In coronatijd zijn we meer gaan snoepen, zoals chocola, drop en winegums is uit onderzoek gebleken. Daarnaast zijn we veel minder verfrissende kauwgum of pepermunten gaan gebruiken omdat we toch weinig uitgaan en mensen ontmoeten. Herkenbaar? Voor mij wel, als je achter je laptop zit is het niet handig om een snoeppot in de buurt te hebben. Je blijft ervan eten, gedachteloos stop je zoetigheid in je mond tot je er misselijk van bent. En wat is het heerlijk om bij de thee een stukje van een chocoladereep te nemen.
Toch is het me gelukt het snoepgoed buiten de deur te houden. Ik zal wel bekennen dat het me moeite kost. Er zijn tijden geweest dat ik noodgedwongen even de snelweg verliet om bij de benzinepomp een zakje gums te halen. Ze zijn net zo onweerstaanbaar als Engelse drop. Er moest altijd wel een voorraadje in huis zijn.
Met winegums is iets raars aan de hand: ik stop er minimaal drie stuks per keer in mijn mond. Van tevoren maak ik bewust een keuze voor de kleurcombinaties. De achterliggende gedachte is: bij groen-wit-rood snoep ik een Italiaan of een Hongaar, groen-geel-rood een Litouwer, rood-geel-zwart staat voor een Duitser of Belg op je tong. Mijn verbeelding gaat ver…
De meeste mensen vinden de rode of paarse winegums het lekkerst. De groenen zijn het minst favoriet. Dat heeft wellicht met een aangeboren voorkeur voor zoet te maken. Rode vruchten zijn het zoetst vandaar die voorliefde. Waarom dan toch al die kleuren in een zak, en niet alleen rode of in ieder geval geen groene meer? Het zit hem volgens mij niet echt in de smaak, als de rode winegums een citroen- of appel-aromasmaak hebben, vinden mensen ze nog lekker. Als je gaat tellen blijken er inderdaad meer rode in een zak te zitten. Sommige merken winegums smaken weeïg en zien er ook een beetje flets uit. Mijn voorkeur is: hoe feller hoe beter. Wat natuurlijk duidt op een grote hoeveelheid kleurstoffen en een wel erg kunstmatige smaak. Bij het eten van vier winegums krijg je ook nog eens ongeveer anderhalf à twee suikerklontjes binnen.
Natuurlijk zit er geen echt fruit in winegums verwerkt, laat staan wijn. Charles Gordon Maynard, de uitvinder, gaf zijn snoepjes vijf verschillende kleuren, vormen en de namen: port, sherry, champagne, claret en burgundy. Da’s meteen ook de link met de naam ‘winegum’. Volgens het verhaal vond Maynard de fruitige smaak van de snoepjes zo lekker, dat hij het eten ervan vergeleek met het drinken van een goed glas wijn.
Het was grappig om tijdens het voorbereiden van een AV-productie over de aardappelfabriek Avebe in Veendam te ontdekken dat uit zetmeel bestanddelen voor winegums worden gefabriceerd. Avebe verwerkt per jaar vier miljoen ton aardappelen. Zetmeelderivaten worden ontwikkeld om te voorzien in de verschillende behoeften binnen de snoepsegmenten, zoals helderheid, elasticiteit, glans, betere houdbaarheid en verwerkbaarheid. Dat van de aardappelen van mij vader snoepjes worden gemaakt was echt een ontdekking.
Het schrijven over deze zachte, zoete kleurrijke gommen doet me verlangen naar eentje. Ik moet stoppen voordat ik naar de dichtstbijzijnde winkel ren voor een zakje.