Er is een nieuwe druk van ‘De Avonden’ verschenen, de debuutroman van Gerard Reve. Dat is ook de enige activiteit op literair gebied rond de schrijver die afgelopen week honderd jaar geworden zou zijn. Waarom is er niet groots uitgepakt met een herdenkingsjaar en meerdere nieuwe uitgaven van zijn werk?
Gerard Reve behoort tot een van de grootste naoorlogse Nederlandse schrijvers. Hij maakt met Harry Mulisch en W.F. Hermans deel uit van ‘de Grote Drie’. Maar wie leest ze nog? Reve voorspelde het zelf: ‘Na je dood – Reve overleed in 2006 – word je nog tien jaar gelezen. Dan wordt er een straat naar je genoemd en dan ben je vergeten.’
Ligt het aan het beroerde taalonderwijs in ons land? Of heeft het te maken met de huidige cancelcultuur? Als schrijver en publiek figuur zorgt Reve tijdens zijn leven voor de nodige controverse en relletjes. Hij was geen lieverdje, eerder een querulant, een pestkop, een clown en een provocateur. In die hoedanigheid heeft hij dingen op papier gezet die kwalijk zijn als je ze leest.
Frits van Egters
‘De Avonden’ staat op mijn literatuurlijst voor de middelbare school. De roman maakt me somber, die beschrijving van een gezin vlak na de oorlog. Maar het bevat ook een droge vorm van humor die menigmaal een glimlach op mijn lippen tovert. Het is soms best wel even doorbijten, want er gebeurt niet zoveel in het leven van kantoorklerk Frits van Egters. Hij ontwaakt uit nachtmerries, ontbijt, gaat naar zijn werk, eet ’s avonds bij zijn ouders en bezoekt vrienden.
Frits woont nog thuis en gruwt van de doofheid en de tafelmanieren van zijn vader. Zijn redderende moeder boezemt hem afwisselend ergernis en medelijden in. ‘Toen hij thuiskwam, vond hij zijn moeder duttend in de leunstoel. Hij bekeek haar en zei in zichzelf, geluidloos de mond bewegend: “Ik voel me vandaag beroerd. Maar laat ons om ons heen zien. Sommige mensen worden reeds bij het begin van hun leven zwaar gestraft: zij worden als vrouw geboren.”’
Tijdens de kerstdagen heeft Frits vrijaf, maar zijn ouders vieren Kerstmis niet. Frits hoopt bij zijn vriend Victor wel een versierde kerstboom aan te treffen. Victor ziet echter op tegen de aanschaf van ‘kaarsen en al die rommel’.
Oudjaar viert de familie Van Egters wel. Frits’ moeder bakt oliebollen en ze heeft een feestelijke fles wijn gekocht. In een van de beroemdste scènes uit het boek blijkt echter dat ze zich bessen-appelsap heeft laten aansmeren. In de laatste uren van het jaar vindt Frits de kracht om zijn ouders een soort vergiffenis te schenken.
De boeken van Gerard Reve vullen een behoorlijk rijtje in mijn boekenkast. Na ‘De Avonden’ ontdek ik de andere kant van Gerard Reve en verslind ik onder andere ‘Lieve Jongens’, ‘De Taal der Liefde’, ‘Een Circusjongen’, ‘De Vierde Man’ en ‘Moeder en Zoon’. Hij is een soort gids die vrijuit spreekt over homoseksualiteit. Via de Slegte haal ik de exemplaren van ‘Op weg naar het einde’ en ‘Nader tot U’ binnen. Om me vervolgens op de briefwisselingen van hem te richten, waarin je veel over het leven van de schrijver te weten komt. Je valt echt van de ene verbazing in de andere.
Revisme
Ik kan wel zeggen dat ik een fan ben van zijn werk vol ‘revisme’: een wonderlijke versmelting van herenliefde, sadisme, mystiek en plechtig tergend taalgebruik.
Zijn archaïsche, lange meanderende zinnen zal het jongeren die hem nu willen lezen niet makkelijk maken. Maar ik smul ervan en dan vergeet ik nog zijn humor. Probeer met boekentaal maar eens iemand aan het lachen te maken, dat lukt je bijna niet. Maar Reve wel.
Velen lezen ‘De Avonden’ zo rond de kerstdagen opnieuw. Dit jaar komt er een speciale podcast ‘Tien dagen Reve’ uit. Tussen 22 en 31 december (de periode die centraal staat in het boek) zet het Literatuurmuseum elke dag een aflevering online. Daar kijk ik nu al naar uit.