Vrijdag 13 juli, rit 7
De langste rit van deze Toureditie. Florence Pommerie, de tourarts, rijdt in een open witte Skoda vlak achter het jagende peloton. De wind heeft volop vat op haar blonde haren… ‘Vrijdag de dertiende, bent u bijgelovig?’ ‘Nee, gelukkig niet,’ Dr. Pommerie schudt het hoofd. ‘Je merkt wel dat bepaalde renners last hebben van bijgeloof. De meesten zijn als de dood voor het nummer van de ‘vervloekten’. Worden ze er toch mee op gezadeld dan doen ze er alles aan om de schade zoveel mogelijk te beperken. Zoals het rugnummer bijvoorbeeld ondersteboven opspelden. En wie viel het eerst ernstig in deze tour? Lawson Craddock met uitgerekend nummer 13. Tijdens de verzorging van zijn bloedende hoofwond zag ik dat hij slechts één van de nummers omgekeerd op zijn rug droeg. De Amerikaan heeft een scheur in het schouderblad. Hij is een bikkel, want hij rijdt er al een paar dagen mee rond. Wielrennen is een heroïsche sport. Vaak wordt er gevallen, bijna net zo vaak weer doorgefietst. Als het medisch verantwoord is, wil je zo’n jongen toch in koers houden. Maar zware hersenschuddingen, ernstige breuken, koorts en andere gekke dingen zijn voor ons wel de grens.’
Het gesprek wordt even onderbroken door een renner die naar de auto afzakt om een paracetamolletje te halen bij de dokter. Na een kort gesprekje stopt ze hem het ronde pilletje toe en bied hem een beetje water aan. ‘Elke wielerploeg in de Tour de France heeft een eigen medische staf die zich buigt over het welzijn van de renners. Wij zijn een neutraal medisch team dat zo nodig in actie komt. We rijden met twee centrale wagens, vier ambulances en een motor. De motor vervult een cruciale rol in met name de zware etappes, als renners bergen van hors catégorie beklimmen en het doorgaans wat moeilijker is voor de grotere voertuigen om snel boven te komen. Wij moeten ons in de wedstrijd voortdurend verplaatsen, passend bij de ontwikkelingen in koers.’
Even luistert de dokter naar de Tourradio, maar het is een chute (valpartij) zonder gewonden. ‘Het is een dankbare job. Heftige valpartijen blijven wel voor altijd tussen je oren zitten, zoals Richie Porte vorig jaar. Gelukkig komen ze maar mondjesmaat voor.’ De Belgische coureur van Lotto Soudal Tiesj Benoot kwam afgelopen dinsdag in de finale van de vierde etappe zwaar ten val. Daarbij liep hij een ontwrichte schouder, meerdere kneuzingen en hoofdwonden op. ‘Ik heb zijn rechter wenkbrauw moeten hechten. Ondanks zijn ernstige blessures haalde hij de finish in Sarzeau. Maar toen moest hij wel echt opgeven en naar het ziekenhuis.’ Dr. Pommerie zegt dat ze altijd verrast wordt door de hoge pijngrens, de sterke wil en tegelijkertijd de vriendelijkheid van de renners, ook nadat er iets is gebeurd. Vallen en opstaan het hoort er een beetje bij. #TDF2018