De dagen tussen kerst en oud en nieuw hebben een onbestemd karakter. Je moet uitbuiken van het pondje dat je sinds de kerstdiners extra met je meezeult. Je mijmert over het afgelopen jaar. Het is de tijd van lijstje maken en goede voornemens, die al snel zullen verzanden. Je wilt tijdens deze donkere dagen ontspannen, niks doen en zeker niet werken. Als dat wel het geval is heb je het voordeel dat het rustig is op kantoor, de meeste werknemers hebben toch vrij gevraagd. Je hoeft niet in de rij te wachten in de kantine (als die al open is), en je kunt een beetje achterover leunen achter je bureau.
Behalve de schaatsers, die moeten juist nu topfit zijn en de Nederlandse kampioenschappen rijden om zich te kunnen kwalificeren voor EK en WK’s het komend jaar. Wie heeft dat ooit bedacht, om in de periode dat iedereen de teugels laat vieren, zo’n toernooi te organiseren? Om het Thialfstadion gegarandeerd vol te krijgen, want iedereen is dan immers vrij? Voor Kjeld Nuis dus geen relaxte kerst, geen gas terug, maar afzien. Niet te veel eten, geen alcohol en al helemaal niet laat naar bed. Maar gewoon je schema’s blijven draaien, alsof het geen bijzondere dagen zijn. Nu is deze kerst voor Kjeld sowieso een vreemde, het is net uit met zijn vriendin Jill. Hij woont niet meer bij haar en zijn tweejarige zoontje Jax. Misschien vindt hij het juist wel lekker om zijn focus op het schaatsen te leggen, om zijn frustraties er keihard uit te schaatsen op de 1000 en 1500 meter. Ik hoop het voor hem.
In mijn gedachten ben ik met de Nissan Sunny Deuk onderweg naar Harlingen. Ik laat hem achter op een enorm parkeerterrein en meld me aan boord van de klipper Nescio. Een goede vriend is schipper en eigenaar en heeft het lumineuze idee om vrienden uit te nodigen om naar Terschelling te varen en daar samen oud en nieuw te vieren. Ik zoek een kajuit uit en legt mijn schamele bagage op het bed. De oude klipper heeft een rustieke uitrusting en oogt knus en gezellig. De meeste Terschellinggangers zijn er al. We kennen elkaar uit onze Kamperperiode, die de meesten al een tijdje achter zich hebben gelaten. Carrières zijn begonnen, huwelijken of samenwoningscontracten zijn gesloten. Sommigen hebben zelfs een hypotheek -hopelijk geen woeker- afgesloten voor de aanschaf van een eigen huis. In now time is het weer ouwe-jongens-krentenbrood. Alsof de tijd heeft stilgestaan.
We doorkruizen het Wad. Nu heb ik niet zulke zeebenen maar ik wordt gelukkig niet gauw zeeziek. Sommigen trekken fanatiek aan touwen om het bruine zeil te hijsen. Ik bekijk het met een biertje vanaf het dek. Recht achter de schipper die met zijn donkere kuif fier aan het stuurrad staat. Het is goed om elkaar weer te zien. Het voelt allemaal vertrouwd. Echt even uitwaaien en bijpraten met z’n allen. De charterhaven van West-Terschelling ligt vol. Met moeite vinden we een plekje tussen de andere schepen van de bruine vloot.
Oudjaarsavond maken we een kaasfondue, dat hoort er een beetje bij. Helaas zal er hier straks niet met buskruit en melkbussen worden geschoten, want dat was traditie in Kampen. Na een goed en stevig diner gaan we het dorp in op kroegentocht, via een potje poolbiljart belanden we in de lokale discotheek. Stevige nieuwjaarszoenen om één over twaalf en goede wensen. Zelfs de voetjes gaan van de vloer. Met de hit ‘What’s up’ van de 4 Non Blondes brul ik fanatiek het refrein mee.
And I scream from the top of my lungs
What’s going on?
And I say:
Hey yeah yeaaah!
Hey yeah yeah.
I said hey
What’s going on?
Het roept bittere herinneringen op, die ik van me af schreeuw.
And I pray
Oh my God do I pray
I pray every single day
For a revolution.
Als de discotheek sluit gaan we terug naar de klipper. Het is best wel riskant, een beetje aangeschoten moeten we diverse boten over, tussen allerlei tuigage door, over smalle plakken, om bij de Nescio te komen. Het licht van de Brandaris valt bij slag op ons, om te voorkomen dat we tussen wal en schip belanden. Een aantal kroegtijgers en bemanningsleden van naastgelegen schepen zijn meegekomen. In de vroege ochtend worden alle potten, pannen en bestek uit het kombuis gehaald en ontstaat er spontaan een keukenband. Welke klassiekers er zijn gespeeld op het pannenconcert kan ik me even niet herinneren. Wel de kater van de volgende ochtend, of liever gezegd middag. Het skischansspringen in Garmisch-Partenkirchen is allang achter de rug. We maken met z’n allen een lange strandwandeling, verzamelen schelpen en proberen weer boven jan te komen met een warme chocolademelk. Een Schylgers Juttertje laat ik nu maar even aan me voorbijgaan.
Op 2 januari dringt de harde werkelijkheid zich aan de tijdelijke bemanning op; morgen moet er weer gewerkt worden, dus we moeten vandaag terug naar Harlingen. Maar het is wind tegen, heel erg windtegen met flinke slagregens. Het is onmogelijk om de haven uit te zeilen. We besluiten nog even te wachten of de wind nog zal gaan liggen. Het weerbericht geeft slechte tijding. In overleg met de buurtschippers wordt georganiseerd dat we toch onze ingeklemde ligplaats kunnen verlaten. Ze verklaren ons voor gek. Blijf nog een dagje. Maar helaas… plicht roept. De zeilen blijven gestreken, op de motor wordt de terugtocht aanvaard. Met moeite manoeuvreren we door de geul. De felle wind dreigt ons terug de baai in te blazen. Zelfs de zeehonden steken hun kop niet op. Laat arriveren we – na een behouden vaart – in Harlingen. Ik stap voldaan maar ook een beetje vermoeid in mijn ‘Deukie’. Een nieuwe werkweek wacht, een nieuw jaar is begonnen.
O, ja en Kjeld heeft als een leeuw gevochten en is Nederlands kampioen geworden op zijn afstanden. Gelukkig, het is hem zo gegund!