Leren alleen te zijn

Het alleen-zijn in isolatie voelt voor mij persoonlijk niet als een ingrijpende verandering van mijn levenssituatie. Ik vlieg niet gillend tegen de muren omhoog, ik ben niet meer tegen mezelf gaan praten dan ik al deed. Ik ben dit gewend. Dit overvalt me niet, ik leef zo. Thuisblijven is voor mijn geen straf. Mij valt het niet moeilijk om te voldoen aan die ene opdracht die de overheid gesteld heeft. Het heeft misschien met mijn keurig gereformeerde opvoeding te maken, maar ook met mijn karakter. Ik snap dat thuisblijven en afstand houden nodig is en als dat de enige manier is om meer leed te voorkomen dan werk ik daaraan mee. Als het betekent dat ik familie, vrienden en collega’s niet mag bezoeken, ontmoeten en beet kan pakken dan ben ik bereid dat offer te brengen. Ik heb geen zin om met ademklachten op een ic terecht te komen, dat lijkt me vreselijk, een zekere horror zelfs. Dus ik doe er alles aan om dat te voorkomen. Ik wil niet iemand besmetten of door iemand besmet worden.

Wel verbaas ik me over mensen die toch hun eigen gang gaan. Als ik bij het boodschappen doen nog steeds zie dat een stel samen naar de supermarkt gaat, stijgt mijn verbazing. Inwendig kan ik daar erg kwaad om worden, maar ik ga niet de discussie aan, ik kan niet instaan dat ik mijn verwijt dan speekselvrij zal uiten. Mensenlief, blijf thuis! Nee, hoor, de man hobbelt lekker achter vrouwlief aan de winkel in en vormt daar een extra hindernis in de al krappe winkelgangen. Man, neem even tijd voor jezelf, is dat nou zo moeilijk? Ik zou in zo’n situatie – het de gehele dag op elkaars lip zitten – juist blij zijn dat de ander even weg was.

Idem als ik buiten wandel. Ik begrijp dat als je kleine kinderen hebt dat je die niet alleen thuislaat, maar ik zie ook complete gezinnen waarvan de pubers braaf achter pa en ma aansukkelen. Kunnen mensen dan echt zichzelf niet meer vermaken? Hebben ze niet de gezonde behoefte om even een uurtje zonder die ouders te zijn? Ben ik daarin zo’n rare uitzondering?

De vele sociale acties en uitdagingen die op Facebook worden bedacht, overvallen me. Als ik erover nadenk, snap ik de reden en de goede bedoeling erachter. Mensen zoeken ontspanning, ontsnapping uit die bulk aan coronaverhalen en nieuwsfeiten waar je absoluut niet vrolijk van wordt, dus waarom niet elkaar opdragen om een jeugdfoto van zichzelf op Facebook te plaatsen. Daarmee heb je wat omhanden. Waar zijn de oude fotoalbums? Welke foto zal ik plaatsen? Welk jaar was het? Het bladeren door het fotoboek brengt de nostalgie van die goede oude tijd terug en de daarbij horende herinneringen. Maar was alles toen echt beter? Trouwens je bent er ook even zoet mee, want hoe krijg je die analoge foto nou online? Dus mocht je je echt vervelen, omdat je thuis moet blijven dan kun je alle foto’s scannen en je albums digitaliseren. Achter die uitdaging zit nog een ander slim idee. Doordat je de opdracht via de persoonlijke berichtenbox moet geven, heb je meteen een aanleiding om er nog een berichtje achteraan te sturen: hoe gaat het, houd je het een beetje voel, heb je geen klachten? Kortom socialising.

Toch overviel het me vorig weekend. Wil je er echt in meegaan dan ben je daar zo ineens heel druk mee. Ik ging me zelfs schuldig voelen dat ik mensen aan het werk zette en stuurde snel een berichtje dat ze zich niet verplicht moesten voelen om nog weer een nieuwe foto te zoeken voor de zoveelste uitdaging omdat ze een like hadden gestuurd. Lief en leuk, goed bedoeld, maar ik ben al snel met deze kettingreactie gestopt. Ik hoef niet te bedenken wat kan ik nu toch eens gaan doen? Help, ik verveel me.

Als ik een maand geleden mijn cocon wilde ontvluchten, ging ik naar de bioscoop. Heerlijk twee uur in het donker zitten en me helemaal laten meevoeren. Nu krijg ik om aan die filmbehoefte te voldoen allerlei apps om thuis het huidige aanbod te blijven kijken. Movies That Matter waar ik anders zou zijn geweest, IDFA en IFFR, ze bieden me volop keus. Ook Cineville gaf me een code. Op zondagmiddag logte ik op de laptop in en kwam er achter dat het toch een andere filmbeleving is. De zon scheen en ik betrapte me erop dat ik snel was afgeleid, me niet liet meeslepen door het verhaal en zelfs in de keuken stond om thee te zetten, terwijl de film gewoon doorliep. Ik had hem niet eens op pauze gezet. Dat was dus geen goed idee, toch maar dat hmi-kabeltje zoeken om de verbinding met mijn televisie te leggen en wachten tot het ’s avonds donker is, om dat echte filmgevoel te benaderen.

Ik kan heel goed alleen-zijn. Loop ik daardoor nu voor de troepen uit? Het is niet zo dat ik mensenschuw ben of mensen uit de wegga, maar ik merk nu eens te meer dat mijn leven al jaren zo in elkaar zit en dat ik daar zelf vaak geen moeite mee heb. Ik heb geleerd alleen te zijn. Misschien wel tegen mijn zin in, maar het is eenmaal zo gelopen. Als ik er problemen mee zou hebben, zou ik wel actief naar een oplossing gaan zoeken, toch? Vertoon ik ontwijkend gedrag, probeer ik door bijvoorbeeld veel te werken, niet met mijn alleen-zijn geconfronteerd te worden? Dat zou kunnen en dan is het goed om daar eens bij stil te staan en over na te denken. Deze crisis zorgt er wellicht voor dat we iets meer gaan nadenken over ons leven, over ons functioneren, over de dood misschien en wat we nu echt willen… wat is een goed leven? Misschien zitten we nu nog volop in de overlevingsmodus en gunnen we ons daar op dit moment de mogelijkheid niet voor. Maar ik heb altijd al gedacht: het moet toch niet zo zijn dat ik eerst tegen een boom moet rijden voordat ik het leven dat ik heb, ga waarderen. Die gedachte brengt deze crisis bij mij naar boven. De komende weken is er tijd genoeg, want dit gaat nog wel even duren. Dat deze crisis niet in een vloek en een zucht over is, staat voor mij als een paal boven water. Ik heb me er op ingesteld. En dan is de ellende nog niet voorbij. Vervolgens moeten we mondiaal de geknakte economie weer opgang brengen, als we dat kunnen en willen…

Geef een reactie