Water is een geliefd onderwerp in de beeldende kunst. De ZOMEREXPO die dit jaar in Museum De Fundatie in Zwolle wordt gehouden, heeft water als thema. Als je vanuit stad Zwolle naar het kasteel Het Nijenhuis in Heino rijdt, waan je je in een andere wereld. Een oase van groene rust. Zeker op een zinderende dag als vandaag. Ik ben eigenwijs en denk dat ik het zonder Tomtom kan vinden. Ik ben er immers vaker geweest. Na het gehucht Windesheim gaat het mis. De weg wordt steeds smaller. Hopelijk zijn er geen tegenliggers, zoals zware landbouwmachines. Jonge veulens liggen in de schaduw van een bomenrij en ik breng opnieuw de waterfles naar mijn mond. Het zweet breekt me uit. Ik ben opgelucht als ik uiteindelijk de contouren van het kasteel zie. Op het parkeerterrein laat ik mijn I-makker achter. In de futuristische koepel van de Fundatie heb ik het eerste deel van de zomerexpo gezien. Nu ben ik benieuwd naar de rest. En met name de beelden in de tuin. Een goede vriendin van mij is het gelukt om bij de open inschrijving geselecteerd te worden en haar werk is één van de 254 kunstwerken. Schilderijen, tekeningen, video’s, foto’s, sculpturen en installaties, in vele vormen en materialen geven uiting aan het thema water. Bij de kassa zegt de vriendelijke dame: ‘U heeft geen plattegrond nodig. U bent hier vaker geweest!’ Ik zeg dat mijn interne navigatie het met deze hitte laat afweten. ‘Een plattegrond van de beeldentuin is geen verkeerd idee.’ Na tien minuten wandelen heb ik het ‘Rode lint boven ’t water’ gevonden. Ik pak mij mobiel om de schittering in het water vast te leggen. Een groep rolstoelgebruikers volgt dezelfde route. Als ik in mijn ooghoek een stoel zie naderen waarschuw ik voor de boomstronk die precies in het pad boven het zand uitsteekt. Geen overbodige daad, want een voorganger had zojuist een binnensmondse vloek ingeslikt. ‘He wat vind ik dit leuk!’, hoor ik een aantal vrouwen kirren. ‘Je moet er maar opkomen.’ ‘Nou, ik zal de complimenten aan de maakster overbrengen,’ zeg ik. ‘Hoe heet zij?’ ‘Caroline Stoop.’ ‘O, dat is een bekende naam.’ In de catalogus staat als omschrijving van de expositie: ‘Je vaart op boten, likt aan ijsjes, loopt over golvende tapijten, ziet bewegend water, stilstaand, zuiver en troebel water, storm en regen, beelden die doorweekt, droog of dampend of simpelweg aangrijpend zijn.’ Ik leer dat water het nieuwe goud (Vincent Vogels met The New Gold) is. Want water is wereldwijd een schaars goed, waar we niet altijd even zuinig mee omspringen (Rosanne van der Lugt met Rundergehakt). Water kan vreugde brengen en vertier (Elly de Jong met Zwemmer) maar ook bedreigend zijn of voor overlast zorgen (Bert-Rene Brinkman met Plas #1). Samen weerspiegelen deze waterimpressies – realistisch, conceptueel of abstract – de bewegingen in de hedendaagse kunst. Bij het ‘indrinken’ van de zomerexpo constateer ik dat veel kunstenaars eind jaren ‘50 en begin ‘60 zijn geboren. Het is mijn generatie die nu hun talenten te gelde moet maken.