Definitief afscheid

Als ik niet bij mijn moeder ben bel ik iedere ochtend met de verpleging hoe het met haar gaat. Gisteren had ze echt een zorgelijke lage bloeddruk van 49/35. Ze was nauwelijks aanspreekbaar of wakker te krijgen. Vandaag geeft de zuster aan dat ze opmerkelijk helder is. Tijdens het wassen heeft ze een kloppend, samenhangend verhaal. Zou dit dan de spreekwoordelijke opleving voor haar dood zijn? Ik geef aan dat ik mijn zus ga bellen en dat we meteen naar Assen komen. Bij binnenkomst noemt mijn moeder mijn naam. ‘Hey Jan, fijn dat je er bent.’ Ze ziet er beter uit dan de laatste keer dat ik bij haar was. Ze herkent ook mijn zus en zwager bij naam. We hebben voor zover daar sprake van kan zijn een goede dag met haar. Het afscheid nemen valt zwaar. Ze zorgt voor opschudding door te zeggen dat ze verbaasd is dat we nu al weg willen. ‘Zet es even koffie, zo vaak zijn jullie niet hier.’ Terwijl we de deur zowat platlopen… en de gehele dag bij haar bed hebben gezeten. Verwarring alom. Zondags is de situatie totaal anders. Ze is extreem onrustig, geeft geen enkele reactie meer op prikkels. Ze herkent ons niet, ligt tijdens ons verblijf vier uur lang in bed te woelen. Ze wil steeds haar kleren uittrekken. Het dekbed gooit ze voortdurend van zich af. Het blijft een worsteling om haar een beetje decent in bed te laten liggen. Als ze zichzelf bezig zou zien, zou ze dat absoluut niet zo willen. Ze mompelt dat als ik een man was, ik haar hier weghaalde. Wat kan ik doen…? De zuster vraagt of we het goed vinden dat ze morgenvroeg met de dokter overleg pleegt om haar een pilletje tegen de extreme onrust te geven. We stemmen toe. Als ze door geestelijke muziek in slaap is gesust, ga ik naar huis. Een vermoeiende, emotionele dag zo. Buiten is het een witte wereld, ook dat nog, een lastige terugreis. Wat ik me eigenlijk niet zo goed heb gerealiseerd is dat het pilletje tegen de onrust dormicum is waardoor ze in slaap wordt gehouden, en we nooit meer met haar kunnen praten… De palliatieve sedatie is nu echt ingezet. Als de zuster op Valentijnsdag 2017 zegt dat ze nergens meer op reageert en dat haar tenen blauw beginnen te worden, weet ik genoeg. Ik bel mijn zus en we blijven bij haar waken. Ze ligt vredig op haar rug te slapen en reageert nergens meer op. Haar handen zijn ijskoud, evenals haar wangen. De mond hangt open, ze heeft haar kunstgebit niet meer in en ze ademt met korte stootjes. Zal ze ons nog kunnen horen? Je hoort vaak dat het gehoor het langst intact blijft.  Om twee uur ’s middags wordt mijn moeder onrustig, ze tilt haar linkerarm op. Als laatste groet? Heeft ze pijn, is ze benauwd? De zuster komt haar een nieuwe dosis slaapmiddel brengen en wil haar eerst even op haar favoriete zijde leggen. Maar aan de gelaatstrekken zien we dat ze niet lekker ligt en we besluiten haar terug te leggen. Om haar geen pijn te laten lijden wil de zuster de morfinevlinder zetten. Ze waarschuwt ons dat mensen soms meteen overlijden. Terwijl ze nog met de voorbereidingen bezig is, doet mijn moeder beide ogen wijd open, het is net of de felle blauwe kijkers nog wat zien. Ze spuugt bloed, of een rare stinkende slijmsubstantie. O, dit is niet goed! Ik schrik, dit komt onverwachts. We pakken een tissue om haar mond vrij te maken. Mijn moeder stort nog drie ademstoten uit. We kijken elkaar aan. Ma ademt niet meer… het is volbracht, ze is overleden. We willen haar mond sluiten, maar dat mag niet. Eerst moet de dokter haar natuurlijke dood constateren. Wij kunnen jankend de rauwe werkelijkheid tot ons laten doordringen. Wezen zijn we nu! Dan komt alles in een stroomversnelling: er valt veel te regelen en te bellen. Waardoor het besef dat je moeder dood is naar de achtergrond wordt gedrongen. Je handelt op een soort automatische piloot. De uitvaartondernemer komt en we leggen mijn moeder zelf af en draperen haar in de kist. Als we via de lift beneden komen worden we overvallen met een eerbetoon voor haar. In de gang staat een erehaag van personeel, vrijwilligers en bewoners van de Vijverhof om het ontzielde lichaam van mijn moeder uitgeleide te doen. Het is prachtig en emotioneel. Een waardig afscheid van haar laatste aardse huis. We rijden achter de lijkbus aan om haar naar de aula te brengen. Ze komt te liggen in hetzelfde kamertje waar ook mijn vader lag. Over vier dagen wordt ze onder het kruis begraven naast haar geliefde, onze prachtige, liefdevolle vader.

Geef een reactie