stemmen. Het is misschien ook freaky als je het met alle standpunten van een partij eens bent. Het blijft schipperen tussen belangen die zwaarder wegen dan andere. Een leuk alternatief is de Stemchecker van de Volkskrant waarbij de stellingen gaan over wat de partijen de afgelopen vier jaar hebben gedaan en niet wat ze beloven in hun partijprogramma’s.
Het valt me op dat de meeste Nederlanders wat linkser in hun opvattingen zijn dan tien jaar geleden. Uit een kiezersonderzoek van I&O Research blijkt dat er een opmerkelijke grote consensus bestaat onder de kiezers over wat er de komende jaren moet gebeuren. Zo is het geloof in de marktwerking in de zorg en andere publieke sectoren sterk afgenomen. Ook over onderwijs is de stemming onder het electoraat omgeslagen. Inmiddels wil 66% juist de basisbeurs voor studenten terug. Tevens staat de verhoging van de AOW-leeftijd ter discussie. Nu wil 60% juist weer terug naar een pensioensleeftijd van 65 jaar.
Merkwaardig is dat de linkse partijen hier geen garen bij spinnen. Een ruk naar links zal er wellicht niet komen. Voor het linkse blok voorspellen de verkiezingen weinig goeds. Ze hebben hun oppositie niet te gelde kunnen maken. Zelfs een voorstel van Jesse Klaver om een alliantie te vormen stuit op verzet. Andere linkse partijen zien niks in zo’n progressieve samenwerking voor de verkiezingen.
Ik breng mijn stem uit in de Emmauskerk. Erg benieuwd of het dit keer ook in het bijgebouw is, want de weg ernaar toe is niet erg coronaproof. Een smal tegelpad leidt naar de ingang en het zal niet wenselijk zijn dat de kiezer via dezelfde route (met z’n eigen rode potlood in de hand) het pand weer kan verlaten.
Daarnaast is er nog een ritueel waar ik naar uitkijk. Onder de vrijwilligers zit een man die altijd mijn geboortegrond prijst als hij de gegevens op mijn stempas controleert. Luid roept hij door de ruimte dat hij ook een Drent is. Tja, je moet de moed erin houden als je daar zo’n hele dag zit. Ik stap altijd wel met een grote glimlach het stemhokje binnen na deze opmerking. Maar voorspelbaar is het wel.