Het regent in Baskenland. Het veroorzaakt een waas op mijn tv scherm. Een sliert wielrenners trekt zich de Erlaitz omhoog om naar San Sebastian af te dalen. Het wordt steeds donkerder op mijn scherm. De coureurs bevinden zich in het bos. Koplampen van de volgauto’s verblinden me. Een erg grijze Clásica San Sebastián dit jaar. Spaanse wegen schuiven als de pest als ze nat worden. Valpartij! Drie jongens van Bohra-hansgrohe. Natuurlijk ligt Wilco Kelderman er weer bij.
Het is mooi om via de helikopterbeelden de vier vluchters de boulevard van San Sebastian te zien naderen. Ze beginnen aan hun laatste rondje. De beklimming van de Murgil. De renners rijden door een woud van enthousiaste supporters. De Basken zijn wielergek. Mohoric neemt de bocht niet goed en zet een voetje op de grond. Honore blijft net op een valrail hangen. Met de finish in zicht blijft het opletten.
Vijf jaar geleden kom ik vanuit Bilbao aan in diezelfde stad. Het weer is vergelijkbaar. Het miezert. Ik heb geen zin om de warmte van de touringcar te verlaten en de onbekende reisgenoot die op het wiegende ritme van de bus tegen mijn schouder in slaap is gevallen. Het voelt intiem. Een onbekende die zich zo op zijn gemak voelt in de buurt van mijn lichaam. Er is eveneens veel publiek op de been, dat komt omdat er een filmfestival in de stad gehouden wordt.
De weersvoorspelling voor de komende dagen is gelukkig beter: zon en drieëntwintig graden. Door het groene landschap laat ik me verleiden om een mountainbike te huren en een ritje in de omgeving te maken. Met een helm op mijn rode krullen begin ik enthousiast aan mijn avontuur. Vanaf het strand lopen de wegen gauw redelijk steil omhoog. Van vals plat is geen sprake.
Deze verkenning pakt slecht uit. In de bus lijkt het hoogteverschil miniem maar op de fiets blijken de wegen echte kuitenbijters te zijn. Welke versnelling ik ook voorzet ik kom gewoon niet omhoog. Ik moet snel mijn meerdere in de bergen erkennen. Ik maak prachtige onbedoelde surplaces. Adem als een oud paard. Noodgedwongen stap ik af en hijg uit in de berm. Nadat ik mijn ademhaling weer onder controle heb, suis ik op mijn gemakje naar beneden. Het sportshirt tegen het lijf gedrukt door de tegenwind.
Rondjes maken rond de prachtige baai aan de Golf van Biskaje lukt me wel. Lekker flaneren aan het strand. Obers doen hun best om toeristen hun restaurant binnen te lokken. Het is druk op de Playa de la Concha. Ik trakteer mezelf op een heerlijk koel biertje met een pinxtos. Het ruikt naar zee, zonnebrand en zeevis. Jonge surfers zijn druk in de golven aan het trainen. Badgasten spelen een potje strandvolleybal. Tieners vertonen hun kunsten op hoverboards. San Sebastian is een elegante badplaats, de voornaamste zomerbestemming voor de Spaanse jetset.
Het bier smaakt me prima, evenals de kleine hapjes die erbij geserveerd worden. Ik weet nu zeker dat ik geen berggeit ben, geen Bauke Mollema. Ach laat ik het maar bij kijken naar wielrennen houden…
Zaterdagmiddag wint Neilson Powless in San Sebastian voor het eerst in zijn carrière een profzege. Glunderend staat hij op het podium met de traditionele brede zwarte baret als trofee op zijn hoofd.