Je zou het een traditie kunnen noemen. Direct na kerst – nog een beetje in een feeststemming – twee dagen schaatsen in de Friese schaatstempel Thialf. Het NK allround en sprint. Ik ben fan.
Eerder dit jaar tijdens de Olympische Winterspelen in Beijing is de Nederlandse schaatswereld opgeschrikt of eigenlijk al in de jaren ervoor. Er verscheen een nieuwe ster aan het firmament, eentje met een Nederlandse naam maar met de geel-blauwe kleuren van de Zweedse vlag op zijn aerodynamische schaatspak: Nils van der Poel. Afkomstig uit het leger verpulverde hij de tijden van de Nederlandse schaatstoppers.
Net van de schrik bekomen dat deze schaatser alle grote prijzen voor de neuzen van de Nederlandse mannen wegkaapte, is het goede nieuws dat Nils, de tweevoudig Olympisch kampioen op de vijf en tien kilometer, er al weer mee is gestopt en nu ski-resorts aan de man probeert te brengen.
Van der Poel liet – hoogst ongebruikelijk – een handleiding na. ‘How to skate a 10k’ waarbij hij in zestig pagina’s uitlegt hoe de lange afstanden gereden moeten worden en wat hij daarvoor gedaan heeft. Het is een precieze omschrijving van zijn trainingen en schema’s. Van der Poel zag af van de gebruikelijke mix van duurtraining, intensiever werk en rondjes op de ijsbaan. Hij trok ze uit elkaar en werkte met ‘seizoenen’.
Eerst deed hij een aantal weken alleen duurwerk (fietsen, hardlopen) en dan ook veel meer dan andere schaatsers. Daarna volgde een aantal weken met kortere, maar hardere fiets- en looptrainingen. Pas in het derde blok, vlak voor het seizoen, stapte hij op het ijs om de schaatsbeweging in te slijpen. Dat deed hij in zijn eentje, dus niet door met teamgenoten achter elkaar aan te rijden, om de ideale lijnen in de bochten te kunnen schaatsen. Door vlak langs de blokken te glijden legde hij minder meters af dan de anderen. Hij wisselde ook na elke ronde van baanhelft, zoals tijdens een officiële wedstrijd.
Gedurende zijn trainingsperiode hield hij een vijfdaagse werkweek aan: vijf dagen trainen en twee dagen rust. Dat had hij nodig om de eentonigheid van zijn trainingsschema te overwinnen. Immers schaatsen moet ook leuk zijn en blijven.
En Nils had succes. Betekent dit dat de Nederlandse schaatsploegen hun werkwijze voor dit nieuwe seizoen hebben aangepast? Niet echt.
Om het schaatsen voor zichzelf aantrekkelijk te houden zijn deze zomer enkele schaatsers van ploeg veranderd. Patrick Roest zit nu bij Team Reggeborgh, die nu voor het eerst een allroudtak heeft die getraind wordt door Robin Derks. Hij ziet zijn schaatsers niet als pupillen, maar als professionele volwassen sporters met een eigen inbreng. De methode Van der Poel werkt niet voor Roest. ‘Lopen en fietsen zijn niet de favoriete trainingsmomenten van Patrick,’ geeft Derks aan, ‘hij heeft vooral baat bij kortere en intensievere trainingsvormen.’ Roest geeft zelf aan dat het bij zijn nieuwe ploeg veel persoonlijker toegaat. Tussen de trainingen door kan hij veel meer zijn ei kwijt en vertellen hoe het gaat en voelt.
Jac Orie, coach van het succesvolle Jumbo-Vismateam zegt: ‘Om de methode te kopiëren, daar ben ik niet van. Maar we kunnen zeker iets van Nils leren.’ Orie is zelf meer van ‘het meten is weten’ en de wetenschappelijke benadering. Er is veel aandacht voor details en er wordt voortdurend geschaafd aan de techniek op grond van de meetgegevens. Daar moet Jorrit Bergsma die nu bij Jumbo-Visma traint best nog wel even aan wennen.
Jillert Anema, zijn vorige schaatscoach die op dezelfde Spelen met de prestaties van Irene de ‘Koningin van de Spelen’ leverde – immers driemaal goud – moet om de ontboezeming van Van der Poel lachen, ‘Als ik een manier heb gevonden waarmee ik een voorsprong op de concurrentie kan krijgen, dan zal ik dat nooit vertellen.’ De eigengereide trainer heeft het manifest niet gelezen. ‘Wat voor de ene renner goed uitwerkt hoeft dat voor de ander niet te doen,’ is zijn mening.
Nils van der Poel heeft met zijn beide wereldrecords op de lange afstanden de lat hoog gelegd en het is de vraag of in dit postolympische jaar zijn tijden zullen worden overtroffen door welke stayer dan ook. Het maakt het kijken naar het schaatsen de komende dagen wel weer de moeite waard!