Ik ben geen hippe twintiger meer, die staat te dringen in de lange rij voor een nachtclub, nu de coronamaatregelen zijn versoepeld. Ik hoef gelukkig niet nachtenlang te feesten. Ik hou dat ook niet meer vol. De energie ontbreekt en ik heb van een nachtje doorhalen, een week last. Wat is er leuk aan dansen in een te volle ruimte met een plakkerige vloer? Een verschraalde bierlucht die in je kleding gaat zitten. Dat klinkt echt oud, hè?
Toch ben ik blij dat ook deze sector van de horeca weer open is. Met name jongeren kunnen weer socializen, mensen aanspreken zonder dat je elkaar kent. Spontane gesprekjes die wellicht nergens over gaan en die je morgenvroeg bent vergeten, maar je op dat moment wel een kick geven. Uitgaan is nodig want zo leer je jezelf en anderen kennen. Je kan lekker je ding doen, lekker flirten (toch anders dan op de elektronische manier met TINDER of GRINDR), heerlijk om onder leeftijdgenoten even stoom af te blazen na zo’n ellendige tijd. Het is voor veel jongeren een noodzakelijke uitlaatklep.
‘Het is een heel zware tijd geweest. Voor zieken, voor nabestaanden, voor mensen in de zorg, maar ook voor alle andere Nederlanders. Jongeren, cultuurmakers, ondernemers… Corona wierp een schaduw over onze levens, maakte ons eenzaam en verdeelde ons soms tot op het bot. Gelukkig zitten we nu in een andere fase,’ zegt minister Ernst Kuipers in de persconferentie waarin hij de versoepelingen aankondigde.
Persoonlijk ervaar ik de afschaffing van de coronamaatregelen ook als een verademing. Niet meer met zo’n zweetlap op je gezicht rondlopen. Niet bang zijn om dicht in de buurt te komen van iemand. Alleen begroetingen zijn onwennig: de oude handdruk, de drie zoenen, of toch maar de boks of de beleefde buiging?
De eerste keer dat ik weer hutje mutje in het filmtheater zit, overvalt me. Als iemand kucht of niest is meteen je bacillenbewustzijn alert. Toch voel ik echt de behoefte dat ik veel moet inhalen, zeker nu alle films met een Oscarnominatie in roulatie zijn gebracht. Ik geef het toe dat ik gretig ben. Ik ga misschien naar films die ik twee jaar geleden nog even oversloeg. Zo kan je pareltjes ontdekken: Hytti nro 6, een Finse film over tegenpolen die elkaar in de trein naar Moermansk leren kennen en ontdekken dat ze toch meer gemeen hebben dan ze denken. Of Nine Days waarin zielen uit het voormaals worden geselecteerd om deel te kunnen nemen aan het leven.
Zelfs de snackbar is weer gezellig. De tafeltjes en de stoelen zijn in hun volle aantal terug. Je kunt weer zitten om een krant te lezen en je hoeft niet meer buiten in de kou op je bestelling staan te wachten. De prijzen voor biertjes en andere consumpties zijn stiekem omhooggegaan, tja het moet toch uit de lengte of de breedte komen.
Ik heb gelukkig geen last van coronakilo’s. Al ben ik een troosteter. Nee, ik ben juist veel gewicht kwijtgeraakt, maar dat heeft meer te maken dat ik van een zittend beroep – noodgedwongen – dagelijks vele kilometers maak om artikelen te selecteren voor webshopklanten. Ik krijg zoveel beweging dat ik de energie en de tijd niet kan opbrengen om nog te gaan zwemmen, hoe graag ik dat ook doe.
Op een vrije dag ga ik toch even baantjestrekken. Ik word ingehaald door een groepje jonge zwemmers, kinderen nog. De badmeester roept vanaf de zijlijn enigszins betuttelend dat ik harder mijn best moet doen. Bij een volgend baantje zegt een van de kids, terwijl hij me opnieuw voorbij zwemt: ‘Meneer, u doet het ook goed!’
Ik bedank hem voor het compliment. Zo’n jongen moet wel uit een stimulerend gezin komen dat hij zo attent reageert. Met een grote glimlach zwem ik in mijn eigen tempo verder.
Ik vraag me wel af hoe lang dit goed gaat en wanneer weer een nieuwe variant van het C-virus opduikt die ons levensritme in de war stuurt. Maar laat ik positief blijven… ik ben de afgelopen jaren qua corona redelijk goed doorgekomen.