Twee ijzers in het vuur

Zaterdag 17 februari

Topsport is vallen en opstaan, pijn en vreugde. Dat hebben we gezien bij Sven Kramer donderdag en een dag eerder bij Jorien ter Mors. Bij Sven viel een plan (of moet ik obsessie zeggen) in duigen, bij Ter Mors werkte het in haar voordeel. En dik verdiend, wat is die meid door een dal gegaan! Toegegeven ze wil veel (kan ook veel) en het liefst allemaal tegelijk: langebaanschaatsen en shorttrack. Na het mislukken van de plaatsing voor de relay dames op de eerste olympische dag is vandaag de 1500 meter shorttrack voor Jorien de laatste mogelijkheid om ook in deze discipline een plak te verzilveren. Ontroerend was haar aanwezigheid in NOS Studio Sportwinter. Ze had het de hele dag van haar gouden overwinning op de 1000 meter langebaan droog weten te houden en op de eerste vraag van Henry Schut brak ze in tranen uit. Het was aandoenlijk en goed dat Erben Wennemars opstond en naast haar ging zitten om deze geweldige sportvrouw te troosten! Ze had onwijs afgezien tijdens de race en op het laatste rechte eind haar 5 jaar geleden overleden vader gesmeekt om haar te helpen. ‘Ik wil heel veel, maar mijn lichaam wil dat niet altijd.’ Ze kende na de succesvolle Spelen van Sotsji veel blessureleed. Ze had haar lichaam overbelast. Ze was een jaar uit de roulatie en sindsdien is ze nooit meer de oude geworden. Ze schaatst van blessure naar ziekte en weer terug. Tussendoor zijn er momenten van grote vorm, zoals woensdagavond in Gangneung. Momenten waarop ze weer even het blok graniet van vroeger lijkt. Dat is schijn. Haar lichaam is broos, maar in de zucht naar goud legde haar geest de zweep erover. Ze hield zich voor dat ze de MRI-scan die het probleem met een van haar lage ruggenwervels liet zien kon wegdenken. ‘Als je positief bent kan je heel veel faken, om je lichaam te laten denken dat het goed is.’ Toen Ter Mors naast haar chronische knieproblemen met de rugkwetsuur te maken kreeg raakte ze in een mentaal wak. Zeker toen ze bij het olympisch kwalificatietoernooi zich alleen voor de 1000 meter van Korea plaatste en ze besefte dat ze haar titel op de schaatsmijl niet zou kunnen verdedigen. ‘Daar ben ik een week ziek van geweest.’ In die periode had ze geen twee blessures, maar drie, was de diagnose van haar coach Jeroen Otter. ‘Moet je je voorstellen dat alles tegenzit. Je knie, je rug, het schaatsen gaat niet lekker. Dan krijg je pijn in je hoofd, je gaat twijfelen.’ Met het schaatsen kon Otter haar wel helpen, maar een schouder om op uit te huilen had hij niet te bieden. ‘Ik ben niet zo’n empathische coach’, verklapte hij. Dat is niet zijn rol. Ter Mors zoekt troost bij haar verloofde Jeroen le Duc. ‘Op de ijsbaan laat je het lijken alsof het je allemaal niet uitmaakt, of het allemaal heel goed met je gaat, maar thuis ben je blij dat je je emoties vrijuit kan laten gaan.’ De 28-jarige Twentse wist zichzelf na het teleurstellende kwalificatietoernooi weer op te richten. Het geloof dat ze met een krakkemikkig skelet alsnog olympisch kampioen kon worden hield haar op de been. In de weken voor de Spelen ging ze met zware gewichten in de weer. Ze brak zelfs een record. Het was kracht winnen voor de explosieve 1.000 meter. Het was buigen of barsten. ‘Dan ga je dingen doen waarvan je anders zou denken: voorzichtig aan. Het was of alles eruit halen of voorzichtig zijn en vijfde worden. Daar kom ik niet voor.’ Een medicus had Ter Mors wellicht ontraden om haar rug te belasten, een psycholoog zou twijfels kunnen hebben bij de manier waarop ze haar geest dresseert. Ter Mors haalt de schouders op. ‘Als sporter ben je een beetje gek, hè. Je gaat voor alles of niets.’ En dat zal ze vandaag in die knotsgekke shorttrackrace op de 1500 meter (hic!) ook zeker doen. ‘Soms heb je harde tegenslagen nodig om de spirit te krijgen en te knokken voor iets moois.’ Na deze Spelen gaat Ter Mors op zoek naar een nieuwe trainer, de samenwerking met Jeroen Otter komt na dit seizoen ten einde. Ze kunnen elkaar vandaag in de Ice Arena een mooi afscheidscadeau geven!

