Samen met een huisgenoot uit het studentenhuis aan de Neuweg ga ik een boodschap doen in het centrum van Hilversum. Het is mooi weer en we besluiten te gaan lopen. Op de terugweg gebeurt er iets opmerkelijks. Terwijl we de lange Neuweg aflopen komt ons een politiewagen tegemoet. De auto mindert vaart en heeft duidelijk interesse voor ons wandelaars. Ik verbaas me over hun aandacht. Wat is er aan de hand? Waarom zijn we zo interessant voor deze mannen in het blauw?
Mijn huisgenoot, een jongen in Indonesië geboren en door Nederlandse ouders geadopteerd, draagt zijn haar in een lange zwarte staart en heeft een zwartleren jack aan.
‘Let maar op, ze komen zo nog wel een keer voorbijgereden.’
En ja hoor, even later haalt dezelfde politieauto ons weer langzaam rijdend in en de aandacht van de agenten is duidelijk op mijn huisgenoot gericht en de plastic tas met boodschappen die hij draagt. Ze rijden door, maar voor hetzelfde geld hadden ze ons staande gehouden.
Het is mijn eerste keer dat ik met het fenomeen etnisch profileren word geconfronteerd. Een vorm van negatieve aandacht, die ik ook enigszins ken uit mijn jeugd als ik op straat door bouwvakkers als roodharige werd uitgescholden of nageroepen. Wat had ik daar een hekel aan, het is een jeugdtrauma. Wat geeft mensen het recht om als je er ‘anders’ uitziet je te discrimineren, extra in de gaten te houden of uit te schelden?
Dat is ook het onderwerp in de documentaire ‘Verdacht’. Wat doet het met je als je op basis van je huidskleur, of op grond van ‘anders’ zijn regelmatig staande wordt gehouden door de politie? Veertien Nederlanders van verschillende komaf, doen recht in de camera tegen een witte achtergrond, verslag van hun bizarre ervaringen met politiecontroles. De getuigenissen maken pijnlijk duidelijk hoe het is om regelmatig etnisch geprofileerd te worden. Eén wordt op de grond gesmeten, een ander de broek uitgerukt, iemand zit een nacht in de gevangenis, een konvooi politiewagens gaat in de achtervolging, er is een kwellende aanhouding in het bijzijn van de kinderen. Verontrustend. De een spreekt van ‘vernedering en angst’, de ander zou graag het gevoel hebben deel uit te maken van de samenleving, net als ieder ander, maar de politie ontneemt hem dat gevoel telkens. Weer een volgende zegt agenten te vermijden.
Alle sprekers worden aangeduid met voornaam en initiaal, als een verdachte. Er zitten een paar bekende gezichten tussen, zoals rapper Appa en komiek Jörgen Raymann. Pas aan het eind van de documentaire zie je de mensen in hun normale omgeving, en niet in de steriele studio die als verhoorkamer is ingericht. Dan ervaar je ook pas wat hun beroep is: een militair, een hoofdinspecteur van de politie, een sprinklermonteur, een leraar natuurkunde, een advocaat. Een sterke ingreep van regisseur Nan Rosens die de kijker mogelijk confronteert met zijn vooroordelen.
Etnisch profileren is een vorm van selectief waarnemen, net als overal zwangere vrouwen zien, wanneer er in het gezin een kind op komst is, of vaker het merk auto zien dat je net hebt gekocht.
Twee mechanismen versterken de selectieve waarneming: de media en de angst voor het onbekende. Ook de gesegregeerde samenleving waarin mensen elkaar minder kennen speelt en rol.
De media zijn voor een groot deel van de bevolking een belangrijke informatiebron. Zij bieden geen objectief beeld van de werkelijkheid, zoals algemeen bekend is. Joris Luyendijk schreef erover en er zijn veel gevallen van afwijkende getuigenverklaringen over dezelfde gebeurtenis: de één heeft een rode, de ander een blauwe auto gezien.
Angst voor het onbekende versterkt de gewoonte om de eigen soort op te zoeken. En dat vergroot het ‘wij-gevoel’ in verhouding tot ‘zij’, de anderen. Wanneer we dan toch een nieuw iemand ontmoeten, benaderen we deze persoon allereerst met negatieve vooroordelen. Vervolgens komen we er gaandeweg achter dat iemand helemaal zo erg niet is.
Menigeen komt echter niet op het punt om deze persoon te leren kennen. Dat is de realiteit voor verschillende bevolkingsgroepen in een verdeeld of gesegregeerd land als Nederland. Daardoor blijven de negatieve vooroordelen bestaan en zullen deze mensen er niet snel achter komen dat hun vooroordelen op niets zijn gebaseerd.
Er is een cultuurverandering nodig. Laten we op weg gaan naar een land waarin verschillende soorten mensen elkaar met een ruim denken, open armen, en een glimlach tegemoet treden. Waarin vooroordelen niet meer de dienst uitmaken.
Mijn oude huisgenoot en goede vriend heeft inmiddels het ‘verdachte plaatje’ nog een scherper profiel gegeven door een ongebruikelijk grote auto aan te schaffen met geblindeerde ruiten. Je zou bijna denken dat hij het doet om zijn ‘belagers’ uit te dagen.