Lunchen bij een viskraam in IJmuiden kan grote gevolgen hebben. Op een bankje zitten een paar oude vissersmannen. We raken in gesprek en een van hen begint over de oorlog toen hij als 18-jarige jongen met een paar boterhammen van zijn moeder in een rode knapzak een vissersboot naar Engeland moest varen om te voorkomen dat de boot in Duitse handen zou vallen. De Tweede Wereldoorlog is uitgebroken. De jongen komt echter niet terug, maar wordt in de Engelse haven Plymouth opgewacht door de Nederlandse Marine. De vissersboot wordt geconfisqueerd en omgebouwd tot mijnenveger. Hij krijgt een marinepakje aan en moet met gevaar voor eigen leven mijnenvegen in de zeeën rondom Groot-Brittannië. Pas vijf jaar later komt hij met zijn Engelse verloofde terug in IJmuiden. Het begin van de documentaire ‘Vergeten Inzet’.
Op een zaterdag vertelt Piet in een voorgesprek het hele verhaal over die vijf lange jaren in Engeland. Hij loopt helemaal leeg. Ik eet een boterhammetje mee, zijn vrouw heeft inmiddels ook plaatsgenomen aan de keukentafel. Tijdens de thee laat ze zich ontvallen dat ze nu dingen hoort die ze nooit heeft geweten. Piet is niet te stoppen, in detail vertelt hij zijn belevenissen. Ik spreek af dat ik volgende zaterdag terugkom, want de oorlog is nog lang niet afgelopen en er valt nog zoveel te vertellen. Aan het einde krijg ik een lijst met namen en adressen mee van jongens die er ook bij waren, en graag hun verhaal -dat bij mij onbekend was, en in het standaardwerk van Loe de Jong over WOII slechts een paar pagina’s vult, terwijl hij notabene zelf met een vissersboot naar Engeland is uitgeweken- willen vertellen.
Het wordt een intensief proces. De EO is geïnteresseerd in het verhaal, maar heeft er naar rato weinig geld voorover. ‘Als we dit bij de BBC aankopen zouden we er 15.000 euro voor betalen.’
‘Oké, prima ga maar naar de BBC, maar die hebben dat verhaal niet. Voor dit bedrag is de documentaire niet te maken, zeker niet als er ook reconstructies en archiefmateriaal moet worden gebruikt, omdat je niet alleen pratende hoofden in beeld wilt.’
We komen in een subsidietraject terecht om de opnames gefinancierd te krijgen. Al met al duurt het vijf jaar. Inmiddels heb ik de meeste verhalen op camera vastgelegd omdat de mannen op leeftijd raken en nu nog hun verhaal kunnen doen. Zo ook de 102-jarige Rosier die nog goed bij de pinken is. Hij is door koningin Wilhelmina in London tijdens de oorlog geridderd vanwege een heldhaftige reddingsactie.
Als de documentaire in de zomer van 2006 op de televisie komt zijn inmiddels vier van de zeven hoofdrolspelers overleden. In de weken voor de uitzending geef ik achtergebleven familieleden de kans om samen de documentaire te bekijken voordat hij op de tv te zien is. Meteen na de eerste woorden van man, vader of opa breekt steevast een van de aanwezigen in huilen uit. We zetten het programma op pauze, drinken even koffie, troosten en kijken verder. Veel kleinkinderen begrijpen nu pas echt, nadat ze daadwerkelijk hebben gezien wat hun geliefde opa in Engeland heeft gedaan, welke angsten hij heeft meegemaakt of hoe eenzaam hij moet zijn geweest. Alleen al daarom is het zinvol om deze vergeten groep een stem te geven en ervoor te zorgen dat ook hun makkers die de pech hadden om op een mijn te varen, worden herdacht tijdens de nationale herdenking op 4 mei.