Edelfigurant

In mijn eerste woning in Hilversum, een studentenhuis, woont een naamgenoot. Hij is mijn overbuurman. Helemaal computergek, fanatiek gothicfan en alles is zwart: zijn kleding, zijn nagels, zijn kamer en onze gezamenlijke gang die hij behangen heeft met zijn zwart-witontwerpen die hij voor een jongerencentrum maakt. Eén keer hebben we voor de grap alle punaises verwisseld. Overal waar hij in het wit een witte punaise had geprikt, hebben we die omgewisseld met de zwarte punaise uit de zwarte gedeelten. Eens kijken wanneer het hem zou opvallen? Nou, hij is nog niet thuis of we horen hem bulderen op de gang wie toch met zijn jatten aan zijn flyers heeft gezeten? Al tierend gaat hij driftig aan de slag om alles weer in de oude stijl te herstellen.

Nu heeft hij voor een amateurvereniging in Almere een opdracht gekregen om de poster van de toneelvoorstelling te maken en het programmaboekje te ontwerpen. Dagen is hij ermee bezig en we worden van alle veranderingen op de hoogte gehouden en zelfs om advies gevraagd. Uiteindelijk is de opdracht voltooid en krijgt hij een aantal vrijkaartjes voor de voorstelling.

Met zijn drieën gaan we naar Almere en verheugen ons op een avondje lachen. We hebben via onze huisgenoot al gehoord waar het stuk over gaat en dat er een jonge acteur is die van zichzelf vindt dat hij goed toneel kan spelen. De regisseur zit echter met zijn handen in het haar en heeft spijt van zijn keuze, maar er is geen weg meer terug.

Het toneel is over de gehele breedte in drie parten verdeeld. Er is geen voordoek en het licht gaat aan in het decor waar de scene zich afspeelt. In het donker worden in de andere twee gedeelten de decorstukken in orde gemaakt voor de volgende scenes. Modern toneel, dus. Eerlijk gezegd leidt het vreselijk af, want je bent toch nieuwsgierig hoe er gewisseld wordt in het donker. Soms hoor je dat iemand ergens tegen aanloopt of iets laat vallen. We houden ons meer bezig met het changement dan het toneelstuk zelf. In een van de locaties staat bij de deur een oude kapstok, zo eentje met van die krulpoten. Op het moment dat het licht in dit gedeelte aangaat zien we meteen dat er een essentieel onderdeel ontbreekt in de set. We stoten elkaar verwachtingsvol aan. En ja hoor daar komt de jonge hoofdrolspeler binnen die bezig is met zijn glansrol. Hij doet nonchalant zijn jas uit en wil die aan de kapstok hangen die er echter niet is. Onhandig staat de acteur met de jas in zijn handen. Hij heeft niet het vermogen om van het ontbrekende decorstuk een grapje te maken of de situatie anderszins op te lossen. Sterker nog hij is compleet uit het veld geslagen en staat volkomen sprakeloos op het toneel, totdat zijn tegenspeler de draad weer oppakt. Drie mensen zitten heerlijk te gniffelen om het tafereel.

De onfortuinlijke hoofdrolspeler ziet er erg aantrekkelijk uit. Een mooie blonde kop en een goed lijf. Daar is niks mis mee. Mijn goede vriend die naast me zit heeft ook al gemerkt dat ik deze jongeman wel interessant vind. Na afloop van het toneelstuk doen we nog een drankje en hij doet verwoede pogingen om de aandacht van de jonge acteur te trekken en hem bij ons aan het tafeltje uit te nodigen. Ik zit een beetje met mijn mond vol tanden, leuk dat hij zo dichtbij komt, maar ik weet van de weerslag niks uit te brengen, alsof ik nu mijn tekst ben vergeten. Maar erg is het niet, want de acteur toont geen enkele interesse in mij. Dat verandert als mijn vriend zich laat ontvallen dat ik regisseur ben en tv-programma’s maak, waarvoor ik vaak op zoek ben naar acteurs.

