We hebben er lang op moeten wachten, maar nu is het zover: terrasweer. Ga op een mooie zomerdag op een terrasje zitten en geef je ogen eens goed de kost. Wat valt op in het straatbeeld? Hoe zien mensen eruit en wat dragen ze?
Door de jaren heen is er veel veranderd. Sowieso zijn er veel meer terrassen bijgekomen, hele pleinen zijn tot horeca-oases omgetoverd. En het maakt eigenlijk niet uit of het zomer of winter is, het hele jaar door kun je buiten zitten om even een koffietje te doen of een drankje met een hapje.
Consumeren op straat
Consumeren doen we trouwens overal op straat niet enkel op terrasjes. Kijk naar de mensen die met een kartonnen beker koffie (met een exclusieve Italiaanse naam) op weg zijn naar de trein. We hangen met grote zakken friet op een bankje, of happen een haring bij de visboer. In de verte hoor ik mijn moeder zeggen: ‘Eten op straat doe je niet!’
Ik wil niet aan fatshaming doen maar het valt wel op dat mensen steeds dikker, worden. Het lijkt wel of meer dan de helft matig of ernstig overgewicht heeft. Ook kinderen, misschien wel vooral kinderen.
Met de mobiel in de hand
Wat natuurlijk opvalt is dat iedereen met zijn of haar mobiel binnen handbereik loopt. Die telefoon is ons heilig, we zijn onthand zonder. We doen er alles mee, naast gewoon bellen, betalen, checken of de treinen rijden, het nieuws volgen, film kijken, appjes ontvangen en versturen, medemensen (in het centrum van de media-aandacht) bedreigen of voor rotte vis uitschelden. Of in het openbaar een selfie maken: borst vooruit, spieren aangespannen, lippen getuit en het liefst vanuit de meest gunstige hoek genomen.
We hebben meer aandacht voor de telefoon dan voor elkaar of onze kinderen. Voortdurend zijn we bezig met dat scherm. Iedereen kan, mag of moet noodgedwongen de gesprekken horen. Liefdesgeheimen, zakelijke besognes, boodschappenlijstje, het komt allemaal voorbij. Nog steeds moet ik eraan wennen als ik iemand hardop hoor praten zonder dat er iemand in de buurt is. Eerst denk ik dat er misschien een steekje los zit, maar dan zie ik de witte oortjes.
Korte broek
Ook de korte broek is niet meer weg te denken uit het straatbeeld. Nou, heb ik daar bij een bepaalde categorie geen problemen mee – ik wil het juist aanmoedigen – maar als er schriele melkflessen en sandalen onder zitten dan kijk ik liever meteen weg. Rokjes en korte broeken je merkt het meteen bij de eerste zonnestralen, evenals minuscule topjes of blote bovenlijven. Hoewel helemaal bloot is het vaak niet, menig zichtbaar lichaamsdeel is aangekleed met tattoos of een sleeve die de hele arm vult. Soms bedekken ze een been, rug, borst, keel of (kale)kop. Ook dan hoor ik in mijn hoofd een stem: ‘Kiek, moet je d’n zien!’
Gescheurde kleding
En dan die gescheurde kledingstukken, wanneer zijn die in de mode geraakt? Gescheurd met opzet, met rafels, al voordat je de broek koopt. Niet door slijtage, maar door vaak wassen (met chloor en stenen) en ronddraaien in hete droogtrommels. Mijn moeder zou niet willen dat ik me zo op straat zou vertonen, ze zou zich rot schamen en meteen de naaimachine tevoorschijn halen. Maar die ‘armoezaaier’ is nu juist modebewust en heeft het schamele vod voor teveel geld aangeschaft.
Toch is het vermakelijk een dagje mensen kijken, en dan vergeet ik nog de aangeklede huisdieren, die helemaal gestyld en gepimpt zijn, en grote overeenkomsten met hun baasje vertonen. Ga zitten en geniet!