‘Is dat onze auto?’Uiterst verbouwereerd kijk ik mijn huisgenoot aan. Voor de deur staat een gifgroen monster. ‘Dat meen je niet. Ik dacht dat we dit weekend samen langs een aantal garages zouden gaan.’ Ik deel een huis samen met een goede vriend. Het lijkt ons praktisch om samen een tweedehandsauto te kopen. Ik werk als vrijwilliger bij een lokale omroep en daarvoor is eigen vervoer wel handig en hij heeft veel basketbalwedstrijden buiten Kampen. Het is midden in de zomer en ik logeer doordeweeks bij mijn ouders omdat ik een vakantiebaantje heb op de afdeling rijbewijzen en paspoorten van het provinciehuis in Assen.
Als ik op vrijdagavond in Kampen thuiskom staat er een Opel Kadett Irmscher voor de deur, gespoten in het groen van de oude PTT-telefooncellen. Ik vraag me af wie er op visite is. Mijn huisgenoot vraagt spontaan of ik de verrassing heb gezien? Hij drukt me de autosleutels in de hand en we maken meteen een proefritje. Ik moet er wel aan wennen. Het is een soort gepimpte sportauto en eigenlijk wil je in zo’n pooierbak niet gezien worden. Hij heeft hem voor een schappelijk prijsje bij een bevriende garagehouder op de kop weten te tikken. Ik merk meteen dat de auto moeilijk start. ‘Ja, dat heeft ie erbij gezegd, de startmotor is niet helemaal jofel.’
Nou, dat hebben we geweten! Als ik met het groene monster naar Dronten ga om opnames te maken, verrekt het ding vaak te starten. Er zijn allerlei methodes om de auto aan de praat te krijgen. Met een hamer op de startmotor slaan, maar de meest effectieve manier is om de Opel aan te duwen als je met meerdere mensen bent. Dus na de opnames – we zijn met z’n drieën – zit ik achter het stuur, de andere twee moeten duwen en als de motor aanslaat rij ik een rondje om eerst de ene passagier op te pikken die via de voorstoel op de achterbank klimt. De auto moet langzaam blijven doorrijden want zodra je stilstaat slaat hij af. Vervolgens moet je nog een derde keer langsrijden om de laatste passagier op te pikken. Het zorgt voor veel hilariteit, maar het is vooral erg irritant.
Na een aantal maanden besluiten we de spaarcentjes bij elkaar te leggen en te investeren in een nieuwe startmotor. De garagehouder behandelt ons uiterst vriendelijk en hij haalt een startmotor van de sloop. Bij het eerste sleutelcontact loopt de Opel als een zonnetje. Wij zijn in onze nopjes en besluiten bij de bakker een taart te kopen voor de goede service. Nadat we hem hebben afgeleverd en de man een prettig weekend hebben gewenst, rijden we terug naar huis. Mijn huisgenoot zit opgelaten achter het stuur. We spreken over de goede deal, dit hadden we eigenlijk meteen moeten doen, dat had ons een hoop ellende bespaard. Het is druk in Zwolle en ik denk dat hij wel doorheeft dat het stoplicht op groen is gesprongen maar dat de auto’s voor ons erg langzaam optrekken. ‘Pas o…!’ sterft op mijn lippen. Het is te laat, met volle vaart rijden we op de voorligger. Rook uit de motorkap. De impact is enorm. We komen gelukkig met de schrik vrij, maar onze auto is total loss. De sleepdienst wil hem meteen naar de sloop brengen.
Nu hadden we de afspraak gemaakt dat degene die achter het stuur zit verantwoordelijk is voor de eventuele schade. Mijn huisgenoot baalt enorm, rijdt de auto net lekker en nu dit… Hij besluit dat de Opel gerepareerd moet worden en weer zal rijden. Het kost hem drie keer de oorspronkelijke aanschafprijs. Veertien dagen later staat de gifkikker weer voor de deur, maar of de duvel ermee speelt opnieuw kampt de auto met startproblemen. Als ik alleen naar Amsterdam ga moet ik de Kadett noodgedwongen parkeren op een brug op de gracht om hem bij vertrek een duwtje naar beneden te kunnen geven, in de hoop dat hij in één keer zal starten anders moet ik om duwkracht bedelen.
Een vriend van ons moet catechisatie geven in Raalte en hij vraagt of hij de komende weken elke dinsdagavond de auto mag lenen. Dat is prima en we stellen dezelfde voorwaarde: zelf betalen bij schade. Het is in het staartje van de winter en op een dinsdagavond is het onverwacht glad. De leerling predikant komt met de Opel Kadett Irmscher in de sloot terecht en de auto wordt door de hulpdiensten opnieuw total loss verklaard. Ook nu is de halsstarrige reactie dat de groene pechvogel opnieuw zal worden opgekalefaterd. Weer een duur grapje! Na deze reparatie vertoont de auto nog steeds allerlei kuren. Als de huisgenoot na de zomer naar het buitenland gaat voor zijn studie biedt hij mij het groene monster aan. Ik bedank voor de eer. Ik kan die auto niet meer zien. Voor een habbekrats verkopen we hem aan een Turkse man die hem gelukkig wel meteen kan starten…