Bikkel

Donderdag 26 juli, rit 18

Eén val en het klassement is om zeep. Bauke Mollema weet erover mee te praten. Met de onderkant van zijn handschoen veegt hij de druppels zweet van zijn spitse neus. Hij verbijt de pijn op de beklimming van de Col de Portet. ‘Het was afzien. Ik probeerde te overleven.’ Bauke vraagt meteen bij binnenkomst aan Steven de Jongh om een colaatje. Hij heeft moeten lossen toen het tempo te hoog lag omdat diverse renners waaronder Roglič en Kruijswijk om de beurt de aanval inzetten op Team Sky.

Zijn rug is nog steeds niet optimaal. Inmiddels zijn de blauwe plekken via paars diepgeel verkleurd, de erfenis van een val op een kasseienstrook in Noord-Frankrijk, anderhalve week geleden. Daarmee zag hij zijn kans op een goed klassement in stof opgaan. Met zijn hand steunend op de heupen loopt hij naar de ploegbus van Trek-Segafredo. Verplicht even uitrijden en de pers te woord staan. Er ligt een grimas op zijn gezicht. Het liefst gaat hij meteen naar het hotel voor een recupererende massage. ‘Ik had gehoopt dat het vandaag mee zou vallen, maar het doet nog behoorlijk pijn als ik op de pedalen ga staan. Het schrijnt als ik een sprintje moet trekken om de aansluiting te houden.’

Tweeëneenhalf uur later neemt Bauke plaats op de massagetafel. Het was filerijden om de Col de Portet af te komen. De soigneur Kenneth Van Impe helpt hem een handje bij het uittrekken van de wielerbroek en drapeert discreet een handdoek over Baukes witte billen. Hij wrijft zijn handen in met massageolie en begint aan het karwei. Een diepe zucht ontsnapt Mollema. ‘De klap is hard aangekomen en het herstel duurde langer dan ik had verwacht. Maar Kenneth en mijn osteopaat hebben wonderen verricht. Je weet dat je na zo’n val een aantal dagen erg stijf bent, maar ze hebben er alles aangedaan om me op de fiets te houden.’

‘Heb je wel eens gedacht aan stoppen?’ ‘Nee,’ zegt Bauke resoluut, ‘dat kun je maar één keer doen, ik wil Parijs halen en het liefs nog voor een verrassing zorgen. De laatste week zat ik een paar maal na een ontsnapping in de kopgroep en ben ik dichtbij een ritzege geweest. Maar dan is er nog altijd eentje beter. Ja, dat is wielrennen hè,’ zegt hij stoïcijns. Zijn frêle lichaam schudt heen en weer. Als de kuiten los gemasseerd zijn, is de gehavende arm aan de beurt. De masseur is extra voorzichtig met de dikke korsten op de schaafwonden.

‘Kun je wel echt herstellen als je elke dag zulke grote inspanningen levert?’ ‘Ja, ’s nachts! Ik kan gelukkig wel weer beter slapen, al ben ik geen zijligger.’ Stijf strekt Mollema zich uit en draait zich om op de smalle tafel, hij steekt zijn kop in de uitsparing voor het hoofd. Het is niet fijn maar nu volgt het lastige gedeelte. De masseur zet met zijn elleboog kracht op zijn onderrug. Mollema kreunt en verbijt de pijn. ‘In de afdaling van de Peyregudes ging Alaphilippe zo hard, dat alles in mij schreeuwde PyreNEEen. De masseur lacht. ‘Vanaf die merkwaardige pitstart wist ik al dat het niet mijn dag was. Ze gingen snoeihard die berg op. Er zat voor mij niks anders op dan in mijn eigen tempo net iets voor de bus naar boven te rijden.’

De masseur brengt verlichtende wondzalf aan op rug en arm. ‘Hopelijk gaat het morgen naar Pau iets beter,’ montert Kenneth de renner op. Met twee pijnstillers voor de nacht verlaat hij de massageruimte. Het lijkt alsof Bauke na z’n massage nog meer gebroken is. #TDF2018

 

 

Geef een reactie