Houtvuur

Het is heftig de afgelopen weken met die regenbuien en stormen die op alfabet een naam krijgen om ons bewust te maken dat het hard waait en dat het gevaarlijk kan zijn om naar buiten te gaan. Dit weekend is het daarentegen weer onverwacht lenteachtig. Een prima gelegenheid om de stormschade in het bos te inspecteren. Losse takjes ratelen in mijn spaken en het afgewaaide dennengroen knerpt onder de fietsbanden. Sommige stukken van het sintelpad zijn sompig. Her en der liggen lange Japen languit, hun stam en ontblote wortels laten ze met enige gêne aan de voorbijgangers zien. Of een andere boom leunt vervaarlijk op zijn buurman om wellicht samen bij Gladys alsnog tegen de grond te gaan. Achter het glas lijkt het zo aangenaam maar je moet toch echt wel handschoenen aantrekken om comfortabel een rondje te maken.

Kortom veel brandhout voorradig maar absoluut nog geen geschikte temperatuur om in de tuin een vuurtje te stoken. Al vind ik het wel een aanlokkelijk idee om je te warmen aan de oranje gloed van een vuurkorf met een goed glas whisky in je hand. Je kan natuurlijk ook binnen de haard aansteken. Maar helaas, ik beschik noch over een open haard, noch over een tuin. Dus wil ik melancholisch in een vuur staren dan ben ik van anderen afhankelijk. Gelukkig doet zich af en toe die mogelijkheid voor en het zorgt vaak voor een memorabel samenzijn. Je kan het uitbreiden door er een soort alternatieve barbecue van te maken, maar dikwijls is het staren naar de dansende vlammen en mijmeren al ontspannend genoeg. Je komt volledig tot rust door de vonken, het knisperen en sissen. We hebben er allemaal zo onze associaties bij.

De mens heeft zich altijd – in tegenstelling tot dieren – aangetrokken gevoeld tot vuur. In ver vervlogen tijden waren onze voorouders ervan afhankelijk. Het hielp hen overleven in de kou en bracht bescherming tegen het gevaar van wilde dieren.

Er is een theorie dat we ons aangetrokken voelen tot tv-beelden door deze oude instinctieve omgang met vuur. De verklaring zou zijn: de bewegende beelden lijken op het gefonkel van een houtvuur, waarachter onze prehistorische voorouders samen warmte zochten en verhalen uitwisselden. Het kijken naar een (georganiseerd) vlammenspel ontspant en het knisperende geluid geeft rust. Dat zou langzaam geëvolueerd zijn tot tv kijken en ontspannen op de bank hangen.

Er zit wat in het idee dat alles wat fonkelt of flakkert ons dankzij het vuurinstinct kan kalmeren. Er zijn tegenwoordig veel soorten lichtspel die ons tot rust brengen. Niet voor niks worden er ’s nachts beelden uitgezonden – voor hen die niet kunnen slapen – van treinreizen of auto’s die eindeloos over wegen rijden. Hoe minder mensen erin voorkomen, hoe beter. Net als natuurdocumentaires of beelden van eindeloze sneeuwlandschappen. Het blijkt ontspannend te werken. Er zijn zelfs dvd’s ontwikkeld om naar haardvuur te kunnen kijken.

Het is een leuke theorie maar of het ook echt de bloeddruk verlaagt, vraag ik me af. Toch laat ik me graag door dit elektronische houtvuur tot rust brengen.

Geef een reactie