Wachtend op de stoel in de wachtkamer zie ik de leuke jonge arts in opleiding voorbijlopen. Ik groet hem vriendelijk. Hij reageert koeltjes. Ditmaal doet mijn huisarts zelf het onderzoek en kijkt de stagiair vanaf de zijlijn toe. Ik vertel hoe het de afgelopen veertien dagen ging en bespreek de heftige aanval tijdens het etentje.
‘Stond je onder druk?’
‘Nee, het was juist een erg prettig samenzijn. Ik voelde me op mijn gemak.’
Mijn bloeddruk is nog steeds veel te hoog en de huisarts schrijft me een bloeddrukverlager voor. Dat is de meest logisch gevolgtrekking. Om hartfalen uit te sluiten stelt ze een holteronderzoek voor, waarmee storingen in het hartritme kunnen worden vastgesteld. ‘Vind je dat goed?’
‘Ja, prima, ik wil weten wat er aan de hand is en als ik op deze manier iets kan uitsluiten.’
Holterapparaat
Ze zet me op de wachtlijst. Het duurt even voordat ik een telefoontje krijg dat ik de volgende dag het holterapparaat mag komen halen. Juist die avond krijg ik tijdens het tv-kijken een aanval van duizeligheid. Zal je net zien dat ik morgen nergens last van heb.
De doktersassistente brengt de recorder aan. Mijn borsthaar sneuvelt, omdat de plakkers anders niet goed blijven zitten. Ik moet op een knopje drukken wanneer ik dreig duizelig te worden. Als zo’n incident zich heeft voorgedaan kan ik het apparaat terugbrengen. Er gebeurt echter niks en ik loop een week lang met zo’n ufo op mijn borst rond voor Jan met de korte achternaam.
De assistente belt dat ik het apparaat weer moet inleveren. De volgende dag volgt de uitslag: geen onregelmatigheden gevonden. Nou, dat kan ik dan gelukkig afvinken. Wel een kostbaar grapje, want het onderzoek wordt niet vergoed, merk ik als binnen een week een gepeperde rekening op de mat valt.
De draaiingen verminderen, zo af en toe moet ik even gaan zitten. Dat is fijn, want ik heb inmiddels werk gevonden en het zou vervelend zijn als ik tijdens de werkzaamheden op het distributiecentrum onwel zou worden, en niet zou kunnen werken.
Zaterdagochtend
Totdat ik een aantal maanden later op een zaterdagochtend opsta. Althans dat wil ik doen. Ik moet nodig plassen. Maar ik ben ontzettend duizelig. Met moeite ga ik op de bedrand zitten. Ontspannen, Jan, het gaat zo weer over, dat is tenminste mijn ervaring. Maar de wereld blijft om me heen tollen en ik lijk wel zwaar dronken, terwijl ik geen druppel alcohol heb gehad. De druk op de blaas neemt toe, ik moet echt naar de wc anders plas ik in mijn broek. Kruipend en me vasthoudend aan de bedrand, muur en de deurposten kom ik bij het toilet. Het legen van de blaas is een zorg minder, maar ik blijf erg duizeling en weet niet waar ik het zoeken moet. Dit is de ergste aanval tot nu toe.
Hele dag in bed
Als ik een boterham smeer in de keuken, maakt de broodlucht alleen me al misselijk. Ik strompel naar mijn bed terug en probeer rustig te blijven liggen, dan is de duizeligheid enigszins hanteerbaar. Ik probeer te slapen, maar dat lukt niet. Tv kijken, alles draait, dan maar gewoon languit liggen. Wat een gedoe! Het gaat maar niet over. Ik wil wel naar de huisarts, maar het is weekend en hoe kom ik bij de dienstdoende huisartsenpost? Ik kan zo nog niet eens veilig de zes trappen aflopen naar buiten. De gehele dag lig ik in bed. Gelukkig heb ik de dag ervoor boodschappen gedaan dus ik hoef de deur niet uit. Ik blijf maar duizelig en waggel als een gans door het huis.
Op zondag zijn de klachten nog niet weg. Lastig als je lichaam je in de steek laat. Toch wil ik niet weer de gehele dag in bed blijven liggen. Ik probeer te zitten en wat te werken en merk dat de duizeligheid door te bewegen langzaam afneemt. Morgenochtend ga ik meteen de huisarts bellen… (Wordt vervolgd)