Rodelen en skeleton zijn niet de meest elegantste sporten. Je ligt toch een beetje voor schut (en onbeschermd) in een strak worstenpak op zo’n klein sleetje! Eigenlijk is het gewoon een broodplank met ijzertjes eronder, maar dan voorzien van hedendaagse techniek en snufjes. In tegenstelling tot het bobsleeën waar je met je handen via touwtjes de bob bestuurt, gebruik je bij het skeleton je schouders en lichaamsgewicht om te sturen. Je ligt immers voorover op die slee, een paar centimeter boven het ijs en gaat met gemiddeld 130 kilometer per uur naar beneden. Vandaag is de finale skeleton vrouwen. TeamNL heeft een nieuw ijzer in het olympische vuur: Kimberley Bos. Ze is de eerste Nederlandse skeletonrijdster die zich wist te plaatsen. Bij de mannen deed de afgelopen twee dagen voor Ghana een man uit de Bijlmer mee, Akwasi Frimpong. Hij is erg ambitieus en durft te dromen. Zijn plan is – als hij de financiering rond krijgt – om in Peking over vier jaar een medaille te halen. Bij deze Spelen eindigde hij elke run op de laatste plaats, maar hij had er vreselijk veel lol in en vermaakte het publiek met een vrolijk Afrikaans dansje, na zijn afdaling. Kimberley is andere koek. En ik zeg het maar gewoon: ze kan nu al een medaille pakken. Bij de World Cup vorig jaar, tot nu toe de enige race op deze olympische baan, werd ze derde. Bij bocht 9 zullen veel deelnemers last krijgen van hun schouders door de klap tegen de zijkant. Kimberley niet, hoop ik. Zij kan die bocht juist wel goed nemen. In de trainingen eerder deze week ging het nog niet helemaal hosanna. De trainingstijden in de zes runs zeggen de sportster zelf niet zoveel. ‘Een training is een training, daarin probeer je heel veel dingen uit. Ik weet nu wel wat hier wel en niet werkt en wat ik op de wedstrijddag niet moet doen,’ aldus Bos. ‘Ik heb relatief goede runs neergezet. Het was nog niet helemaal perfect, zoals we wilden. Maar dat bewaren dan maar voor de wedstrijd.’ In het Olympic Sliding Centre in Pyeongchang zette de skeletonster gisteren bij de eerste twee runs tijden neer van respectievelijk 52,33 en 52,26 seconden. Daarmee staat de 24-jarige Edese voorlopig op de 9de plaats. Bos was aanzienlijk sneller dan eerder deze week. De temperatuur in de bergen lag tijdens de trainingen veel lager dan tijdens de wedstrijd. Bos: ‘We zijn binnen een dag van -10 naar 0 graden gegaan. Dat is even schakelen.’ Ze staat 0,73 seconden achter de nummer 1, de Duitse Lölling. Er moeten veel dames die boven haar staan uit de bocht vliegen, wil ze nog in aanmerking komen voor een medaille. ‘Ik ben niet bezig met een medaille. Als ik vier goede en constante runs neerzet, zijn de Spelen voor mij geslaagd. Als nieuweling in het veld zou dat een hele goede prestatie zijn. Echte fouten heb ik niet gemaakt. Mijn start was heel sterk. Helaas kon ik niet voorkomen dat ik ‘het kantje’ heb geraakt in de beruchte bocht tijdens mijn tweede run. Maar dat overkwam meerdere dames.’ Nog een paar plaatsen stijgen zou mooi zijn!

 

Geef een reactie