Geschenk uit de hemel
‘Pas op dat je straks niet in een zwart gat valt,’ zeggen
vrienden bezorgd. ‘Straks is je moeder overleden en wat ga je dan doen? Denk je
daar wel eens over na?’
‘Ja, natuurlijk wel, maar wat moet ik? Ik wil er nu
zoveel mogelijk voor haar zijn, en die zorg slokt me nu op, dan kan ik me toch
moeilijk zorgen gaan maken over de dag van morgen?’
Als zelfstandig regisseur is het gedurende de mantelzorg niet
gemakkelijk werk te vinden in het tv-wereldje. Ik moet bij wijze van spreken 24
uur per dag beschikbaar zijn en als je dat niet bent is er voor mijn regiewerk
snel een ander te vinden. Dus doe ik af en toe korte klussen voor AT5.
Eerlijk gezegd heb ik ook wel een beetje mijn buik vol
van de manier waarop het in het wereldje gaat. Bij mijn moeder lees ik in de
krant dat mijn programma-idee (format) van een serie over de Onderzeedienst is
gepikt. Daar ben ik erg verbolgen over en teleurgesteld in degene die ermee aan
de haal is gegaan. Aanvechten heeft geen zin, maar al te vaak zegt de rechter:
‘Het kan voorkomen dat twee mensen onafhankelijk van elkaar hetzelfde idee
hebben.’ Bij thuiskomt blijkt dat ik het programmavoorstel heb geschreven op de
laptop van degene die het uiteindelijk gemaakt heeft, dus ik had juridisch ook
geen poot om op te staan. Al kan ik letterlijk vertellen wat er in de derde
aflevering te zien zal zijn. Nee, ik heb schoon genoeg van dat achterbakse
gedoe.
Natuurlijk maak ik me wel zorgen wat ik na de dood van
mijn moeder wil en ga doen. Fulltime terug in de wereld van de televisie is
niet mijn eerste keus, maar wat dan? Redacteur bij een uitgeverij, krabbel ik met
drie grote uitroeptekens in een mindmap, als ik in een verloren uurtje toch
maar eens over dat zwarte gat nadenk.
Ik heb een aantal mensen geholpen bij het schrijven van
een boek en heb daar veel plezier in en vind het leuk om te doen. Via een nichtje
kom ik in contact met Marijke van Dijk. Zij is bezig met haar eerste boek en
heeft het idee dat het net niet lekker loopt, terwijl iedereen die het leest
enthousiast is en zegt dat ze het moet uitgeven, maar zelf heeft ze haar
twijfels. Ze weet niet wat er precies mis is met het manuscript. Ik bied aan er
eens kritisch naar te kijken. Het is een interessant verhaal, en het doet me
denken aan Dan Brown. Haar dialogen zijn prachtig, maar ik snap waar haar aarzeling
zit. Samen sleutelen we aan het verhaal zodat opbouw en spanningsboog beter lopen.
Na de bewerking van het manuscript trekt Marijke de stoute schoenen aan en
geeft ‘Bittere Erfenis’ in eigen beheer uit.
Op de avond van de boekpresentatie regent het. Ik rij
naar Boornbergum en denk dat ik de locatie heb gevonden, maar het is erg rustig
bij het kerkgebouw. Terwijl ik bezig ben met het instellen van de navigatie
wordt er op de autoruit getikt. Een vriendelijke man vraagt waar ik naartoe wil?
Ik noem de naam van de kerk.
‘O, kom je voor de boekpresentatie?’
‘Ja, klopt.’
‘Wie ben je dan als ik vragen mag?’
‘Jan Meints.’
‘Oh, wat leuk, ben jij Jan. Ik ben Onno, de man van
Marijke. Ik stap bij je in dan rijden we er samen naartoe.’
In de auto vertelt Onno dat ze het aan de keukentafel de
laatste weken veel over me hebben gehad. Want ik heb Marijke met mijn adviezen
bemoedigd om verder te gaan.
