Ik heb mijn bijdrage aan de wegwerpmaatschappij wel geleverd deze maand. Spullen scheiden, plastic naar de plasticbak, papier naar papierbak, nog bruikbare kleding naar de kledingbank en grofvuil naar het scheidingsstation en de elektrische apparaten idem dito.
Je gooit dingen weg waarvan je denkt daar moet toch nog wel een goede bestemming voor zijn, daar kan je iemand anders blij mee maken, of dat verdient een tweede leven. Maar toch… je moet ervan af. Je gunt jezelf geen tijd om dingen als Marktplaats, Vintage of iets anders dat je helpt te ontspullen in te schakelen. Wel heb ik de kringloopwinkel gebeld. Maar dat valt vies tegen wat ze tegenwoordig meenemen. ‘Zeker geen ledikanten, geen bruin meubilair, sorry, meneer.’ Alleen het fitnessapparaat kan hun goedkeuring wegdragen en dat brengen ze dan ook subiet de kelder uit, de vrachtwagen in.
Milieustraat
Maar goed de eerste stappen zijn gezet. Ik heb een selectie gemaakt wat ik echt wil bewaren – of op een ander rustig moment nog eens ga uitzoeken. Nu moet alles waar ik van af wil naar de milieustraat worden gebracht. Ik huur een bestelbus en vraag een vriend of hij zin en tijd heeft om zaterdag te helpen met de onmogelijk in je uppie te tillen spullen. Buiten de kelder, in de gemeenschappelijke ruimte heb ik een hoek geconfisqueerd waar ik alle verhuisdozen en spullen die bewaard moeten blijven heb opgestapeld. Alles wat er nu nog in de kelder staat mag naar de stort.
In de buurtapp heb ik een oproep gedaan of de buren hun auto willen weghalen zodat de bus voor het portiek kan staan en we zo min mogelijk hoeven te slepen. Op de warmste dag van het voorjaar gaan we aan de slag. Algauw loopt het werkzweet me over de rug. Dankbaar maak ik gebruik van de theedoek die om mijn broekriem hangt.
Zaterdagchaos
In de eerste shift laden we zoveel mogelijk hout in: een oude kledingkast, een bureau, ledikanten, et cetera, en rijden daarmee naar de stort in Crailo. Opnieuw die zaterdagchaos, een enorme drukte. Ik ben blij dat mijn vriend de bus chauffeert. Handig laveert hij overal tussendoor en weet een goede parkeerplek bij de juiste stortcontainer te bemachtigen.
Het is een wereld op zich om bij die afscheiding rond te lopen en te zien waar iedereen van af wil. En typisch Goois: er rijdt een Porsche het terrein op, waar een blonde rondborstige dame uitstapt om een potje verf weg te brengen. Andere poshjongens tillen met moeite een antieke piano in de houtcontainer, de pletroller maakt er korte metten mee.
Als we de milieustraat verlaten staat er een lange file van auto’s – al dan niet met aanhanger – die het terrein op willen. Dat gaat straks nog drukker worden en moeilijker om je spullen snel kwijt te raken.
De tweede lading bestaat uit matrassen, tapijten, verfspullen, bloempotten, metaal afval en ander kleingoed. Alles verdwijnt in de daarvoor bestemde bakken. Het plastic emmertje met daaromheen nog verfresten mag niet bij het harde plastic, maar moet in de verfcontainer. Ja, de GAD-jongens houden alles keurig in de gaten.
Klaar voor isolatie
Twee en half uur later rijden we opgelucht van het terrein. Het was een zweterig afscheid van ouderlijke spullen die toch niet in je eigen interieur passen en zaken uit je leven waar nu geen plaats meer voor is. Ik ben blij dat deze rotklus erop zit. We hebben wel een biertje verdiend. Maar de vriend wil vanwege het mooie weer nog een rondje fietsen en slaat het aanbod af. Dat halen we een andere keer wel in. Ik ben in ieder geval blij dat hij me heeft geholpen.
De kelder is klaar voor de isolatie. Woensdag komen de mannen en gaat de spuit over het plafond voor een elf centimeter dikke laag purschuim. Dan kan ik alle verhuisdozen weer in de kelder zetten en me op een geschikt moment met de inhoud van de dozen gaan bezighouden. Alle onhanteerbare spullen zijn weg. Nu de vinger aan de pols houden, dat de kelder niet weer dichtgroeit.