Reisverhaal schrijven
Reizen en op vakantie gaan is deze zomer niet een vanzelfsprekendheid. Veel mensen zien hun vakantieplannen in het water vallen of moeten hun bestemming bijstellen. Moet je de grens wel over willen? Wat als je per se naar het buitenland wilt, ga je dan met het vliegtuig of met de auto of neem je het openbaar vervoer en hoe veilig is dat? Ben je wel verzekert als je halsoverkop je vakantie moet afbreken omdat het gebied waar je bent plotseling wordt afgesloten vanwege een opvlamming van het virus? Moet je dan verplicht in quarantaine als je terugkomt? Het is zaak om de reiswijzer van de ANWB in de gaten te houden en op de veiligheidsrisico’s te letten.
Reizen kun je natuurlijk ook in je hoofd doen. Ga terug naar vorige vakanties en haal herinneringen op. Of maak een virtuele reis. Gebruik je verbeelding. Stel ik ga naar Tel Aviv en wat wil ik daar gaan doen en bezoeken tijdens die dagen? Hoe leuk is soms de voorpret van een grondige voorbereiding, het vooruitzicht dat je iets gaat doen wat je nog nooit eerder gedaan hebt! En ja helaas zal de echte trip dit jaar – in mijn geval – niet plaatsvinden.
Dit experiment zal ik in deze vakantieperiode een aantal malen toepassen. En we beginnen vandaag met een reisverhalenseminar. Zomer 2018, op het Neude in Utrecht heeft de ANWB zojuist een nieuw kantoor geopend. Naast de winkel is er ook een eigen café. Een plek om even je e-mail te checken en vooral om gezellig van een kop koffie met iets lekkers te genieten. ‘Een ontmoetingsplek voor een gesprek van mens tot mens, een twijfel of een schaterlach,’ zoals de ANWB het zelf op hun website omschrijft. ‘Het café organiseert allerlei activiteiten zoals workshops, boekpresentaties en filmavonden.’ Dus je kunt er ook dingen leren. In de Kampioen lees ik dat er een workshop reisverhalen schrijven is. Ik ben geïnteresseerd en meld me aan in de veronderstelling dat ik te laat ben en het seminar volgeboekt zal zijn. Maar gelukkig er is plaats voor mij in de nieuwe herberg…
Vrijdagmiddag, bijna dertig graden, de zon brandt op de klinkers van het plein en met een verhit hoofd meld ik me bij de balie. ‘Dat is boven, meneer, daar de trap op.’
Naast het bargedeelte is een lichte ruimte met veel houttinten en een moderne minimalistische inrichting, een muur met groengeel gekleurde kussens in allerlei maten en verschillende tafels, stoelen en zitjes. De cursusleidster heet me hartelijk welkom. En heet is het! Ik zoek een plekje waar ik niet in de zon zit die door het glas naar binnen schijnt dat een kant van de ruimte in beslag neemt. Met een grote zakdoek veeg ik mijn voorhoofd droog. Niet dat het helpt, maar voor het idee. Langzaam druppelen de medecursisten binnen. We mogen koffie, thee of iets anders halen in het café. Ik hou het bij water. Als iedereen – denken we – binnen is, trapt Miranda af. Ze heeft net de bedoeling en opzet van deze schrijfmiddag uitgelegd, als er gestommeld klinkt op de trap en de deur openzwaait. Een vrouw met in haar kielzog een meisje beladen met tassen van de bekende modemerken die je in elke Nederlandse winkelstraat treft, stormt naar binnen. Blijkbaar hebben ze bij hun bezoek aan Utrecht het nuttige met het aangename gecombineerd. De serene rust is meteen verstoord en omstandig legt de mevrouw uit dat ze zich hebben aangemeld en waarom. Het lijkt haar namelijk enig om reisverhalen te kunnen schrijven! Ook de reden van de verlate binnenkomst wordt breedvoerig maar zonder enig excuus in de groep gegooid. En passant meldt ze nog dat het hele gezin logeert op een camping op de Veluwe. Ik zie wat mensen fronsen.
Na de onderbreking doet Miranda een poging om haar aanpak nogmaals uit te leggen. We gaan wat gerichte schrijfoefeningen doen, die we als de tijd die we daarvoor krijgen, verstreken is, aan elkaar zullen voorlezen. Het is niet de bedoeling dat we een discussie over datgene wat voorgelezen is, gaan beginnen. Om het werkbaar te houden splitsen we ons op in groepjes van vier. Ik wil mijn schaduwplekje behouden en betaal daar achteraf de tol voor. De laatkomers komen in mijn groep en omdat de dochter niet van haar moeder gescheiden wil worden, zijn we met zíjn vijven.
De eerste opdracht is simpel. Je krijgt een open zin die je moet afmaken: Als ik aan reizen denk… Schrijven is voor mij… Nu ik hier ben… Deze zinnen zijn bedoeld om het schrijfproces op gang te brengen en je moet eigenlijk zonder je pen van het papier te tillen schrijven wat er in je op komt.
Een vingeroefening, een opwarming van de schrijfgeest, zeg maar.
We krijgen daar een paar minuten voor en lezen het resultaat aan elkaar voor. Ik merk dat de dochter niet echt mee doet en eigenlijk niet zit te schrijven. Ze staart met een enigszins verveeld gezicht voor zich uit. Al snel denk ik, o er is iets met haar aan de hand en de moeder is een soort oppas, die zelf graag dit seminar wil volgen, en haar dochter noodgedwongen heeft meegenomen.
Ik moet het loslaten en me op mijn eigen schrijven richten, maar dat is bijna onmogelijk. De moeder en daarmee de dochter zijn dwingend aanwezig, ze houden zich niet aan de regels, en zijn ronduit gezegd een storende factor. Ik zie ook bij anderen – en vooral Miranda – de irritatie groeien. Ze blijft vriendelijk maar moet steeds ingrijpen om de middag toch in goede banen te leiden. Het liefst zou ze de dames met tas en al achter het nieuwe felgekleurde behang willen plakken.
Bij de vervolgopdrachten kom ik voor mezelf gelukkig in de schrijfmodus en kan ik me op de opdrachten concentreren.
Stel je wilt je vakantieverhalen tot iets leesbaar terugbrengen, of je pakt het groter aan en wilt voor een krant of een ander medium een reisverhaal schrijven dan is het zaak dat je vertelt met oog voor details, dat je het adagium Show, don’t tell toepast, en niet in een toen en toen-stijl schrijft. Je moet op zoek gaan naar een thema. Bijvoorbeeld reizen in de voetsporen van Lord Byron. Of je wilt weten hoe religie beleefd wordt in je vakantieland. Ik noem maar een zijweg. Je moet weten wat je de lezer wilt meegeven. Bij reisverhalen gaat het zeker om ontmoetingen, want die brengen je verhaal tot leven.
Voor mij is de workshop op deze verhitte middag zeker een bijzondere ontmoeting: met een moeder en een dochter die tijdens zo’n middag wel voor een verhaal zorgen dat je door wilt vertellen. Maar bovenal is het een leerzame ontmoeting met een collega schrijfcoach. Het biedt een leuk kijkje in haar keuken. Al hoop ik nooit zo’n aandacht vragende cursist te zullen treffen.