Potje padel

‘Je moet onderhands serveren, Pieter!’ hoor ik aan de andere kant van de heg schreeuwen, als ik me op de speelweide van het zwembad geïnstalleerd heb op een ligbedje. Het gras is nog nat en er staat een verfrissend windje. Gisteren wilde ik hier ook lekker lezen, maar toen was het terrein afgesloten, er werd regen verwacht. Men was bang voor inloop van modder. Een beetje voorbarig en erg balen, want het was dan wel bewolkt, maar geregend heeft het de hele dag niet.

Ik luister naar het gepok van de ballen die over en weer worden geslagen.

‘Maar mag ie ook stuiteren?’

‘Ja, dat mag.’

‘Probeer eens met zijn tweeën naar voren te komen bij een hoge bal van Pieter!’

‘Harder slaan!’

‘Uit!!’

Eerst denk ik dat ze bij de buren tennissen, maar het hippe Squash & Wellness centrum heeft outdoor padelbanen aangelegd.

Bilbao

Mijn gedachten gaan terug naar een voorval in Bilbao, zes jaar geleden. Ik maak een wandeling om streetart langs de kade van de Nervíon te bekijken en te fotograferen. Het ene kunstwerk is niet kleurrijker dan het andere. Soms herkenbaar, soms abstract, maar wel uiterst creatieve graffiti.

Op de terugweg zie ik op een opvallend gevormde muur ook allerlei kunstuitingen. Ik loop ernaartoe en merk dat er aan de andere kant met een bal wordt geslagen, het blijkt om padel te gaan, een sport die het midden houdt tussen tennis en squash, ontdek ik later via internet. Een populaire sport in Spanje. Een aantal mannen zijn met een rally bezig. Ik neem plaats op de tribune en probeer het spel te doorgronden. Je speelt het met z’n vieren in een soort kooi. Hier zijn twee oude muren onderdeel van het hekwerk.

Confrontatie

Achteloos pak ik mijn mobiel erbij, deels om de gemaakte streetartfoto’s te bekijken en ook om het padelspel vast te leggen. Ik schrik van een paar luide schreeuwen. Ik denk dat het bij het spel hoort, maar dat ligt stil. Driftig met zijn armen zwaaiend komt een van de spelers uit de kooi, recht op me af. Hij heeft een Noord-Afrikaans uiterlijk, is nog niet zo oud en is me duidelijk niet vriendelijk gezind gezien zijn agressieve gedrag.

Ik sta snel op en steek de mobiel in mijn broekzak en verlaat de tribune, geen zin in een confrontatie. Trouwens de kans is groot dat we elkaar niet verstaan. Ik maak me uit de voeten te meer daar ik zie dat ook de andere spelers mijn kant opkomen. Ik begrijp niet wat het probleem is. Wat zit ze dwars? Wat willen ze? Mijn mobiel, mijn geld, mij een pak slaag geven? Ze zetten met z’n allen de achtervolging in. Eén springt er op een scootertje. Ik moet hier weg zijn, maar waar naartoe? Naar de dichtstbijzijnde huizen zodat ik hulp kan vragen. Hun kreten klinken steeds luider. Ik krijg het Spaans benauwd.

Rennen

Mijn appartement is niet zover verwijderd van hier, maar is het handig om die kant op te gaan? Ik wil niet dat ze weten waar ik verblijf. Ik ren de andere kant op en zigzag een beetje tussen straatjes door om ze kwijt te raken. Maar ik hoor de grootste druktemaker nog steeds schreeuwen. Het lijkt wel een achtervolgingsscène uit Mission Impossible. Zo hard rennen als Tom Cruise kan ik echter niet. Mijn hart bonst in mijn keel. Voortdurend links-rechts-bewegend probeer ik de agressieve jongemannen af te schudden.

Ik zie een aantal afvalcontainers en hijgend verstop ik mij daarachter, hopend dat mijn achtervolgers het spoor bijster zijn geraakt… maar ik verwacht ieder moment dat een woedend gezicht boven me opdoemt. Nog steeds hoor ik de ronkende scooter en luide stemmen. Ik probeer mijn ademhaling onder controle te krijgen.

Belagers

Na een poosje kom ik aarzelend tevoorschijn omdat mijn belagers weg lijken te zijn en ik probeer mijn weg terug te vinden naar het appartement, daarbij wil ik de padelkooi omzeilen. Als ik de deur van het appartement veilig achter me dicht doe, slaak ik een zucht van opluchting en besef hoe snel een simpele situatie uit de hand kan lopen. Een wijze les.

Ik zal de spelers aan de andere kant van de heg hier vandaag maar met rust laten en concentreer me op het boek dat ik heb meegenomen.

Geef een reactie