Het is een prachtige presentatie en trots verlaat ik de
kerk met mijn exemplaar van het boek, een ingebonden versie. Ik vraag nog aan
Marijke of ze plannen heeft voor een nieuw boek?
‘Ja, ik ben bezig met een trilogie.’
‘Nou, je weet me te vinden, mocht je me nodig hebben trek
maar aan de bel.’
Ik ga door met de mantelzorg voor mijn moeder en het
blijft stil in Boornbergum. Tot ik Ina, mijn nicht, spreek die me vertelt dat
Marijke een uitgever heeft gevonden in Zwolle en dat binnenkort het eerste deel
van de trilogie uitkomt. O, dat verklaart alles, dan zal ze daar wel een
redacteur hebben die het manuscript leest.
Een tijdje later krijg ik per mail een uitnodiging voor
de boekpresentatie van Gebroken cocon. Mijn moeder is net overleden en het is
een erg drukke en emotionele tijd en ik denk in eerste instantie: Ik ga niet
opnieuw naar het noorden. Ik ben daar de laatste maanden zo vaak naartoe
gereden, ik ga een avondje van mijn rust genieten. Maar op donderdagavond kriebelt
het, goh het was een leuke avond de vorige keer, en ik ben ook wel benieuwd
naar het nieuwe boek. Laat ik toch maar gaan morgen, want thuis zitten kniezen
heeft ook geen zin.
Met open armen word ik ontvangen. Leuk dat je er bent! In
de zaal loopt een meneer, keurig in pak met mooie schoenen. We kijken elkaar
aan, verder niks. Ik ga naast Ina en haar man zitten. Bij de opening van de
avond blijkt de meneer met de opmerkelijke schoenen, Cees Scholten te zijn, de
nieuwe uitgever van Marijke. Cees neemt het woord en zegt out of the blue dat
hij eerst iemand in de zaal moet bedanken, omdat die persoon ervoor gezorgd
heeft dat zijn nieuwste auteur weer zin kreeg in het schrijven. Waar zit Jan?
Ik denk wat gebeurd hier en sta op. Ik krijg me daar een paar veren in mijn
reet geduwd en Cees zegt: ‘Wij moeten straks even met elkaar praten.’
Nou, hoe wil je het krijgen? Het redacteurschap komt op
een presenteerblaadje op mijn pad. We hebben een goed gesprek en krijgen de
indruk dat we wel iets voor elkaar kunnen betekenen.
Zaterdag stuur ik mijn cv en een motivatie naar de uitgeverij en maak maandag een afspraak voor een kopje koffie. Als ik veertien dagen later naar Zwolle ga, staat Cees daar in informele outfit en de beroemde chesterfield met de uitzakkende kussens. Ik neem erop plaats. Mijn oog valt op de whiskey op het bijzettafeltje. ‘Cees, ik dacht dat ik hier kwam voor een bakje koffie?’
‘Ben je een liefhebber van whiskey?’
‘Jazeker!’
Het ijs dat al gebroken was op die vrijdagvond, breekt nog
verder open. Wederzijdse voorliefde voor de Schotse hooglanden, boeken, het
geloof… En ik verlaat het pand aan de singel met een grote glimlach op mijn
gezicht. Ik ga de redactie doen van de manuscripten die bij Scholten Uitgeverij
binnenkomen.
Omdat ik me afvraag hoeveel scripts dat zullen zijn, stort
ik me als Taalmens ook op de markt als schrijfcoach voor mensen die een verhaal
te vertellen hebben, maar niet weten hoe ze dat moeten aanpakken. Motto van
mijn werk is de vraag ‘Wat doen mensen met hun leven en wat doet het leven met
mensen?’ Ik probeer auteurs een heldere en duidelijke stem te geven, zet
daarbij mijn talent in om hun vertelling nog meer glans te geven, zodat ze zich
op de best mogelijke manier uiten en hun boodschap duidelijk in de publiciteit brengen.
Nou, er komen genoeg scripts ter beoordeling binnen en het is het begin van een prachtige samenwerking die ik als een groot geschenk uit de hemel ervaar.