Drakenboten, sieraden en zuurdesembroden

Zondagmiddag, ik lig lui op de bank te lezen. Mijn smartphone piept, een vriendin appt dat ze in de buurt is. Ze staat met haar sieradenkraam bij de roeivereniging Cornelis Tromp. Dat is inderdaad dichtbij. Ik stuur een bericht dat ik er aan kom en trek mijn sneakers aan. Vijf minuten later zie ik haar door de kralenstrengen heen bezig met het rangschikken van de eigengemaakte sieraden.

Het is druk in het haventje. Muziek schalt uit de luidspeakers, onderbroken door een spreekstalmeester die commentaar geeft bij de drakenbootrace die op het Hilversumse kanaal wordt gehouden. In samenwerking met de plaatselijke Rotaryclub organiseert de roeivereniging deze wedstrijd. En die club heeft de vriendin uitgenodigd om met haar koopwaar één van de kraampjes op de kade te bemannen. Ze heeft een goede dag; er zijn al een aantal armbanden en kettingen verkocht.

Drakenbootrace

We halen koffie in de kantine van het boothuis en nemen een kijkje bij de race. Een drakenboot is een open kano van ongeveer twaalf meter lang, waarin maximaal twintig peddelaars om en om links en rechts plaatsnemen en tegelijkertijd peddelen. Om het tempo aan te geven zit voorop een trommelaar, een aparte stuurman bepaalt de koers. De boot is voorzien van een drakenkop, een staart en ‘schubben’ op de romp.

Steeds varen twee boten tegen elkaar. Het zijn bedrijventeams en de meeste deelnemers doen dit voor de eerste keer. Sommigen hebben een uniforme uitdossing in Chinese sfeer aangetrokken compleet met bedrijfslogo, bij andere teams is het een samenraapseltje van kledij; sommigen zijn ook qua schoeisel (hoge hakken) niet helemaal op de wedstrijd voorbereid.

Voor de kraam stappen de deelnemers aan boord van de kano, wat soms maar net goed gaat. Kort krijgen ze een uitleg van een ervaren stuurman hoe ze het beste gezamenlijk kunnen peddelen om op een rechte koers te blijven.

Zuurdesembrood

Terwijl de vriendin klandizie heeft, besluit ik een rondje te maken langs de andere kramen. Ik blijf plakken bij iemand die zuurdesembrood verkoopt. Er liggen verschillende soorten brood op een blauw geblokt tafelkleed: volkoren, spelt, blond en stokbrood. Op de kaartjes staan pittige prijzen. De verkoper vraagt of ik wil proeven? Ik zeg dat ik net mijn lunch achter de kiezen heb en deel met hem mijn ‘zuurdesembroodervaring’. Bij mij in de klas zat een jongen die ook altijd dit soort brood bij zich had. Het verspreidde een beetje een zurige geur en vanaf dat moment heb ik besloten dat ik geen liefhebber ben. Hij probeert me over te halen. ‘Het is heel gezond en voedzaam, je hoeft er ook minder van te eten en het is tegenwoordig smaakvol en niet zuur.’ Omdat hij zo aandringt ga ik overstag. Het smaakt inderdaad goed.

Hij vertelt dat broodbakken echt zijn roeping is. Jarenlang is hij als graphic designer in de media actief geweest – ik kijk hem nog eens goed aan – maar herken hem niet. Nu is hij zijn eigen kleine bakkerij begonnen en dat bevalt hem beter dan het mediawereldje. ‘Altijd maar achter die computer zitten. Ik koos voor vormgeving omdat ik met mijn handen wilde werken,’ zegt hij, ‘maar dat ontbrak steeds meer, dus dat pak ik met het broodbakken weer op.’

Hij glijdt met zijn hand over het rustieke brood voor hem op de tafel. ‘Een goed brood is de basis. Vaak brengen mensen hun brood op smaak door het beleg, maar het begint toch echt met de broodsoort die je kiest. Ik voeg geen gist toe aan het biologische meel dat ik bij een molen haal. Dat betekent dat het deeg lang nodig heeft om te rijzen, vaak wel vier of vijf uur.’ Bevlogen vertelt de bakker over zijn vak.

Als ik zie dat de vriendin weer alleen is, bedank ik hem voor de informatie en wens hem veel succes met zijn nieuwe business. Bij haar kraam drinken we nog een wijntje en daarna zoek ik bank en boek weer op. In de verte kan ik de trommelaar nog horen… #conciousdesign #schuurdesem

Geef een reactie