In principe is daar geen woord aan gelogen. Op dat moment maak ik een nieuwe serie Ambulance en we zoeken vaak figuranten voor de reconstructie van het ongeluk en wat daaraan vooraf ging. De jonge acteur is meteen alert en geïnteresseerd. We wisselen telefoonnummers uit en ik beloof dat ik aan hem zal denken als ik iemand nodig heb.

Een paar weken later ben ik bezig met het verhaal over een jonge blonde fotograaf wiens carrière ruw verbroken wordt door een auto-ongeluk waardoor hij in een rolstoel terechtkomt. In het scenario heb ik een scene geschreven waarin we de fotograaf aan het werk zien met het maken van een bruidsreportage. Er gaat een telefoontje naar Almere met de vraag of de acteur zin heeft om de rol van fotograaf te spelen?

‘Natuurlijk, dat wil ik graag doen, stuur me de tekst maar op.’

‘Nou, het is meer een nagespeelde scene. Er zit geen belangrijke tekst in, je hoeft niet een uitgebreide dialoog te repeteren.’

Ik merk enige aarzeling maar de jongeman ziet een glansrijke carrièrekans en zet de afspraak in zijn agenda.

Op de opnamedag spelen twee collega’s het bruidspaar, alleen dat al maakt de draaidag amusant en daarnaast is het een weerzien met de leuke acteur uit Almere. Hij krijgt een oude Hasselblad in zijn handen gedrukt en kleding uit de jaren zeventig, want het speelt zich in die periode af. Vol verve acteert hij de fotograaf en ik geniet ervan om hem zo enthousiast bezig te zien. Hij vraagt andermaal naar tekst, maar ik zeg dat je in de uiteindelijke montage alleen wat aanwijzingen zult horen en dat er dus niet echt een dialoog in zit.

De opnames verlopen voorspoedig en in een fotostudio in Hilversum maken we nog wat opnamen met hem waarin hij de gemaakte bruidsfoto’s ontwikkelt en in een album doet. Hij heeft een topdag – en ik ook – en vraagt wanneer het op de televisie komt. Ik zeg dat ik dat nog niet kan zeggen, maar dat de serie vanaf september uitgezonden zal worden. Ik beloof hem op de hoogte te houden. ‘En als je het leuk vindt mag je wel een keertje bij me thuis komen om het eindresultaat te zien voordat het op de tv is. Wel zo leuk, toch?’

Met groot enthousiasme ga ik met het materiaal aan de slag en als de eindmontage van de aflevering klaar is, nodig ik hem uit. Ik vind het best wel spannend, niet dat ik ontevreden ben met het eindresultaat, maar het feit dat hij bij mij over de vloer komt, maakt me zenuwachtig. Terence Trent D’Arby zit in de cd-speler, omdat ik weet dat hij daar fan van is. Ik start de VHS-recorder. In een vloek en een zucht is de scene waarin hij zit voorbij. Je hoort hem nauwelijks iets zeggen, want de voice-over vertelt het verhaal over de echte fotograaf.

‘Zal ik het nog even terugspoelen?’

‘Ja, graag! Is dit het?’ vraagt hij een beetje teleurgesteld.

Langer kon ik het echt niet maken, denk ik. ‘Ja, een hoop werk, hè, voor drie minuten televisie.’

‘Zeg dat wel.’

‘Ik hoop dat je het leuk vond om eraan mee te werken?’

‘Het was wel een ervaring, maar ik dacht echt dat ik langer in beeld zou zijn.’

‘Een volgende keer, misschien…’

Als hij een uurtje later weg is, staan mijn huisgenoten meteen in mijn kamer. ‘En??!’

‘Wat zal ik zeggen, leuk om naar te kijken, maar verder durfde ik niet te gaan.’

De jongens moeten lachen. ‘Gelukkig hebben we de opnamen nog, moet je maar denken.’

Die volgende keer is er nooit van gekomen.

Geef een reactie