Soms als ik in de buurt ben van Bovensmilde moet ik toch even een kijkje nemen op de Grietmanswijk. De plek waar ik geboren ben en de eerste 18 jaar van mijn leven heb gewoond. Er is veel veranderd in de loop der tijd. Nu is het een verbrede weg voor de afvoer van zand en grint uit de zandwinningplas van de familie Koers. De boompjes uit mijn jeugd zijn fors geworden. ‘Onze’ boerderij heeft een totaal andere aanblik gekregen. Zo zijn de mooie grote kastanjebomen die het een bepaald karakter gaven verdwenen. Het ziet er nu een beetje kaal en bloot uit.
Vroeger bood de Grietmanswijk het typische beeld van een Veenkolonie in Noord-Nederland, die vanaf de 16de eeuw zijn ontstaan door grootschalige afgraving van hoogveen voor de turfwinning. De ontginning geschiedde door de aanleg van kanalen, diepen en wijken voor de ontwatering van het veen en het transport van de turf. Vervolgens werd in het veen een stelsel van sloten aangelegd om het voldoende te ontwateren, zodat het droog kon worden afgegraven. Gekoppeld aan de structuur van kanalen en wijken ontstonden ‘linten’ van nederzettingen voor arbeiders die naar het gebied trokken om het veen af te graven, de veenkoloniën. Zo is ook Smilde ontstaan, een 17 kilometer lange lintbebouwing.
Na het winnen van de turf zijn de gebieden in cultuur gebracht door een deel van het veenmosveen terug te storten en met de zandondergrond te vermengen. De zandgronden, rijk aan organische stoffen, zijn geschikt voor akkerbouw (met name aardappelen). Over het water, de wijk, konden de aardappelen handig per schip naar de aardappelmeelfabriek ‘Scholten’ afgevoerd worden. Een duidelijk landmark die met de hoge schoorsteen altijd te zien was als je buiten liep. De fabriek fungeerde ook als klok, want schafttijden werden met een alarm aangegeven dat luid over de landerijen klonk.
De aardappelen van mijn vader gingen naar de Coöperatieve Aardappelmeelfabriek ‘Oranje’, aan het Oranjekanaal nabij Smilde. Begin jaren ’90 is deze fabriek overgenomen door de handelsfirma in oud-ijzer en sloopmaterialen Van der Most B.V. en getransformeerd tot de overdekte Speelstad Oranje. Het gehucht is het laatste decennium bekend van de massale opvang van asielzoekers.
Eind jaren ‘60 wordt besloten een groot aantal wijken in Smilde dicht te gooien, want het vervoer per vrachtwagen is eenvoudiger. Het is afgelopen met de idyllische bruggetjes en de mogelijkheid om te vissen vlak voor je huis. De Provinciale Drentsche en Asser Courant (22 februari 1969) meldt dat de gemeente Smilde een ingrijpend plan heeft geïnitieerd. ‘De zand(grint)wegen naast de wijken waren nauwelijks begaanbaar: een bakker en een dokter konden bijna niet meer bij de boerderijen komen.’ Er moet iets gebeuren. Het zand dat nodig is voor de demping van de wijken wordt gewonnen in de gemeente. Niet ver van onze boerderij komt een zandwinningsplaats. Via dikke buizen wordt de wijk met geel zand gedempt. Voor zo’n kleine jongen betekent dat een grote zandbak voor de deur. Al is het ook gevaarlijk, want er is sprake van drijfzand. Het zand wordt met waterdruk door de buizen gespoten. Eerst moet het dus opdrogen en uitharden. Toch ga je er naar hartenlust met je buurjongens in spelen. Er komen grote gele machines die tot de verbeelding spreken. Zandschuivers, grijpers en draglines. Het is een en al bedrijvigheid op die anders zo rustige wijk.
Vanwege de hoge kosten wordt het plan in fasen uitgevoerd. Eerst worden de Meesterswijk en Grietmanswijk dichtgegooid. Meteen wordt de mogelijkheid tot het aanleggen van een riolering benut. Als de wijk verdwenen is – er blijft een klein uitgegraven slootje over voor de afwatering – wordt er asfalt over het gele zand aangelegd. Als ik nu ’s nachts langs een snelweg rij waar ze met wegrenovatie bezig zijn, komt de bekende geur van teer en vers asfalt uit mijn jeugd weer boven. Ik voel zelfs de gloed op mijn vangen als de wals over het nieuwe wegdek gaat.